Een bestuurder van een beursgenoteerde bank vervolgen, dat is voor het Openbaar Ministerie (OM) geen alledaagse kost. En dus is het logisch dat het strafrechtelijk onderzoek naar voormalig ING-topman Ralph Hamers behoorlijk wat tijd in beslag neemt. Maar vóór het einde van dit jaar neemt het OM een definitief besluit over de vervolging van Hamers, beloofde de landsadvocaat vrijdag tijdens een kort geding bij de rechtbank in Den Haag.
Daarmee neemt het strafrechtelijk onderzoek naar de voormalige ING-topman, met de codenaam Eastwood, precies vier jaar in beslag. Het OM kreeg in december 2020 van het gerechtshof in Den Haag de opdracht Hamers als „feitelijk leidinggevende” te vervolgen, nadat de bank een schikking van 775 miljoen euro had getroffen wegens een nalatig antiwitwasbeleid. Criminelen hadden volgens justitie jarenlang „nagenoeg ongestoord” geld kunnen witwassen via rekeningen bij ING.
„Het hof was zich er in december 2020 van bewust dat het onderzoek [naar de betrokkenheid van Hamers] tijdrovend zou zijn. Ook het OM meent dat het onderzoek lange tijd in beslag neemt”, zei landsadvocaat Marianne Hirsch Ballin tijdens de zitting.
Het kort geding werd aangespannen door financieel activist Pieter Lakeman, die meent dat het OM te lang talmt met het nemen van een besluit over de eventuele vervolging van Hamers. „Er had allang een dagvaarding moeten liggen”, zei hij daags voor de zitting al tegen NRC. Lakeman wil dat de rechter het OM dwingt om vóór 1 november, of in elk geval zo snel mogelijk, een besluit te nemen over de vervolging – liefst door het versturen van een dagvaarding aan de voormalige ING-baas.
„Het bevel van het hof laat geen andere ruimte dan Hamers te dagvaarden”, betoogde Lakemans advocaat Kerem Canatan tijdens de zitting. Hij wees erop dat het gerechtshof het in 2020 „nodig” vond om Hamers te vervolgen, mede omdat de voormalige ING-bestuurder geen publieke verantwoording had afgelegd. In de beschikking noemde het hof het destijds „van belang dat in een openbaar strafproces de norm wordt bevestigd dat ook bestuurders van een bank niet vrijuit gaan als zij feitelijke leiding hebben gegeven aan ernstige verboden gedragingen.”
Volgens Lakeman en zijn advocaat is er bovendien haast bij de vervolging, omdat een deel van de strafbare feiten dreigt te verjaren. „Elke dag vertraging zorgt ervoor dat een groter deel van de feiten verjaart. Eind 2028 is het gehele feitencomplex verjaard. Daarom moet de zaak zo spoedig mogelijk op zitting worden gebracht,” zei Canatan. „Het OM laat gebeuren dat Hamers straks vrijuit gaat door getalm.”
Het OM onderzoekt mogelijke betrokkenheid van Hamers bij ‘schuldwitwassen’ en overtredingen van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Simpel gezegd bekijkt het OM of Hamers zich als bestuurder bewust was van het tekortschietende witwasbeleid binnen zijn bank, en of hij aantoonbaar naliet er iets tegen te doen.
Eenzijdige beeldvorming
Ralph Hamers, die tussen 2020 en 2023 topman was bij de Zwitserse bank UBS, heeft zich als belanghebbende in het kort geding gevoegd, bleek tijdens de zitting. De voormalige ING-bestuurder was zelf niet aanwezig, zijn advocaat Daan Doorenbos wel. Die betoogde dat Hamers na de schikking van ING in 2018 te maken kreeg met „eenzijdige beeldvorming”. Omdat de zaak nooit voor een strafrechter kwam, zijn er volgens Doorenbos strikt genomen nooit strafbare feiten vastgesteld. Dat het OM in de schikking destijds sprak van „jarenlange en structurele overtreding van de Wwft”, omschreef Doorenbos als „meningen van het OM”.
Hamers heeft bij het OM aangedrongen op een zeer uitvoerig onderzoek naar zijn betrokkenheid, bleek tijdens de zitting. „Vanaf de werkvloer tot aan de top,” zei Doorenbos. „Welke overtredingen zijn er gepleegd, wie waren erbij betrokken?” Volgens hem was een langdurig strafrechtelijk onderzoek het enige logische gevolg, aangezien ING tienduizenden medewerkers heeft en in veertig landen actief is.
De advocaten van Hamers verzochten justitie ook om tijdens het onderzoek meer dan honderd getuigen te verhoren. Die wens werd slechts deels ingewilligd. De afgelopen tijd werden 23 getuigen gehoord, onder wie Hamers zelf.
Tijdens zijn betoog liep Doorenbos vooruit op de uitkomsten van het nog lopende strafrechtelijk onderzoek: volgens hem is er „geen bewijs” gevonden tegen Hamers. „Er ligt inmiddels een omvangrijk dossier. Dat bevat veel informatie over de taken die Hamers had, en welke hij niet had. Iedere getuige heeft ontlastend over hem verklaard.”
Doorenbos: „Een dagvaarding zou leiden tot een soort showproces met maar één uitkomst: vrijspraak. Daar is niemand mee gediend.”
De landsadvocaat ging hier tijdens de zitting niet op in, maar merkte wel op dat een zogeheten ‘bewilligingsverzoek’ ook nog tot de mogelijke uitkomsten behoort. Bij zo’n verzoek concludeert het OM dat er geen strafrechtelijke basis is om iemand te vervolgen en vraagt het gerechtshof om de vervolging te mogen staken.
Pieter Lakeman zei de indruk te hebben dat het OM „aan de leiband” van Hamers loopt. Hij verdenkt Hamers’ advocaten van het optuigen van een „gigantisch vertragingscircus, dat door het OM gedoogd wordt. Voor zover ik weet is dat nooit eerder gebeurd bij iemand die verdacht wordt van serieuze criminele feiten.”
De voorzieningenrechter besluit binnen drie weken op Lakemans verzoek om het OM zo snel mogelijk tot vervolging te dwingen.