N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Arbeidsmarkt Bedrijven hebben de afgelopen twee jaar minder taken door robots laten uitvoeren dan in 2020 nog verwacht werd. Ook in Nederland is vooralsnog geen sprake van een krimp van het aantal banen.
De automatisering van banen ging de afgelopen jaren veel minder hard dan verwacht. Dat blijkt uit het maandag gepubliceerde Future of Jobs Report 2023 van internationale denktank het World Economic Forum (WEF). Ten opzichte van 2020 lag het aantal geautomatiseerde taken in 2022 slechts 1 procentpunt hoger – dat steeg van 33 naar 34 procent.
Daarmee loopt de groei flink achter bij de voorspelling van werkgevers, die in 2020 dachten dat in 2025 bijna de helft van de taken (47 procent) door computers en machines uitgevoerd zou worden. Onderzoeker Henk Volberda, hoogleraar strategie en innovatie aan de Universiteit van Amsterdam, wijt de overschatting aan de toenmalige realiteit van het thuiswerken tijdens de coronapandemie, toen plotseling veel werkzaamheden verplaatsten naar digitale omgevingen.
Voor over vijf jaar stellen de ondervraagde 803 grote bedrijven, afkomstig uit 45 landen en actief in uiteenlopende sectoren, hun voorspelling bij. In 2027 is 42 procent van het werk geautomatiseerd, denken ze. „Er zijn uiteraard verschillen tussen verschillende typen werkgerelateerde taken”, benadrukt Volberda. Zo zullen data- en informatieverwerkingstaken met 65 procent naar verwachting veel meer worden overgenomen door machines dan besluitvormings- en redenatietaken (35 procent).
Omroeren van de arbeidsmarkt
Door de komst van nieuwe technologieën, zoals kunstmatige intelligentie, big data en cloud computing, waarbij computerdiensten zoals opslag en rekenkracht beschikbaar worden gesteld via het internet, zal veel werk er over vijf jaar anders uitzien, verwachten de bedrijven. Tegenover een verwachte groei van 69 miljoen banen wereldwijd staat een afname van 83 miljoen banen, vooral in administratieve functies die door computers kunnen worden overgenomen. Er ontstaan wel nieuwe banen op het gebied van kunstmatige intelligentie en zelflerende algoritmes, maar ook de vraag naar duurzaamheidsspecialisten en databeveiligers neemt naar verwachting toe.
De omwenteling naar andersoortig werk, door de onderzoekers „het omroeren van de arbeidsmarkt” genoemd, heeft ook grote gevolgen voor de scholing van werknemers. Zo’n 44 procent van hun vaardigheden zullen naar schatting in 2027 overbodig zijn. Meer dan zes op de tien medewerkers zullen dan ook behoefte hebben aan bijscholing en omscholing. Tegelijk heeft wereldwijd maar de helft van de werknemers toegang tot opleidingsmogelijkheden, stellen de onderzoekers. „Problematisch”, vindt Volberda, omdat de kloof tussen huidige en benodigde vaardigheden een belangrijke barrière vormt voor bedrijven om fundamentele veranderingen door te voeren.
In Nederland kwamen er de afgelopen jaren vooral nieuwe banen bij, doordat bedrijven meer personeel nodig hadden die zich bezighouden met de strengere Europese normen op het gebied van omgang met milieu, maatschappij en bestuur. Ook door investeringen op het gebied van duurzaamheid groeide de werkgelegenheid. Verder blijkt dat de komst van onder meer kunstmatige intelligentie ook in Nederland leidt tot baanverlies, maar onder de streep is dat vooralsnog niet het geval.
Krimpfuncties
„Het netto-effect van deze technologieën op werkgelegenheid is positief”, aldus Volberda. Nederlandse bedrijven zeggen de komende jaren vooral op zoek te zijn naar data-analisten, datawetenschappers en projectmanagers. Ook hier verdwijnen administratieve functies: accountants, boekhouders en salarisadministrateurs vallen onder de krimpfuncties als gevolg van automatisering. Opvallend, want op dit moment is er juist nog een tekort aan accountants.
Het is de vierde keer dat het WEF het Future of Jobs Report publiceert. De eerste editie verscheen in 2016. Voor het onderzoek kregen de bedrijven een vragenlijst opgestuurd over de veranderingen die zij in hun manier van werken verwachten in de periode 2023-2027. Bij de ondervraagde bedrijven zijn in totaal meer dan 11,3 miljoen mensen werkzaam.
