De Brit Brian Eno, 75 jaar, is zanger, producer, uitvinder en inspirator van neologismen als Enovation, Enoesque en Enossificatie. De zelfverklaarde dilettant – hij kan geen enkel instrument spelen – stond al die tijd vooraan in de muzikale arena. En altijd, al vijftig jaar, zoekt hij naar nieuwe muziek, nieuwe techniek en nieuwe mogelijkheden.
In die halve eeuw maakte hij solo-albums, zat in een band (Roxy Music), zong hij in een gospelkoor, produceerde (David Bowie, Coldplay, Sinead O’Connor) ontwerpt muzikale software, maakt soundtracks (zoals van de serie Top Dog) en muzikale kunstinstallaties.
Hij heeft naar eigen zeggen twee levenslange passies: muzikaal experimenteren en flirten. Bij beide is het de vraag hoever je kunt gaan. Voor het flirten had hij een eigen techniek ontwikkeld, geleund tegen een parkeermeter kijken naar vrouwen, totdat er een reageert.
In zijn muzikale experiment is hij vernieuwend, maar niet te radiaal. Ook hier wil hij graag positieve reacties van het publiek.
Bij alles wat hij heeft gedaan, was er een hiaat: een eigen tournee. Maar nu, 50 jaar na zijn laatste optreden met Roxy Music, doet Eno zijn eerste solo-tour, met optredens in vijf Europese steden. Zaterdag is hij te zien in TivoliVredenburg, Utrecht.
Eno is zuinig op zijn tijd. Hij staat om drie uur ’s ochtends op om naar de studio te gaan, tijdens interviews doet hij tegelijk opdrukoefeningen om geen tijd te verspillen.
Het hier en nu is het enige dat telt. Het verleden vindt hij „saai”.
Niet voor niets noemde hij een album (gemaakt met David Byrne), Everything That Happens Will Happen Today (2008).
Als alles binnen één dag zou gebeuren, werd hij geboren om 00.00 uur en is het, als donderdagavond in Parijs zijn concert begint, ongeveer 23.58 uur. Hij werd lid van Roxy Music om 8.13 uur, en hij bedacht de ambientstroming rond 9.50 uur.
19.20 uur. De mentor
Eno was voor veel jongere muzikanten een inspirator, bijvoorbeeld voor Sinead O’Connor, voor Bono en voor zijn destijds zestienjarige buurjongen, Fred Gibson. Fred begon mee te zingen in Eno’s gospelkoor en tussendoor praatten ze over opnametechniek en synthesizers. Fred werd later producer van Britse muzikanten als Ed Sheeran en FKA Twigs. Eno was de eerste die Freds mogelijkheden zag als zelfstandig muzikant (‘I could see he was brilliant”) en moedigde hem aan om eigen nummers uit te brengen.
Onder de naam Fred Again.. is de nu 30-jarige Fred Gibson inmiddels een wereldster die het publiek op raveparties tot extase brengt en headliner op vele festivals, dankzij zijn aangename mix van pop en dance.
Ondertussen werd Fred op zijn beurt een mentor voor Eno. Hij liet hem kennis maken met nieuwe stijlen en nummers. Samen maakten ze dit jaar het album Secret Life, waarop Fred zich naar zijn leermeester buigt in meditatieve tracks, zoals het hypnotiserende ‘Cmon’, waarvoor ze zangstemmen opknipten tot desoriënterend gestuiter.
4.03 uur. Elvis zingt
In de jaren vijftig hoort Eno het nummer ‘Heartbreak Hotel’ van Elvis Presley op de radio. De tienjarige hoort meteen dat de aantrekkingskracht van Elvis’ zang door twee factoren wordt bepaald: de stem èn de manier waarop de klank daarvan was gemanipuleerd. Opgenomen muziek wordt altijd mede bepaald door opnametechniek. Hij onderscheidde de effecten die producer Sam Phillips had toegepast, zoals tape delay en reverb, waardoor Elvis’ stem een extra laag wellust en romigheid kreeg.
