Een medewerker van het presidium van de Tweede Kamer wordt vervolgd omdat zij vertrouwelijke informatie zou hebben gelekt naar de pers rondom het onderzoek naar voormalig Kamervoorzitter Khadija Arib. Het Openbaar Ministerie (OM) stelt woensdag dat de vrouw haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden en dus strafbaar is.
In september 2022 onthulde NRC dat het presidium een extern onderzoek liet instellen naar aanleiding van anonieme klachten over vermeend grensoverschrijding gedrag door Arib in haar tijd als Kamervoorzitter (2016-2021). In twee anonieme brieven met gedetailleerde klachten werd gesproken van „machtsmisbruik” en een „onveilige werkomgeving”. Klachten die werden bevestigd door de toenmalige ambtelijke leiding van de Tweede Kamer.
Arib, die het nieuws via NRC moest vernemen, trad kort daarna terug als PvdA-Kamerlid. Het presidium deed vervolgens aangifte van het lek. Uit het onderzoek dat de Rijksrecherche daarop instelde, zou blijken dat de betreffende medewerker voortijdig informatie zou hebben gelekt. De zaak wordt voorgelegd aan de rechtbank.
Tijdens het onderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden dat leden van de Tweede Kamer betrokken waren, aldus het OM.
In het feitenonderzoek werd een groot deel van de klachten uit de anonieme brieven overgenomen. Arib vecht de zaak in de rechtbank aan door te stellen dat het presidium niet bevoegd was een onderzoek in te stellen. Ze eist dat de rechter oordeelt dat het onderzoek onrechtmatig was. De uitspraak wordt begin volgend jaar verwacht.