OM en Rijksrecherche: Nederlandse wet voor vervolging van corruptie schiet tekort

De Nederlandse wet is ontoereikend om corruptie te vervolgen, vinden het Openbaar Ministerie en de Rijksrecherche. Nederland is het enige Europese land waar zogeheten ‘handel in invloed’ – corruptie zonder directe tegenprestatie – niet strafbaar is. Een strafrechtelijk onderzoek naar mogelijke omkoping van oud-Eurocommissaris Neelie Kroes door taxiplatform Uber liep hierdoor afgelopen december spaak. Dit onderzoek is aanleiding voor het OM en de Rijksrecherche voor een signaal aan het ministerie van Justitie met het verzoek de wet aan te scherpen. Dit blijkt uit onderzoek van NRC in samenwerking met Trouw, Het Financieele Dagblad en Platform Investico.

Nu nog is omkoping alleen strafbaar als een ambtenaar een duidelijke tegenprestatie levert in ruil voor een gift. Die beperking vormde een struikelblok in de zaak-Kroes: na een jaar onderzoek besloot het Openbaar Ministerie Kroes eind vorig jaar niet te vervolgen omdat er onvoldoende bewijs is dat „in ruil voor een gift tegenprestaties zijn geleverd”, aldus een woordvoerder. Kroes en Uber zeggen in een reactie niet op de hoogte te zijn geweest van het onderzoek en beantwoorden verder geen vragen.

Tasten in het duister

Al in 2008 schreef het VN-anticorruptieverdrag voor dat behalve omkoping ook handel in invloed strafbaar moet worden gesteld om corruptie effectief te kunnen bestrijden. Nederland heeft dit als enige Europese land niet gedaan. Ook het anti-corruptieverdrag van de Raad van Europa verbiedt handel in invloed. Nederland ratificeerde dit verdrag in 2002 wel, met uitzondering van het artikel over handel in invloed.

Het Nederlandse ministerie van justitie vindt het overbodig om handel in invloed expliciet strafbaar te stellen, omdat dit ook onder de huidige wet vervolgd zou kunnen worden. Maar dit gebeurt zelden en „al deze zaken sneuvelen bij de rechter”, zegt lector weerbare democratie Willeke Slingerland.

Volgens meerdere bronnen is vervolging nog moeilijker geworden sinds de strafzaak tegen de Haagse oud-wethouder Richard de Mos. De Mos werd tot tweemaal toe vrijgesproken van corruptie omdat volgens de rechter niet bewezen is dat hij een tegenprestatie leverde voor de giften die zijn politieke partij kreeg van vijf Haagse ondernemers. In die zaak vond het OM dat de rechtbank „een te beperkte en onjuiste uitleg geeft” aan het verbod op omkoping.

Volgens lector Slingerland „tasten we sinds die uitspraak in het duister” over wanneer corruptie strafbaar is. Ook voor opsporingsdiensten is het sindsdien „nog meer zoeken naar mandaat” in corruptieonderzoeken, zegt Slingerland. „De rechter eiste in de zaak-De Mos bewijs van een tastbare, directe tegenprestatie en kwade opzet. Dat is een klassieke benadering van corruptie, maar in de praktijk worden giften zelden direct verzilverd. Het gaat veel meer om het kluwen aan loyaliteiten en voorkeursbehandelingen binnen het netwerk op lange termijn.”

Het ministerie zegt het signaal van het OM en de Rijksrecherche met hen te zullen bespreken, maar zegt „zeer terughoudend” te zijn om op basis van één zaak de wetgeving aan te passen.

Handel in invloed

De jurisprudentie in de zaak van De Mos vormde een juridisch struikelblok in het onderzoek naar Kroes, zeggen meerdere bronnen. Dat onderzoek focuste op haar rol als zogeheten ‘speciaal gezant’ voor de StartupDelta, een overheidsinitiatief om beginnende ondernemers te ondersteunen. In die overheidsrol lobbyde Kroes voor Uber, bleek uit onderzoek naar interne bedrijfsdocumenten. Die ‘Uber Files’, waar het internationaal journalistenconsortium ICIJ in 2022 over publiceerde, waren voor de Rijksrecherche aanleiding om Kroes te onderzoeken.

Neelie Kroes was tot eind 2014 Eurocommissaris voor digitale zaken en vroeg herhaaldelijk toestemming bij de Europese Commissie om na haar aftreden als lobbyist bij Uber aan de slag te gaan. Die verzoeken werden tweemaal afgewezen vanwege de risico’s op belangenverstrengeling. Kroes werd vervolgens kort na haar aftreden als Eurocommissaris ‘speciaal gezant’ voor de StartupDelta.