Remco van Leen, directeur Video bij de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), verlaat de organisatie per 1 januari 2025. Dat meldt de NPO donderdagavond in een persbericht. Van Leen stond sinds februari dit jaar op non-actief na „signalen van vermeend grensoverschrijdend gedrag bij de toenmalige TROS”, waar Van Leen tot 2014 werkzaam was.
Naar aanleiding van die signalen stelde de NPO een onafhankelijk onderzoek in. Van Leen zei in februari zich niet in de beweringen te herkennen, maar volledig mee te werken aan het feitenonderzoek.
De NPO en Van Leen waren destijds naar eigen zeggen „op de hoogte van één eerdere melding waarin sprake zou zijn van mogelijk grensoverschrijdend gedrag door Van Leen” in zijn tijd bij de TROS (inmiddels AvroTros). „Na meerdere gesprekken met betrokkenen […] waren er op dat moment geen gronden die een goede vervulling van zijn werkzaamheden in de weg zouden staan”, aldus de NPO.
In Van Leens tijd bij de NPO waren er volgens de publieke omroep geen meldingen geweest van grensoverschrijdend gedrag. Ook uit het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag van de Commissie-Van Rijn kwamen geen klachten naar voren.
De NPO schrijft nu dat „de feiten van het onderzoek” een terugkeer bij de NPO „niet in de weg staan”, maar dat Van Leen er toch voor kiest de NPO te verlaten. “Het was voor mij geen eenvoudige keuze”, zegt Van Leen in het persbericht, „omdat de NPO en vooral ook mijn naaste collega’s mij zeer na aan het hart liggen. Maar de tijd schrijdt voort en ik kies er nu voor om mijn carrière elders te vervolgen”.
„We rennen al”, „ik kan niet meer”, „ik loop toch?” Op videobeelden die online rondgaan en op beelden en audiofragmenten die NRC kreeg doorgestuurd is te horen hoe demonstranten in paniek op de vlucht zijn voor politieagenten. De agenten manen hen te rennen, zij geven daaraan gehoor, maar niet iedereen is even snel. Sommigen vallen. De politie haalt uit. Het is pikdonker, er is niemand anders in de buurt.
Woensdagavond komen enkele honderden mensen bij elkaar op de Dam in Amsterdam om te demonstreren tegen de oorlog in Gaza en tegen het afgekondigde demonstratieverbod. Afgezien van een paar opstootjes blijft het rustig. Maar aan het eind van de avond ontvangt NRC berichten en beelden: politieagenten die op wegrennende demonstranten inslaan. Een deel van die beelden verschijnt ook op sociale media. De politie kondigt een onderzoek aan naar de toedracht ervan.
Wat is er gebeurd? Een verslag op basis van gesprekken met vijftien aanwezige demonstranten.
Demonstratie verplaatst
Een half uur voor aanvangstijd van de demonstratie maakt de Amsterdamse veiligheidsdriehoek bekend dat de aanvankelijk verboden demonstratie alsnog mag plaatsvinden, alleen dan wel op het Westergasterrein en niet op de Dam. Enkele honderden demonstranten trekken zich daar niets van aan en gaan toch naar de Dam. Het protest begint om 18:00 uur. Actievoerders schallen leuzen als „Free, free Palestine” en „From the river to the sea, Palestine will be free” terwijl de politie hen omsingelt.
De politie vraagt demonstranten om te vertrekken, iets voor 19.00 uur. Wie blijft wordt aangehouden, en riskeert dus ook geweld. De groep die besluit te blijven wordt ingesloten. „We mochten kiezen of we vrijwillig naar de arrestantenbus wilden lopen of niet”, zegt demonstrant Thomas Owens.
Lees ook
Lees ook: Journaliste zondag aangehouden bij protest in Amsterdam – ondanks NVJ-perskaart
Het duurt zeker anderhalf uur voordat alle demonstranten die niet vrijwillig willen vertrekken — volgens de politie zijn dat er 265 — in drie tjokvolle GVB-bussen zitten of staan. Rond 20.30 uur rijdt de eerste bus met demonstranten weg.
In welke bus demonstranten terechtkomen blijkt die avond een bepalende factor. De activisten in de bussen denken dat ze allemaal naar het Westergasterrein worden gebracht – zoals meermaals door de politie werd aangekondigd op de Dam. Maar dat geldt alleen voor de inzittenden van de eerste bus.
