De bezuiniging van 500 miljoen euro op de jeugdzorg is voor volgend jaar geschrapt. Dat blijkt uit de maandag gepresenteerde Voorjaarsnota. Een nieuw kabinet moet dan bedenken hoe die structurele bezuiniging in de jaren daarna moet worden opgevangen. Voorlopig houdt demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS, ChristenUnie) in de begroting vast aan invoering van een omstreden eigen bijdrage in 2026.
De kosten van de jeugdzorg stijgen al jaren fors. Het nu demissionaire kabinet-Rutte IV besloot daarom dat gemeenten maatregelen moeten nemen om de zorg in te perken en de komende jaren honderden miljoenen te besparen, oplopend tot ruim 1 miljard euro vanaf 2027. Afspraken daarover werden gemaakt in de zogenoemde Hervormingsagenda Jeugd. In het regeerakkoord bleek echter dat het kabinet per 2025 nóg eens structureel jaarlijks een half miljard wilde bezuinigen; 500 miljoen in 2025 en 2026, en 511 miljoen structureel vanaf 2027. Het was een haastig ingevulde besparing omdat aan het eind van de formatie bleek dat er te veel geld was uitgegeven en er nog geld gevonden moest worden. Die extra bezuiniging leidde tot woede bij de gemeenten, waarop Van Ooijen begin 2023 beloofde dat zijn ministerie dat voor zijn rekening zou nemen.
Eigen bijdrage
Maar hoe, is nog steeds onduidelijk. Vlak voor het begin van het begrotingsdebat in januari van dit jaar stuurde Van Ooijen een brief naar de Tweede Kamer met opties voor de invulling van de bezuiniging, onder meer een eigen bijdrage, het niet meer vergoeden van ernstige dyslexiezorg of stoppen met het leveren van zorg aan kinderen boven de 18 jaar. Vlak daarna noemde hij zijn eigen bezuinigingsvoorstellen in diverse media „draconisch” en „onverantwoord”. „Ik zou zeggen: doe het niet”, zei Van Ooijen bijvoorbeeld tegen de NOS. „Het raakt de meest kwetsbare kinderen in Nederland.” Vooral een eigen bijdrage is omstreden, dat zou ouders naar schatting honderden euro’s per jaar kosten.
Lees ook
Niemand wil eigenlijk nog bezuinigen op jeugdzorg
Het leidde tot een bijzonder debat in de Tweede Kamer. Een staatssecretaris die zijn eigen voorstellen niet wilde verdedigen. Van Ooijen die vond dat de vier formerende partijen PVV, NSC, VVD en BBB dat in hun onderhandelingen moeten oplossen omdat het ongepast zou zijn voor een demissionair kabinet dit soort structurele financiële keuzes te maken. En formerende partijen die vonden dat de huidige kabinetspartijen hun problemen niet over de schutting moesten gooien.
Tussenoplossing
Het demissionaire kabinet komt nu met een tussenoplossing. Voor 2025 gaat de bezuiniging niet door. Tegelijkertijd bereidt het kabinet een wetsvoorstel voor om alsnog een eigen bijdrage in te voeren, die in 2026 in zou moeten gaan. Dat voorstel komt in augustus naar de Kamer. Daarmee ligt de omstreden bezuiniging alsnog op het bordje van een nieuw kabinet. Bij de formerende partijen ligt een eigen bijdrage moeilijk. In de zomer van 2022 stemden PVV, BBB en Pieter Omtzigt (nog voor de oprichting van NSC) voor een motie van de Kamer om geen eigen bijdrage in te voeren.
Jeugdzorg Nederland stelt in een reactie op de eigen website dat een eigen bijdrage „ten koste gaat van de toegankelijkheid van Jeugdzorg. Het gaat hier om kwetsbare gezinnen en kinderen die het hardst hulp nodig hebben.”