In die periode belde Kroes namens Uber met politici en hoge ambtenaren in Den Haag toen de Inspectie Leefomgeving en Transport een strafrechtelijk onderzoek deed naar het taxiplatform. Kroes probeerde informele afspraken op te zetten tussen Uber en toenmalig minister van Economische Zaken Henk Kamp. Ook stuurde ze appjes aan premier en VVD-partijgenoot Mark Rutte die gedicteerd waren door een van Ubers hoofdlobbyisten.


Lees ook

Ik ben gebruikt en misbruikt door Uber

‘Ik ben gebruikt  en misbruikt door Uber’

Kroes heeft altijd volgehouden dat dit lobbywerk onderdeel was van haar werk voor de StartupDelta. Oud-minister Kamp weersprak dit in 2022 tegenover journalisten – volgens Kamp paste het lobbywerk niet in haar rol als ‘speciaal gezant’. In mei 2016 – direct na de afkoelperiode van de Europese Commissie – trad Kroes toe tot de adviesraad van Uber, een functie waarvoor ze twee ton per jaar betaald kreeg.

Neelie Kroes, speciaal gezant van StartupDelta, bezocht in 2016 samen met – toen nog – premier Mark Rutte diverse grote technologiebedrijven, startende ondernemingen en kennisinstellingen in en rond Silicon Valley, waaronder Uber (op de foto ceo Travis Kalanick).
Foto Jerry Lampen / ANP

Lector Slingerland ziet in de zaak-Kroes elementen van handel in invloed, onder meer omdat Kroes een goedbetaalde positie bij Uber kreeg nadat ze voor het bedrijf had gelobbyd. „Maar handel in invloedrijke posities is in Nederland moeilijk te vervolgen, er moet altijd sprake zijn van een directe quid pro quo [voor wat, hoort wat]. Ik snap de voorzichtigheid om deze zaak te vervolgen.”

Aardige vent

Handel in invloed speelde ook in eerdere corruptiekwesties een rol. In 2016, in de strafzaak tegen oud-wethouder van Roermond Jos van Rey, oordeelde de rechter nog dat er geen direct verband hoeft te zijn tussen de gift en een concrete tegenprestatie. „Sterker nog, ook als er (nog) geen of in het geheel geen tegenprestatie door de ambtenaar is geleverd, kan er sprake zijn van passieve ambtelijke corruptie”, oordeelde de rechter. Volgens de rechtbank ging het erom „dat de ambtenaar op zijn klompen kon aanvoelen dat de giften hem niet (alleen) werden gedaan omdat men hem zo’n aardige vent vond, maar tevens omdat het de gever een voordeel kon opleveren op enig moment”.

Belangrijk verschil met de zaak-De Mos is dat Van Rey giften vroeg van enkele projectontwikkelaars op het moment dat de gemeente verschillende vastgoedprojecten ontwikkelde. De straf – één jaar voorwaardelijke gevangenisstraf en een verbod van twee jaar op het uitoefenen van bestuursfuncties – was relatief mild, mede omdat Van Rey geen concrete tegenprestaties had geleverd.

Ook in de mondkapjesdeal speelde handel in invloed een rol. In die zaak gunden minister Hugo de Jonge en staatssecretaris Martin van Rijn de deal aan de Hulptroepenalliantie van Sywert van Lienden. Volgens lector Slingerland was er ook in die zaak sprake van handel in invloed, omdat Van Lienden de deal mede kreeg vanwege zijn connecties en omdat het ministerie zijn kritiek op het kabinetsbeleid wilde stoppen. Het OM vervolgt Van Lienden en zijn zakenpartners voor onder meer oplichting, maar niet voor handel in invloed.

Op dit moment vinden de laatste onderhandelingen plaats voor een nieuwe Europese anti-corruptierichtlijn waarin handel in invloed waarschijnlijk strafbaar wordt gesteld. Nederland zal afhankelijk van het eindresultaat bekijken of de Nederlandse wet moet worden gewijzigd, laat het ministerie van Justitie weten.

Reageren? [email protected]


Lees ook

Van Kroes tot Macron: dit staat er in de Uber Files

Uber is een Amerikaans bedrijf dat goedkoop taxiritten aanbiedt, die in veel landen ook worden uitgevoerd door mensen zonder taxivergunning.