UvA-docent Martijn Dekker komt in de tweede bus terecht. Als die eenmaal begint te rijden, zegt de hulpofficier van justitie dat ze zijn aangehouden en op het Westergasterrein worden vrijgelaten. Om 21:15 uur is de bus daar, maar de activisten mogen er niet uit. De bus begint weer te rijden, niemand weet waar naartoe. Uiteindelijk worden de tientallen inzittenden van de tweede bus naar een afgelegen parkeerterrein gebracht in het Westelijk Havengebied, bij bedrijventerrein De Heining, ver buiten de stad. Rond 21:40 uur mogen ze de bus verlaten.
Marit van der Meulen zit in de derde bus. „De bus reed zo het Westergasterrein voorbij.” Uiteindelijk stoppen ze rond 21:40 uur bij een mesthandel op vijf minuten loopafstand van het parkeerterrein waar de politie de demonstranten in de tweede bus vrijlaat. Actievoerders maken onderling grapjes over werkstraffen, als ze erachter komen dat ze zijn gedropt op een afgelegen bedrijventerrein. „We zeiden voor de grap dat we als straf een week poep moesten scheppen”, zegt Owens, die ook in die bus terechtkomt. Vanaf zijn locatie is het 2 uur en 10 minuten lopen naar station Amsterdam Sloterdijk, ziet hij. „De sfeer was ontspannen, het was net een dropping”, zegt Van der Meulen.
Achtergelaten
Vanaf dat moment komen de ervaringen van inzittenden van de twee bussen die niet op het Westergasterrein mochten uitstappen overeen. Alle demonstranten die NRC sprak, zeggen dat ze na vrijlating worden achtergelaten. Owens: „We waren toen ineens helemaal alleen, zonder instructies te hebben gekregen van de politie.” „Op het moment dat we de bus uit waren, sjeesde de politie weg”, zegt een ander.
Mensen kijken op hun telefoon waar ze zijn, waar de dichtstbijzijnde bushalte is, of ze in contact kunnen komen met iemand om ze op te halen. Ze blijven in groepjes bij elkaar. Rond de tweede bus blijft een aantal demonstranten hangen, omdat er iemand is achtergebleven in de bus en ze die niet achter willen laten. Dan, zo’n vijf à tien minuten na het verdwijnen van de politie, komt er met grote snelheid en loeiende sirenes een politiebusje aangereden. En dan nog één, en nog één. In totaal spreken demonstranten van zes tot negen busjes.
Agenten van de Mobiele Eenheid (ME) stappen uit de busjes en beginnen volgens de getuigen willekeurig op demonstranten in te slaan. De paniek slaat toe, demonstranten rennen verschillende richtingen op, sommigen verstoppen zich tussen de vrachtwagens op het parkeerterrein. Dekker hoort in de verte het „paniekerig gegil” en het „geschreeuw van agenten”.
Ook demonstrant Jelle wordt achterna gezeten. De politie beveelt hem te rennen, maar dat kan hij vanwege een tumor in zijn hersenen niet. „Ik heb dat tegen de politie gezegd, heb zelfs mijn litteken laten zien.” Hij krijgt toch klappen op zijn been en rug. „Ze joegen op ons”, zegt demonstrant Dez. Met ongeveer een tiental anderen maakt ze zich uit de voeten, de politie achtervolgt ze.
Het was wegrennen, op adem komen, en weer rennen omdat ze met hun stokken dichterbij kwamen
„‘Rennen’, riepen ze, maar als we dat deden, renden ze achter ons aan”, zegt Van der Meulen. Sommigen zeggen tijdens het rennen geslagen te worden. „Maar ik rén toch!?”, wordt geroepen. „We renden door hoog gras, sprongen over een sloot, struikelden over kuilen in het gras”, zegt een activist. Op videobeelden is te zien dat agenten ook mensen die op de grond vallen blijven slaan. „We zijn ruim een kilometer opgejaagd”, zegt demonstrant Laleh Almarjani. „Het was wegrennen, op adem komen, en weer rennen omdat ze met hun stokken dichterbij kwamen.”
Alle demonstranten vertellen over een Egyptische man en zijn vriendin die in het tumult achterop raken en de meeste klappen krijgen. De man zou er een hoofdwond aan overgehouden hebben en wordt uiteindelijk door een taxichauffeur naar het ziekenhuis gebracht. NRC had zelf geen contact met hem.
