Een lange man in een bruinleren jas zit vroeg in de ochtend in de huiskamer van de opvang voor ongedocumenteerden. Hij wil op tijd in de rechtbank zijn. Maar ze hebben afgesproken er met z’n allen heen te lopen, dus hij moet wachten. Een medewerker van het Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt (ROS) dat de opvang biedt, legt het de binnendruppelende bewoners nog even uit. „We gaan zo samen zodat we laten zien dat jullie niet alleen zijn.”
Advocaat Pim Fischer heeft namens 22 ongedocumenteerden (drie trokken zich terug) de gemeente Rotterdam gedaagd. Want de noodopvang voor kwetsbare ongedocumenteerde daklozen, de bed- bad-broodregeling, sluit per 1 januari omdat minister Marjolein Faber (PVV) per 1 januari de subsidie stopt. Daardoor komen mogelijk ongedocumenteerden met wie afspraken zijn gemaakt over opvang, op straat te staan. Het draait vandaag om de vraag of dat mag.
Mevrouw Yong (65) komt energiek binnen gestommeld. „Heeft iedereen koffie? Opschieten! Gaan we lopen? Wil je m’n trouwfoto’s zien?” Ze belt nog even op een strenge toon met haar kamergenoten die nog niet beneden zijn. ‘Kom. Snel. Bye. Houdoe.’
Leven op straat
De lange man wordt ongeduldig. Hij vertrekt vast in z’n eentje.
De anderen trekken dikke jassen aan, wikkelen kleurrijke sjaals om hun hals en gaan in de stromende regen op pad. „In mijn land betekent regen dat er daarna iets goeds komt”, zegt een vrouw uit Ghana. Twee aan twee, gearmd onder paraplu’s, kletsend en lachend gaat de stoet richting rechtbank.
Jane (40) uit Suriname is gespannen. Ze heeft kinderen, een paar al bijna volwassen. Ze zijn in Nederland geboren maar hebben geen verblijfsvergunning. „Ik kan wel plannen maken, maar ik kan geen stappen zetten.” Ze woont nu een maand bij het ROS, dat haar helpt met het verkrijgen van documenten.
Het besluit om de bed-bad-broodopvang, officieel de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV), in Rotterdam te sluiten, stuitte eerder op veel weerstand in de gemeenteraad. Verantwoordelijk wethouder Faouzi Achbar bleef toch bij zijn besluit, maar beloofde een oplossing voor de twaalf zieke ongedocumenteerden, die een leven op straat niet zouden overleven. Dat plan kwam een dag voor de zitting: die twaalf mensen mogen in ieder geval tot 1 juni in de opvang van het Leger des Heils blijven.
Kwetsbaren
De stoet bereikt de rechtbank. Daar drommen ongedocumenteerden, belangstellenden, medewerkers van Rotterdamse opvanglocaties en journalisten samen in de hal. Het wordt duidelijk dat niet iedereen in de zittingszaal past. Snel wordt een tweede zaal geregeld met een liveverbinding.
Advocaat Fischer staat in de hal en zegt: „Het is buitengewoon ernstig dat we hier zijn. Speel niet met deze kwetsbare mensen.”
„Is dat onze Fischer?”, fluistert Stefanus, een bejaarde man zonder verblijfspapieren. „Ik heb groot vertrouwen in hem!” Hij wil terug naar Zuid-Afrika, het land waar hij werd geboren. Maar het land wil hem niet terug, legt een medewerker van het ROS uit. Stefanus heeft een plan. Hij wil een auto kopen, die volstoppen met pakjes Marlboro en bij elke grensovergang de politie omkopen met een pakje.
Als iedereen zit, kan rechter Morena van Baaren beginnen. Fischer betoogt dat de minister verplicht is opvang te bieden aan mensen die op straat dreigen te belanden, ook als ze geen verblijfsvergunning hebben. Europese regels schrijven voor dat een land moet zorgen dat niemand door de humanitaire ondergrens zakt. „Daar moet de minister zich aan houden.”
Omdat de minister heeft besloten de financiering voor de LVV te stoppen en de gemeente de minister daarin volgt, staat Fischer tegenover twee juristen van het ministerie van Asiel en Migratie. Zij betogen dat de bed-bad-broodregeling altijd bedoeld is als tijdelijke regeling. Daarnaast stellen ze dat mensen niet op straat hoeven te belanden omdat ze zich kunnen melden bij de dienst Terugkeer & Vertrek voor onderdak in de vrijheidsbeperkende locatie (vbl). Daar wordt gewerkt aan een spoedige terugkeer naar het land van herkomst. In de tussentijd krijgen ze eten, drinken, zorg en onderdak.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data125242196-0b30e6.jpg|https://images.nrc.nl/CM8U3GJ763f4jG5bqMnbbYe7o6E=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data125242196-0b30e6.jpg|https://images.nrc.nl/eyOi__I7Fc5ZadBYG-aFWQ806nI=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data125242196-0b30e6.jpg)
Betwisten
Het gaat in de vbl alleen om terugkeer, zegt Maarten Goezinnen van het ROS. „Wij kijken naar een duurzaam perspectief. Dat kan terugkeer zijn, maar ook een verblijfsvergunning.”
De juristen van de minister betwisten dat. Als terugkeer echt niet mogelijk is, dan kunnen ze vanuit de vbl worden overgebracht naar rijksopvang, zeggen ze.
Fischer vindt de vbl ook geen geschikte opvang voor ongedocumenteerden. Daarnaast is het de vraag of er voldoende plekken zijn in de vbl, zegt hij. Het gaat niet alleen om ongedocumenteerden uit Rotterdam maar ook uit andere steden. Vier gemeenten hebben weliswaar aangegeven zelf de LVV te gaan betalen nu de financiering stopt, maar er is te weinig geld om alle plekken te behouden.
Fischer is strijdlustig. Hij is ook gevraagd als advocaat door ongedocumenteerden in die andere steden. Er zullen rechtszaken volgen. Die in Eindhoven staat nog deze maand gepland.
„Hoe sterk staan we?”, wil een ongedocumenteerde aan het eind van de zitting weten. „Daar ga ik heel hard over nadenken”, antwoordt de rechter. Ze doet over twee weken uitspraak.
Buiten de zittingszaal trekt mevrouw Yong haar jas weer aan en wikkelt haar sjaal om haar nek. Stefanus zucht diep. Ik ga vast mijn pakjes Marlboro inslaan, zegt hij.
