Om surfers te beschermen wapent Réunion zich tegen de haai. ‘Pas op, u mag niet zwemmen!’

Het is drukkend warm in Saint-Leu, aan de westkust van Réunion, een Frans eiland in de Indische Oceaan. De hete zon brandt op je huid, op blote voeten lopen over het zwart-witte zandstrand doet pijn aan je voetzolen. Een stel ligt te zonnebaden, bij een cafeetje drinken mensen een apéro. De zee vormt zich tot perfecte surf- en zwembare golven. Toch ligt er niemand in het water. Als een man richting de kustlijn loopt, roept een meisje in een roze zwempak: „Pas op, u mag niet zwemmen!” Achter haar wappert een rode vlag.

Sinds cycloon Garence eind februari over Réunion raasde, is zwemmen en surfen rond bijna het hele eiland verboden omdat de kans op een haaienaanval groter is dan ooit. „Door de hevige regenbuien is aarde en ander materiaal in zee gekomen”, zegt directeur Willy Cail van haaiencentrum Centre Sécurité Requin (CSR). „Dat sediment trekt haaien aan: er zit voedsel tussen en door het troebele water kunnen ze zich verstoppen.”

In de weken na de cycloon ving het CSR 32 haaien – meer dan ooit – en nog steeds worden geregeld haaien gespot. Op het dagelijkse overzicht van veilige zwemplekken staat vaak één locatie groen gemarkeerd, terwijl het eiland tientallen kilometers strand telt.


Lees ook

Op Réunion worden de lampen gedoofd om jonge zeevogels een kans te geven

De Baraus stormvogels vliegen ieder jaar uit vanuit hun nesten in de vulkanische bergen van Réunion.Foto Romain Philippon

Haaiencrisis

Réunionnais nemen de waarschuwingen serieus: sinds de ‘haaiencrisis’ van 2011 tot 2019 weet iedereen dat de wateren rondom het eiland populair zijn onder stier- en tijgerhaaien. In die jaren zijn vijfentwintig mensen op Réunion aangevallen. Elf overleefden het niet, zeven anderen verloren een ledemaat. De meeste slachtoffers waren surfers of bodyboarders.

„Voor de crise requin hadden we ongeveer één aanval per jaar, dat was een risico dat we als surfers incalculeerden”, zegt surflerares en voormalig Europees kampioen longboard Coline Menard (37), die tien jaar op Réunion woonde en surfte. „Het gebeurde alleen als er echt slechte omstandigheden waren. Maar op het hoogtepunt van de haaiencrisis hadden we meerdere aanvallen per maand – ook op dagen dat de condities goed leken.” Meerdere kennissen, onder wie een jongen met wie Menard in een surfklasje zat, werden slachtoffer. „Het was heel heftig, sommigen zijn nooit teruggevonden.”

De zoreilles [creoolse term voor witte mensen] zijn eraan gewend altijd veilig toegang te hebben tot de zee

Willy Cail
directeur haaiencentrum

De aanvallen leidden tot kritiek op de autoriteiten, die te weinig zouden doen om surfers en zwemmers te beschermen. „Toen ik begon met surfen in het plaatsje Etang-Salé waren er nul maatregelen getroffen. We maakten zelf een risico-inschatting door niet de zee in te gaan als er stormen waren. Ik heb ook wel eens een shark shield uitgeprobeerd, waarmee je board stroomstoten geeft als er iets tegenaan komt.” In die periode sloten tal van surfscholen en vertrokken veel surfers. Menard verruilde Réunion voor Australië.

Surfers aan de kust van Réunion

Foto Sébastien Boué

Meer Fransen van continent

Een van de oorzaken van de haaienaanvallen was gebrekkige informatieuitwisseling, zegt Cail van het haaiencentrum. „Er was eeuwenlange ervaring met haaien, maar gemeenten waren verantwoordelijk voor hun eigen risico-management en overlegden niet goed met elkaar.” Ook speelde mee dat meer mensen het water ingingen dan vroeger. „Wij Réunionnais houden niet van water”, zegt Cail. „Wij weten door onze geschiedenis dat alles wat van de oceaan komt, ellende brengt: haaien, ziektes, slavernij.” Réunion was oorspronkelijk onbewoond en is vanaf de 17e eeuw bevolkt door Fransen en slaafgemaakte mensen en onderbetaalde arbeiders uit Afrika en Azië.

De afgelopen decennia zijn meer Fransen van het continent naar Réunion gekomen, die een andere mentaliteit hebben. „De zoreilles [creoolse term voor witte mensen] zijn eraan gewend altijd toegang te hebben tot de zee én in veiligheid te zijn – het zijn net verwende kinderen.” Menard herkent dit: „Inwoners van Réunion zijn niet op de oceaan gericht, terwijl wij, Fransen van het continent, willen genieten van de golven, de zee.”

Kaken van tijgerhaaien en stierhaaien in Réunion.

Foto Sébastien Boué

Haaiencentrum CSR onstond in 2016. „We overleggen met landen waar veel haaien voorkomen, zoals Zuid-Afrika, de Verenigde Staten en Australië en hebben een reductiestrategie uitgerold ”, zegt Cail. De afgelopen jaren zijn netten geplaatst en houden ‘beveiligers’ vanaf jetski’s de zee in de gaten – je ziet ze geregeld voorbij stuiteren. Ook worden vissers betaald om haaien te vangen die te dicht bij de kust zwemmen – tot onvrede van dierenrechtenorganisaties. En de CSR doet veel aan preventie, onder meer door dagelijks te communiceren over waar je veilig kunt zwemmen en surfen. Met succes: sinds 2019 vond er geen haaienaanval meer plaats.


Lees ook

Spitsuur in de golven: ‘De tijd dat je met een handvol surfers in het water lag is voorbij’

Het aantal golfsurfers neemt toe, zoals hier aan de kust van Scheveningen.  „Toch gaat iedereen met een glimlach het water in.”

Minder vrij

Het betekent ook dat er minder gezwommen en gesurft wordt. Dat is lastig, zegt Menard: „Réunion is ideaal voor surfen want er is geen winter, je hoeft geen wetsuit aan en de golven zijn geweldig. Maar nu kun je soms niet anders dan vanaf de kant naar de golven kijken.”

Cail wil nog meer stappen zetten. „We willen meer haaien volgen om hun gedrag te begrijpen. En we willen een systeem zoals op skipistes, waarbij we de zee indelen in beschermde zones waar je helemaal veilig bent en ‘zwarte pistes’ waar meer risico’s zijn. En je kúnt off piste gaan, maar dan kun je helemaal geen bescherming verwachten.” Menard: „Ik zie dat mensen die nog op Réunion wonen weer surfen, dat ze zich veilig voelen. Maar ze hebben niet meer de vrijheid die wij vroeger hadden.”

Aan het einde van de broeiende dag komen twee oudere vrouwen in badpak aan op het strand in Saint-Leu. Ze werpen een blik op de rode vlag. „Merde”, zegt een. Ze wisselen een blik uit en gaan rechtsomkeert. De zo aantrekkelijke maar ook gevaarlijke zee laten ze achter zich.