„Opnieuw heeft ons land te maken met de gevolgen van klimaatverandering”, schreef de Roemeense president Klaus Iohannis zondag op Facebook. Roemenië had net als Oostenrijk, Tsjechië en Polen te kampen met het noodweer in Midden- en Oost-Europa. Door de storm, die de naam Boris heeft gekregen, zijn inmiddels zeven dodelijke slachtoffers gevallen.
Het extreme weer hangt samen met het warme water in de Middellandse Zee en de ‘Genua-laag’. Vanuit de Golf van Genua gaat een lagedrukgebied met veel neerslag en harde wind noordwaarts. Waterdamp uit de Middellandse Zee is zo in het midden van Europa terechtgekomen en zit nu tussen twee hoge drukgebieden in. Dit betekent „dat het lagedrukgebied nergens heen kan”, legde weerman Peter Kuipers Munneke uit bij de NOS. „Het ligt daar ingeklemd, ook nog eens tussen bergen, het blijft dus maar doorregenen.”
Warmste augustusmaand
Copernicus, het Europese bureau voor het monitoren van klimaatverandering, meldde vorige week dat afgelopen augustus de warmste augustusmaand ooit gemeten was: de temperatuur was wereldwijd gemiddeld 16,82 graden. Hoe hoger de temperatuur, hoe warmer oceanen en rivieren worden en hoe meer water daaruit verdampt. Dit heeft vaak hevigere regenval tot gevolg.
De publieke Europese meteorologische diensten gaven dit weekend via Meteoalarm in verschillende landen code rood af. Op de kaart die rondging is te zien dat bijna heel Tsjechië rood is gekleurd, net als delen van Oostenrijk. Neder-Oostenrijk is uitgeroepen tot rampgebied. Polen kampt met het noodweer aan de Tsjechische grens. Voor gebieden in Duitsland, rondom Passau en München, gaven meteorologen aan dat er verhoogd risico is op aanhoudende regen en „gevaar voor leven”.
Met de overstromingen van 1997 en 2002 nog in het geheugen waren de landen wel wat beter voorbereid – alleen Roemenië leek verrast door het noodweer. Niettemin zijn de gevolgen wederom enorm en vooralsnog onpeilbaar. In zowel Polen als Tsjechië is opgeroepen mee te werken met de hulpdienst om te evacueren, en niet mee te doen aan „overstromingstoerisme” (door te gaan zwemmen in het kolkende water). De burgemeester van het Tsjechische Opava, Tomáš Navrátil, stelde op de radio dat het noodweer erger is dan tijdens de laatste grote overstromingen in 1997.
Lees ook
Noodweer teistert Midden- en Oost-Europa: het natuurgeweld in beeld
In 1997 begon de overstroming in Tsjechië, waarna die zich uitbreidde naar Polen en Duitsland. Polen had toen nog niet eerder zo’n grote overstroming meegemaakt en doopte de natuurramp om tot de ‘Millenniumoverstroming’. Bij die ramp kwamen in totaal 114 mensen om, en werden ongeveer 195.000 mensen geëvacueerd.
Overstroomde dammen
In zowel Polen als Oostenrijk viel dit weekend al een eerste dodelijk slachtoffer, in Roemenië zijn dat er inmiddels vijf. De schade is daarnaast immens: op beelden is te zien hoe niet alleen mensen werden geëvacueerd, maar ook hoe huizen beschadigd waren, auto’s door straten dreven en bomen waren omgeknakt, omdat naast de regen en een overstromende rivieren ook veel sneeuw is gevallen. De Oostenrijkse bondskanselier Karl Nehammer constateerde op X dat het leed nog niet gelden is, integendeel: „de komende dagen zullen buitengewoon moeilijk zijn.” Er is weliswaar al veel regen gevallen, maar de rivieren hebben hun hoogtepunt nog niet bereikt. De zwaarst getroffen gebieden hebben te maken met een hoeveelheid neerslag die gelijk staat aan een derde van de jaarlijkse regenval. In Oostenrijk is net zo veel regen gevallen als normaal in de hele maand september.