Dit inzicht heeft Eno een leven lang gemotiveerd, en leidde tot een voortdurende zoektocht naar de juiste klank, door bijvoorbeeld vergissingen en ‘fouten’ te omarmen. Het kan waardevol zijn om een opname op halve snelheid te draaien, of achterstevoren te gebruiken.
Als tiener verzamelde hij zo’n dertig taperecorders die hij ombouwde, zodat de pitch sneller of langzamer werd. Zijn eerste geluidsregistratie was van het tikken van een pen op een lampenkap. Hij combineerde opnamen op verschillende snelheden. De wazige galm die het opleverde, zou hij later als zijn handelsmerk omschrijven.
8.13 uur. Ster in struisvogelveren
Via vrienden op de kunstacademie sloot Eno zich in 1971 aan bij de Londense band Roxy Music, waar hij de destijds ongewone instrumenten ‘synths en tapes’ speelde. De muziek was bewerkelijk en exuberant, de mannelijke groepsleden, waaronder zanger Bryan Ferry, waren in dit glamrocktijdperk gekleed in struisvogelveren, platformlaarzen en glitter topjes.
Hun muziek, in nummers als ‘Re-Make/Re-Model’ en ‘The Bogus Man’, stond bekend als ‘art rock’, maar het was Eno niet arty genoeg. In 1972 stapte hij uit de band om een solo-carrière te beginnen.
10.00 uur. Doe de afwas
Eind jaren zeventig stonden opnamestudio’s bekend als intimiderend. De geluidstechnici droegen witte lab-jassen, de stemming was gewijd en de uurprijs gepeperd. Om ook in deze omstandigheden onverschrokken te zijn – volgens Eno een voorwaarde voor musiceren – bedacht hij samen met kunstenaar Peter Schmidt de ‘Oblique Strategies’, een serie van meer dan honderd kaarten met zelfbedachte instructies, bedoeld om te ontregelen, los te schudden of van richting te veranderen.
Eno gaf ze juist aan succesvolle muzikanten die steeds dezelfde paden bewandelden. Op de kaarten stonden aanwijzingen als ‘speel piano met één vinger’, ‘gebruik een oud idee’, ‘doe de afwas’ of ‘doe niet je best’.
‘Verander de volgorde’ zou Eno zelf ter harte nemen toen hij een keer de muziek van Laurie Anderson mixte, en besloot haar stem op de voorgrond te plaatsen, en niet de ritmesectie, zoals gebruikelijk was. Alle muzikanten met wie Eno als producer samenwerkte, kregen de kaarten in handen: David Bowie, Coldplay, U2.
De Oblique Strategies zijn te koop (inmiddels ook als app) en worden nog steeds gebruikt. Zo vertelde muzikant Sufjan Stevens dat hij er, tijdens het opnemen van zijn laatste album, zijn routines en vastgeroeste ideeën mee had afgeschud.
9.50 uur. Vliegangst
In 1978 maakte Eno het album Music For Airports, oftewel Ambient 1. Er zouden nog drie delen volgen, en Eno lanceerde hiermee een eigen genre: ‘ambient’, ofwel omgevingsmuziek, bedoeld voor de openbare ruimte. Hij had zelf behoefte aan geruststellende muziek op een vliegveld, voortkomend uit zijn vliegangst.
‘Ambient’, bedacht hij, zou zowel onderhoudend als bescheiden zijn, het moest kalmeren en een gevoel van ruimte geven. De nummers duurden soms twintig minuten, en de pop-structuur was afwezig. Op een zacht ‘atmosferische’ bedding van tape-loops, vlijde hij ijle piano-klanken die werden herhaald, met hier en daar wat meditatief stemgebrom.
Zijn muziek kreeg in de jaren zeventig niet veel respons, maar werd in het house-tijdperk van de jaren negentig alsnog een groot succes. Ter afwisseling van housebeats wilden muzikanten als The Orb en Aphex Twins ontspanning bieden met hun eigen versie van ambient, zodat het publiek kon bijkomen in wat ‘chill-out’-ruimtes genoemd werden – en ook die waren al ooit door Eno bedacht, al noemde hij het ‘quiet clubs’.
