Onduidelijkheid over repatriëring: ‘Gaat Nederland nou helpen of niet?’

Nederlanders in Israël De eerste vlucht om gestrande Nederlanders uit Israël op te halen is woensdagmiddag in Tel Aviv geland. Sommigen vragen zich vertwijfeld af wanneer zij kunnen vertrekken. „Waarom begrijpt Nederland niet dat ik hier weg moet?”

Een militair vliegtuig vertrekt vanaf vliegbasis Eindhoven om Nederlanders op te halen die weg willen uit Israel
Een militair vliegtuig vertrekt vanaf vliegbasis Eindhoven om Nederlanders op te halen die weg willen uit Israel Foto ANP/Rob Engelaar

Tania uit Amsterdam staat in een speeltuin in het Israëlische Haifa met haar kinderen van anderhalf en drie als ze haar telefoon opneemt. Eigenlijk zou ze, na een bezoek van twee weken, dinsdag terugvliegen, maar haar vlucht werd geannuleerd. Tania is bang en voelt zich onveilig. „Het geluid van gevechtsvliegtuigen klinkt hier voortdurend, als een soort witte ruis hangt het over de stad.”

Ze weet niet hoe ze het land moet verlaten. De afgelopen dagen heeft ze voortdurend gebeld met haar luchtvaartmaatschappij, zegt ze. Maar een commerciële vlucht naar Nederland lijkt voor haar gezin geen optie: die zaten vol voordat ze de gelegenheid had om te boeken. Dat is een verhaal dat meer Nederlanders in Israël vertellen; zij willen weg, maar ervaren veel onzekerheid over hoe en wanneer zij weer naar huis kunnen.

Woensdagmiddag is een militair vliegtuig in Israël geland om Nederlanders te repatriëren, donderdag zal er nog een vlucht gaan. Daarmee kunnen in totaal vijfhonderd mensen naar Nederland worden gebracht. Volgens demissionair minister Hanke Bruins Slot (Buitenlandse Zaken, CDA) zijn deze vluchten voldoende om alle mensen die erom hebben gevraagd terug te halen, zei ze woensdag in de Tweede Kamer. Toch verkeren sommige Nederlanders in Israël in onzekerheid over hun terugkeer.

Vrees voor escalatie

Tania, die niet met haar achternaam in de media wil, heeft bij Buitenlandse Zaken gemeld dat ze met zo’n vliegtuig mee wil, maar heeft nog geen oproep gekregen. Ze belde sinds zaterdag dagelijks meerdere keren met het ministerie, zegt ze. „Mij werd verteld dat mensen met jonge kinderen voorrang zouden krijgen om met het repatriëringsvliegtuig van Defensie mee te gaan.”

Ze weet niet wat ze moet doen, zegt ze. „Waarom begrijpt Nederland niet dat ik hier weg moet? Gaan ze nou helpen of niet? Alles is zo onduidelijk.”

Of er na donderdag nog repatriëringsvluchten gaan, is niet bekend. „We raden Nederlandse burgers met klem aan om niet te wachten op informatie van het ministerie over uitreismogelijkheden als zich eerder een andere mogelijkheid voordoet om veilig het land te verlaten”, staat op de website van Buitenlandse Zaken. In de Tweede Kamer uitte Bruins Slot haar zorgen over een mogelijke escalatie van het conflict. „Dan zou het luchtruim gesloten kunnen worden.”

Tania is op familiebezoek, bij de oma van haar kinderen. „Gisteren zag ik op de website van Transavia nog een vlucht naar Cyprus. Als ik had geweten dat we niet met deze vlucht mee zouden kunnen, had ik die geboekt.” Haar stem slaat over. „Honderd kilometer hier vandaan zijn mensen afgeslacht”, zegt ze. „Ik woon met mijn kinderen in Nederland omdat ik niet wil dat ze in Israël opgroeien, en nu zitten we hier vast.”

Een woordvoerder van Buitenlandse Zaken zegt dat alle namen van mensen die zich bij het ministerie melden, worden geregistreerd, en dat zij worden gebeld zodra een plek beschikbaar is.

Bert Huizing.
Foto privécollectie

‘Groepen eerst’

Bert Huizing (69) is reisleider voor Israel Idoed Reizen en begeleidt 25 mensen die met de eerste vlucht naar Nederland kan vliegen. Ook een andere groep van 25 reizigers van die reisorganisatie heeft zich volgens Huizing gemeld op vliegveld Ben Gurion bij Tel Aviv.

Jo le Poole, directeur van Israel Idoed Reizen, zegt dat hij van Buitenlandse Zaken te horen heeft gekregen dat er eerst groepen worden gerepatrieerd en later individuen. „Het is overzichtelijker en makkelijker om een georganiseerde groep mensen te evacueren, zeiden ze.”

Volgens reisleider Huizing is niemand uit zijn reisgezelschap in paniek. „Vanmorgen hebben we nog in het binnenzwembad van het hotel gezwommen met een groep Amerikaanse Oekraïners”, zegt hij.

Evangeliseren

Maarten de Bruin.
Foto privécollectie

Maarten de Bruin (52) uit Hardinxveld-Giessendam verblijft met vier andere mensen van de evangelistische stichting Steward to Joseph in een hostel in Haifa, zo’n veertig kilometer van de grens met Libanon. „Wij ervaren dat we door God beschermd worden”, zegt De Bruin. Dinsdag heeft de groep zich aangemeld bij de ambassade, maar ze zijn niet uitgenodigd om met het eerste vliegtuig naar huis te gaan. Transavia heeft hun reguliere vlucht „geskipt”. Het secretariaat van Steward to Joseph heeft nog geprobeerd om via Istanbul een vlucht naar Nederland te regelen. „Ook die werd gecanceld, omdat het toen raketten regende”, vertelt de Bruin.

De groep is in afwachting van een telefoontje van Buitenlandse Zaken om naar Nederland te reizen. De groepsleden zijn niet bang, zegt De Bruin. „We reden langs een plek waar meer dan dertig tanks van het Israëlische leger gereed stonden om in actie te komen.”

De missie van de evangelische groep gaat ondertussen door. Vandaag zijn ze de straat opgegaan om de Joodse bevolking te evangeliseren. „In deze oorlogssituatie kunnen we de verdrietige mensen bemoedigen, om hoop te houden dat hun kinderen die aan het front zijn, levend terugkeren.”