De politie „blijft jagen”, zegt een demonstrant. „Op een gegeven moment was ik buiten adem en dacht ik wel ver genoeg gerend te hebben. Maar toen kwamen ze nog steeds slaand achter ons aan. Ik dacht: wat willen ze nou?” Sommigen verstoppen zich onderweg in bosjes. De groepen raken versplinterd. Van der Meulen bereikt met een aantal anderen om 22.15 uur een bushalte, waar taxichauffeurs die door anderen zijn ingeseind al staan te wachten om demonstranten gratis naar huis te brengen. Een andere groep, onder wie activist Diana zich bevindt, wordt naar eigen zeggen pas om 22.45 uur met rust gelaten.
De vraag waar alle activisten mee achterblijven: waarom gebeurde dit? Als de politie ze wilde arresteren omdat ze iets fout deden, waarom werden ze dan niet naar het bureau gebracht maar opgejaagd? Het OM en de politie onderzoeken dat nu „met hoge prioriteit”, schreef Femke Halsema donderdag in een brief aan de gemeenteraad.
Infowars.com, het extreemrechtse complotkanaal van de failliete Amerikaanse presentator Alex Jones, wordt eigendom van The Onion, het satirische nieuwsmedium. Met de aankoop komt er „een einde aan decennia van haatdragend nepnieuws” op het platform, schrijven de nieuwe eigenaars donderdag in een persbericht.
Jones richtte Infowars op in 1999 als postorderbedrijf voor de complotdocumentaires die hij met zijn vrouw maakte. In de jaren daarna ontpopte de radiopresentator uit Texas zich tot, in de woorden van de anti-haatgroep SPLC, „de meest actieve complotdenker van de hedendaagse Verenigde Staten”.
Zijn miljoenenpubliek vormde een goudmijn voor Jones, die tussen zijn tirades door veelvuldig reclame maakte voor de vitaminepillen, voedingssupplementen en survivalspullen in zijn webwinkel. In januari 2022 bleek dat Jones’ webwinkel in drie jaar tijd zo’n 165 miljoen dollar had omgezet.
Uiteindelijk deed één complottheorie Jones de das om. In december 2012 schoot de 20-jarige Adam Lanza 26 mensen, waaronder 20 jonge kinderen, dood in de Sandy Hook-basisschool in het stadje Newtown. In de nasleep van de schietpartij beweerde Jones dat de gebeurtenis in scène was gezet door politici die erop uit waren vuurwapens te verbieden.
Laster
Het resultaat: meerdere ouders van de vermoorde kinderen ontvingen zelf doodsbedreigingen. Eén vader van een jong slachtoffer zei dat complotdenkers over het graf van zijn zoon hadden geürineerd, omdat er toch niemand in zou liggen.
In 2018 klaagden drie ouders Jones aan wegens laster. Er volgde een soms opzienbarende rechtszaak, waarin Jones’ advocaat per ongeluk zelf het bewijs leverde dat zijn cliënt had gelogen over zijn inkomsten. In 2022 beval de rechter Jones een schadevergoeding te betalen van omgerekend 1,4 miljard euro. Jones vroeg prompt een faillissement aan.
En zo gebeurde het dat Infowars en de bijbehorende webwinkel vorige week werden geveild in een faillissementsverkoop. Zowel fans als tegenstanders van Jones hadden geprobeerd het mediakanaal te kopen, schrijft persbureau AP, maar uiteindelijk werd de veiling gewonnen door The Onion, gefinancierd door de ouders van de Sandy Hook-slachtoffers. De hoogte van het aankoopbedrag is onbekend.
The Onion is vergelijkbaar met de Nederlandse website De Speld en publiceert sinds 1988 satirische nieuwsberichten. Beroemd is het artikel dat de website steevast plaatst na iedere grote schietpartij: „Hier was niets aan te doen, zegt het enige land waar dit telkens opnieuw gebeurt”. Het bedrijf is van plan om Infowars in januari 2025 opnieuw te lanceren als parodie op zichzelf. De eerste grote adverteerder wordt Everytown For Gun Safety, een Amerikaanse non-profitorganisatie die strijdt tegen vuurwapengeweld.
„We hopen dat de families van Sandy Hook snel kunnen genieten van de kosmische grap die we van Infowars.com gaan maken”, schrijft bestuursvoorzitter Ben Collins. „The Onion is trots op zijn aankoop van Infowars en ziet uit naar de voortzetting van een rijke traditie: de bezoekers van de website bang maken met leugens tot ze hun koude, harde knaken aan ons geven. Of Bitcoin. We accepteren ook Bitcoin.”
Lees ook
Complotgekte teert op ergst denkbare verlies, toont ‘The Truth vs. Alex Jones’