De komende dagen zullen buitengewoon moeilijk zijn
In zowel Oostenrijk als Polen zijn er zorgen om de dammen. In Polen overstroomden twee dammen: zaterdag de 29 meter hoge Miedzygórze-dam, iets dat voor het laatst was gebeurd in 1997. De dag daarop ging het om de dam bij Stronie Śląskie. Bewoners in omliggende dorpen werden geëvacueerd. Het Poolse ministerie van Binnenlandse Zaken riep omwonenden op om met een vlaggensysteem te werken, aldus de Poolse nieuwssite Wirtualna Polska. Zo geeft een rode vlag – een rood shirt of stuk stof – aan de buitenkant van het huis de noodzaak tot medische hulp aan. In verschillende Poolse gebieden is het hoogste niveau van waarschuwing van kracht.
De Poolse premier Donald Tusk zei zondag tijdens een persconferentie dat er al zestienhonderd mensen waren geëvacueerd, maar dat er nog meer evacuaties volgen. Het district Klodzko, waar al zeker één persoon is verdronken, is inmiddels onbereikbaar. Huizen zijn verwoest en het water staat ter hoogte van de tweede verdieping van flats. Alleen de Poolse hulpdiensten kunnen de steden nog bereiken. Tusk kondigde ook alvast een noodfonds aan voor hulp bij de wederopbouw.
Overstromingscommissie
In Oostenrijk begaf een dam het bij Hadersdorf, in het tot rampgebied uitgeroepen Neder-Oostenrijk. Honderd huizen in de omgeving zijn ontruimd, terwijl het Oostenrijkse leger probeert de dam te herstellen.
Beide landen namen maatregelen na de overstromingen in 2002. Rondom de rivier Kamp, in het noordwesten van Wenen, zijn waterkeringen versterkt op basis van overstromingen die statistisch gezien maar eens in de honderd jaar voorkomen. Waar de Donau vorige week door extreme droogte buitengewoon laag stond – waardoor in Servië en Hongarije wrakken van Duitse oorlogsboten bloot kwamen te liggen – stijgt die nu tot acht meter hoog.
In Tsjechië waren voor de komst van storm Boris al zo’n vijftigduizend huishoudens geëvacueerd, meldt de BBC. Wel zitten er al meer dan zestigduizend huishoudens zonder stroom en werden er zondagmiddag drie mensen vermist. Al op vrijdag waarschuwde het Tsjechische ministerie van Milieu voor zware regenval. Inwoners werden opgeroepen „anti-overstromingsmaatregelen” te nemen en instructies van hulpdiensten op te volgen. Op foto’s en video’s is te zien dat onder meer huizen met zandzakken worden afgeschermd.
De Tsjechische premier Petr Fiala benadrukte in een videoboodschap op X dat mensen de situatie niet moesten onderschatten: „De situatie is werkelijk heel gevaarlijk.” Toch is er in Tsjechië ook veel gebeurd sinds de overstromingen in 1997 en 2002. Na 2002 werd er in dat land een ‘overstromingscommissie’ samengesteld. Die zorgde niet alleen voor scenario’s wat er moest gebeuren als er opnieuw noodweer zou uitbreken, maar ook voor de plaatsing van waterreservoirs die de doorstroming van de rivieren kon beïnvloeden en de plaatsing van waterkeringen in onder meer Praag om het historische centrum te beschermen.
Vít Rakušan, de Tjechische minister van Binnenlandse Zaken, benadrukte op radio Prague International dat er nu beter gereageerd kon worden, en ook zonder paniek te zaaien: „Vergeleken met de crisisjaren 1997 en 2002 zijn we nu veel beter voorbereid. Dit is te danken aan het vooruitdenken hoe we steden, gemeenten en districten kunnen beschermen. Er is veel geld geïnvesteerd om te anticiperen op overstromingen, en ook worden de meteorologische modellen beter geëvalueerd.”