Olivia Rodrigo bewandelt in Amsterdam knap het pad tussen rock en pop – aaaaaaaah!

Dat Olivia Rodrigo hard op weg is een ster te worden, werd donderdagavond wel heel duidelijk. Halverwege haar eerste van twee concerten in de Ziggo Dome gaan de lichten uit, zakken er tientallen sterren naar beneden en een flinke, halve maan. Daar gaat de net 21-jarige Californische op zitten en dan gebeurt het: ze beweegt langzaam in een boog pal over het publiek, lang genoeg voor twee songs. Ook de fans die een beetje achteraan stonden konden haar nu ineens bijna aanraken.

Subtiel spectaculair was het. Geen vuurballen, confettikanonnen of acrobatiek, en toch een moment dat je niet snel vergeet. Op haar eigen manier hield Rodrigo het sprankelend en energiek. „When am I gonna stop being great for my age, and just start being good?” zong ze in ‘Teenage Dream’. Nou Rodrigo, maak je geen zorgen. Er zijn een boel grotere en ervarenere artiesten in deze arena langsgekomen die veel mindere shows gaven.

Pas in 2021 kwam ze – zeventien jaar oud – op één binnen in de VS, met hartebreekliedje ‘Drivers License’ (hier meegezongen alsof je het op de daadwerkelijke maan moest kunnen horen). Twee albums (Sour (2021) en Guts (2023) en drie Grammy’s volgden. Ze speelde in 2022 haar eerste Nederlandse show in de Afas Live en blijkt inmiddels in die veel grotere Ziggo Dome thuis te zijn. „This is going to be so much fucking fun!”

Het was op bepaalde manier een typische tienershow. Veel kids, heel veel gillen. Het grote scherm gaat aan. Kids: aaaaaaaah! Ze steekt een hand op: aaaaaaaah! Ze kijkt naar het publiek op de tribune: aaaaaaaah! Ze lacht: aaaaaaaah!. Olivia Rodrigo bestaat: aaaaaaaah! En daarnaast is er nog het meezingen. Heel. Hard. Meezingen. Gillen, eigenlijk.

Pakje stroopwafels

Maar de voormalige Disney-actrice leunde niet achterover in de rol van tieneridool. Haar concert hield het midden tussen een rock- en popavond, zonder dat het een verwaterd rockconcert werd of een al te gestileerde popshow. De rock kwam van de zevenkoppige (volledig vrouwelijke) liveband: zelfs het rondzingen aan het begin van de show had iets prettigs, want echts. Hier gingen versterkers aan, werd aan volumeknoppen gedraaid en stapten voeten op pedalen (aaaaaaaah!). Zeker aan het eind, met ‘Brutal’ en ‘Obsessed’, toen haar gitaristen naar voren kwamen en het scherm in vlammen leek op te gaan, stond je even bij een bona fide rockband. En tegelijk was het zoet, kwamen de ballads met Rodrigo solo achter de vleugel aan en waren de nummers waarbij een groep dansers over de catwalk paradeerde, pure pop. Precies die middenweg bewandelen, da’s ook knap.

Dit leek in niets op de zoveelste show van een uitputtende tour. Ze nam alle tijd om een pakje stroopwafels aan te nemen, een vriendschapsarmbandje van iemand om te doen en wat mensen aan te spreken. „Matching boa’s? You guys are adorable! Oh don’t cry, this is so sweet!” Niks nieuws misschien, maar het werkt als je het oprecht doet. En dan zegt ze ook nog in haar beste Nederlands ‘Dankjewel!’ Aaaaaaah!