Onbeschermd en bang voor de politie: in Zuid-Afrika zijn arbeidsmigranten vogelvrij

Een jaar geleden kwam de 29-jarige Matjiani Thabiso vanuit Lesotho naar Zuid-Afrika om in de bouw te werken. Hij was niet de enige. In dit deel van het land, in de provincie Gauteng rond Johannesburg en Pretoria, woont bijna een kwart van de arbeidsmigranten in Zuid-Afrika. Nieuwe appartementencomplexen en kantoren schieten hier uit de grond. En bouwbedrijven maken daarbij graag gebruik van goedkope arbeiders zonder papieren. „Moet je kijken”, zegt Thabiso, aan het werk op een bouwplaats in Pretoria. „Alle Zuid-Afrikanen dragen beschermende kleding en helmen. De buitenlanders hebben dat niet gekregen.”

De instorting van een luxe-appartementencomplex in aanbouw in de Zuid-Afrikaanse kuststad George, vorige week maandag, vestigde opnieuw de aandacht op de kwetsbaarheid en uitbuiting van arbeidsmigranten. De meeste van de 26 doden die onder het puin vandaan zijn gehaald – waarin zaterdag ook nog een overlevende werd aangetroffen – en van de 26 vermisten, zijn arbeidsmigranten uit buurlanden van Zuid-Afrika.

Rechten hebben die arbeidsmigranten nauwelijks, zegt Thabiso terwijl hij zijn kruiwagen vollaadt met bakstenen. Zij knappen het zware werk op en krijgen bijna geen tijd om te rusten. „Als ik klaag of als mijn baas vindt dat ik niet hard genoeg werk, dan geeft hij me een nog zwaardere opdracht. Mijn hele lichaam doet pijn, vooral mijn rug.” Hij bouwt in Pretoria aan een soortgelijk appartementencomplex als dat in George inzakte, met vier etages en een parkeerkelder. De autoriteiten inschakelen heeft volgens hem weinig zin. „Vaak vertellen mensen de politie dat wij buitenlanders zijn. Die komt dan ons huis doorzoeken. Mensen bedreigen me, maar ik kan er niets tegen doen want ik ben bang voor de politie.” De politie, zegt hij, „heeft een hekel aan buitenlanders”.

Het drama in George roept herinneringen op aan de grote flatbrand vorig jaar in Johannesburg. Daarbij vielen 77 doden, ook veelal arbeidsmigranten. De vervallen flat was gekraakt door criminelen die zich opwierpen als huurbaas. Tientallen overlevenden zijn na de brand opgepakt – om het land uitgezet te kunnen worden. Zuid-Afrika kampt met bijna 35 procent werkloosheid. Inwoners bestempelen arbeidsmigranten daardoor vaak als ‘baneninpikkers’. In regeringsstandpunten en in de campagnes voor de verkiezingen van 29 mei klinken anti-migratiesentimenten steeds meer door.

Minimumloon

Tijdens een bezoek aan de rampplek in George richtte minister van Arbeid, Thulas Nxesi, van het regerende ANC, zijn pijlen op malafide werkgevers. „We hebben onze bezorgdheid geuit over het feit dat sommige werkgevers de voorkeur geven aan buitenlanders omdat ze goedkope arbeidskrachten zijn”, zei hij. Nxesi heeft een onderzoek aangekondigd, toegespitst op de bescherming van werknemersrechten.

Maar volgens advocaat Mametlwe Sebei van de organisatie Lawyers for Human Rights schiet het toezicht door de overheid tekort. „Er zijn maar weinig inspecteurs, omdat de regering er niet in investeert. Bovendien is er wijdverbreide corruptie: inspecteurs en politie laten zich gemakkelijk omkopen door werkgevers die zich niet aan de regels houden.” Dat is een probleem, omdat werkgevers vooral buitenlandse arbeiders zonder werkvergunning of geldige verblijfsstatus slecht behandelen. Zij krijgen lage lonen, maken lange werkdagen en hebben met onveiligheid en gebrek aan juridische bescherming te maken. Zuid-Afrikaanse werknemers kunnen aanspraak maken op het door de machtige vakbonden bedongen minimumloon.