Inmiddels is ambient een gevestigde stroming, met vertakkingen als ambient pop, ambient dub, dark ambient en acht uur durende soundscapes, te horen op YouTube. En tegen vliegangst bleek het inzetbaar: Eno’s muziek werd inderdaad op verschillende vliegvelden afgespeeld.
9.40 en 13.05 uur. David Bowie
Op dit moment geeft U2 een reeks concerten in Las Vegas, in een spectaculair nieuw gebouw, The Sphere. Ze spelen integraal het album Achtung Baby, uit 1991. Eno produceerde dit album, dat gerekend wordt tot U2’s beste werk. Het was Eno die geluiden en effecten toevoegde die rockband U2 tot dan toe niet gebruikte. Zo overtuigde hij drummer Larry Mullen dat een knisperende onderstroom van elektronische beats welkom kon zijn.
Als producer – van bijvoorbeeld David Bowie, Talking Heads, Fred Again.., Coldplay, Paul Simon – slaagt hij er vaak in om artistieke allure te geven aan de pop-ster, en ster-kwaliteit aan experimentelere bands.
Zo groeide Talking Heads van rafelige new wave-band uit tot internationaal funk-succes, nadat Eno de groep liet kennismaken met de muziek van de Nigeriaanse Fela Kuti, die invloed zou hebben op albums als Fear Of Music en Remain In Light.
Met Bowie had hij een lange werkrelatie. Voor Low (1977) stelde hij het gebruik van synthesizers voor, voor een ‘dromerig effect’, dat Bowie omarmde.
Soms was er onenigheid. Terwijl Eno eindeloos zorgvuldig de ‘sonische’ plaatsing van de overdubs van gitaartracks en zijn eigen synthpartijen afwoog, dachten Bowie en mede-producer Tony Visconti dat hij zat te niksen. Uiteindelijk waren ze heel tevreden, bijvoorbeeld over het ongewoon lange intro van ‘Sound and Vision’ met de door Eno gezongen ‘doo-doo’-klanken.
De laatste keer dat Bowie en Eno samenwerkten was aan 1.Outside (1995), een duistere vertelling over een cyberpunk-detective, ondersteund door industriële rock, electronica en ambient. Met zwanenzang Blackstar behoort het tot de meest gewaardeerde albums van Bowies meest recente oeuvre.
23.58 uur. La Seine Musicale
En dan staat hij deze donderdagavond op het podium van La Seine Musicale, in Parijs, voor het derde concert van zijn Europese tournee.
Net als komende zaterdag in Utrecht zal hij hier The Ship (2016) uitvoeren, zijn zesentwintigste studio-album. The Ship is een atmosferische compositie, uitgevoerd door het Baltic Sea Philharmonisch-orkest, samen met enkele acteurs en vocalisten. Eno zingt zelf ook.
Ondertussen zal hij misschien denken aan de situatie in de wereld. Al zijn leven lang toont Eno zich betrokken en activistisch. Sinds de jaren negentig is hij supporter van de organisatie War Child, dat kinderen in oorlogsgebieden, zoals destijds Bosnië, probeert te helpen met onder meer muziek. Hij doet mee aan demonstraties tegen oorlog, zoals recentelijk die in Afghanistan, Syrië en Oekraïne. Ten tijde van het songfestival in Israël, in 2019, sprak hij zich uit over de situatie en mensenrechten van Palestijnen.
De sfeer van de muziek van The Ship is, aldus Eno, geladen. Hij maakte het album vanuit een gevoel van bezorgdheid over oorlogsdreiging. Voor de live-uitvoering wilde hij werken met nieuw talent, voor nieuwe inspiratie en daarom koos hij koos het Baltic Sea-orkest, een enthousiast gezelschap van jonge muzikanten.
Brian Eno & Baltic Sea Philharmonic. 28/10 TivoliVredenburg, Utrecht.