Naar de rechter of staken voor betere omstandigheden durven arbeidsmigranten niet, uit vrees hun baan te verliezen of vanwege de xenofobie, zegt ook Sebei. „Zij worden constant lastiggevallen en geïntimideerd, ook door de politie. Ze hebben geen vertrouwen meer in de instituties.”

Zuid-Afrika, de grootste en meest geïndustrialiseerde economie van het continent, is een magneet voor arbeidsmigranten. Volgens het nationale agentschap voor de statistiek, StatsSA, waren er in 2022 meer dan 2,4 miljoen migranten in Zuid-Afrika. Maar het is lastig om het precieze aantal vast te stellen. Bijna negen op de tien mensen komen uit de beduidend armere buurlanden Zimbabwe, Mozambique, Lesotho en het nabijgelegen Malawi. Hoewel migranten 3,9 procent van de totale bevolking uitmaken, vervullen ze 8,9 procent van het totaal aantal banen. De bouw, landbouw en huishoudelijk werk zijn sectoren waar veel ongedocumenteerde arbeidsmigranten werken.

Volgens Sebei is de omgang met de arbeidsmigranten een soort voortzetting van de machtsverhoudingen uit de apartheid. „De werkgevers konden de zwarte bevolking toen volledig controleren, maar sinds de invoering van de democratie is die veel beter beschermd. Doordat migranten hun recht niet kunnen halen, gebruiken werkgevers deze nu als goedkope arbeiders die volledig onder hun controle staan.”

Zuma

Dat blijkt ook uit het verhaal van Matjiani Thabiso. Hij verdient per dag 160 rand, vertelt hij. Dat is omgerekend zo’n 8 euro. Van dat schamele loon moet hij ook zijn vrouw en 4-jarig zoontje onderhouden. Die zijn nog in Lesotho. Het lukt hem net om rond te komen, maar als hij even geen werk heeft, komt hij meteen in geldnood. Omdat aannemers hem per bouwproject inhuren, komt het voor dat hij geen inkomsten heeft. „Als ik geen baan heb, kan ik geen voedsel kopen. Een tijdje geleden had ik drie weken geen werk, ik heb toen twee dagen lang niets gegeten.”

Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft in november een zogenoemd white paper over migratie gepubliceerd dat als raamwerk dient voor drastische wetswijzigingen die onder meer rechten van migranten verder inperken. De meeste politieke partijen willen de migratie terugdringen, zo blijkt uit de verkiezingsprogramma’s van onder andere regeringspartij ANC, en van uitdagers. De nieuwe MK-partij van oud-president Zuma zegt zelfs het leger te willen inzetten om migranten buiten de deur te houden en zo het land veilig te krijgen.

Toeschouwers kijken bij de reddingswerkzaamheden in de stad George op 8 mei na het instorten van een gebouw.
Foto Jerome Delay/AP

Nabestaanden van de slachtoffers in George zien het onderzoek van het ministerie van Arbeid daarom met wantrouwen tegemoet. Ook Mametlwe Sebei verwacht niet dat het onderzoek daadwerkelijk zal leiden tot een betere bescherming arbeidsmigranten. „Zolang de overheid het steeds lastiger maakt om een werk- of verblijfsvergunning te krijgen, kiezen meer en meer migranten ervoor om zonder papieren hier te komen werken. De uitbuiting zal hierdoor ook toenemen. Het is wachten op een volgend drama.”

Aanvulling (13 mei 2024): het dodental in George is in deze versie van het artikel geactualiseerd.


Lees ook
Zuma, de kwelgeest van het ANC, is terug: ‘We zijn niet te stoppen’

Oud-president Jacob Zuma bij de rechter, op 8 april. Die oordeelde een dag later dat  Zuma mag meedoen aan de aankomende verkiezingen.