Oleg Orlov kwam vrij door een gevangenenruil. ‘Een ongelofelijk gevoel. Maar mijn medegevangenen zitten permanent in mijn hoofd’

Sinds Oleg Orlov in Berlijn woont heeft hij altijd Zeitnot, zoals Russische schakers die geen tijd hebben om over de volgende zet na te denken. „Vierentwintig uur in een etmaal is niet genoeg, het zouden er minstens zesendertig moeten zijn”, zegt de mensenrechtenactivist, nadat hij nog snel een telefoontje heeft afgerond en de kamer is uitgelopen om een collega te spreken. „U ziet, ik ren rond als een eekhoorntje in een tredmolen.”

In februari van dit jaar werd Orlov veroordeeld tot twee jaar en zes maanden wegens het in diskrediet brengen van de Russische strijdkrachten. In de maanden voorafgaand aan dat vonnis had hij zich mentaal voorbereid op de jaren die hij in een strafkamp zou moeten doorbrengen. Net als zijn vele collega’s en vrienden die afgelopen jaren door Poetins regime werden opgesloten. Maar het liep anders. In plaats van bevelen op te volgen van treiterende Russische bewakers, loopt de 71-jarige Orlov nu vrij rond in Berlijn en klaagt, met enige zelfspot, over Zeitnot. Hij spreekt NRC in een wat kil aandoend kantoorpand in het centrum van Berlijn. Memorial, de Russische mensenrechtenorganisatie waar hij de oprichter van is, heeft daar onderdak gevonden. Een dag eerder demonstreerde hij samen met oppositieleiders in ballingschap voor de Russische ambassade aan de Unter den Linden, een paar honderd meter verderop.

Op 1 augustus 2024 werd Orlov vrijgelaten, als deel van een gevangenenruil tussen Rusland en Wit-Rusland enerzijds en Duitsland, Noorwegen, Polen, Slovenië en de VS anderzijds. Zestien in Rusland gevangen gehouden activisten, politici en journalisten kwamen vrij, onder wie Sasja Skotsjilenko en Lilia Tsjanysjeva, oppositiepolitici Vladimir Kara-Moerza en Ilja Jasjin en Wall Street Journal-journalist Evan Gershkovich. In ruil kreeg Poetin een groep in het Westen veroordeelde Russische criminelen, hackers en spionnen, onder wie de in Duitsland veroordeelde huurmoordenaar Vadim Krasikov en de van spionage verdachte journalist Pablo Gonzales. Het was de grootste gevangenenruil sinds de Koude Oorlog tussen Rusland en het Westen.

Tot op het allerlaatste moment had Orlov geen idee wat er gaande was, vertelt hij. „Ik zat in totale isolatie in de Lefortovo-gevangenis in Moskou. Ik mocht mijn advocaat niet zien en ik snapte niets van de hele situatie. Toen kwam een man mijn cel binnen met een document waarop stond dat ik een vrij mens was. Hij zei dat Poetin mij per decreet gratie had verleend. Maar ik had de president helemaal niet om gratie gevraagd! De man wist het ook niet. Hij zei dat ik mijn gevangenisuniform uit moest trekken en dat ik burgerkleding kreeg. Pas toen begon het me te dagen dat er mogelijk sprake was van een ruil.”

Nadat hij zich had omgekleed werd hij naar een bus gebracht en naar het vliegveld gereden. „Ik stapte in die bus en zag allemaal bekenden. Als eerste zag ik Sasja Skotsjilenko en [politicus] Andrej Pivovarov. We begroetten elkaar uitbundig. Toen zag ik Ilja Jasjin en we vroegen elkaar wie er nog meer in de bus zat. De bewakers probeerden ons het zwijgen op te leggen, ze begonnen te schreeuwen en dreigden ons handboeien om te doen. Maar we wisten al dat ze ons niets konden maken. Daarna vlogen we naar Ankara en daar op het vliegveld zagen we Krasikov en Gonzales en de andere criminelen die naar Rusland gingen.”




Foto Gordon Welters


„Ik ging naar de tandarts en ik ging intensief sporten om fit te zijn voor de gevangenis”


In 2022, kort na de Russische invasie van Oekraïne, was Orlov in Moskou de straat opgegaan. In zijn eentje stond hij op het Rode Plein met een papier met daarop in grote letters: ‘Onze onwil de waarheid te kennen en ons zwijgen maken ons medeplichtig aan de misdaden’. Enkele maanden later schreef hij op de Franse nieuwssite Mediapart een vlammend opiniestuk waarin hij onomwonden sprak van een „massamoord op de Oekraïense bevolking” en Poetins regime „fascistisch” noemde.

Zijn protestacties leidden onvermijdelijk tot een strafzaak. Eind 2023 kreeg hij een boete opgelegd, maar in beroep kwam de aanklager met verzwarende omstandigheden. Orlov zou een ‘problematisch karakter’ hebben en een gevaar vormen voor zijn omgeving. In februari van dit jaar werd hij, inmiddels overgeplaatst naar een gevangenis in de Oeral, veroordeeld tot twee jaar en zes maanden. In zijn laatste woord vroeg hij aandacht voor de politieke gevangenen in Rusland. „Ze creperen vanwege hun protest tegen het bloedvergieten in Oekraïne en omdat ze van Rusland een democratisch land willen maken, dat geen bedreiging vormt voor de wereld.”

Het was een heftig jaar. Hoe gaat het met u?

„Dat wisselt nogal en is nauwelijks in woorden te vatten. Aan de ene kant ben ik vrij, dat is een ongelofelijk gevoel. Aan de andere kant zijn mijn vrienden, collega’s en medegevangenen nog in Rusland. De gedachte aan hen is permanent in mijn hoofd en dat is geen prettige gewaarwording. Daarbij heeft mijn werk zich verdubbeld, omdat ik veel word gevraagd als spreker door organisaties en de media. Iedereen wil met me praten, iedereen heeft vragen. Begrijp me niet verkeerd, ik beschouw dat als een belangrijk deel van mijn werk. Maar het komt bovenop het andere werk. Mijn echte werk.”

Het ‘echte’ werk, dat is het werk dat Oleg Orlov al veertig jaar doet voor de Nobelprijswinnende, Russische mensenrechtenorganisatie Memorial, die hij vlak voor de val van de Sovjet-Unie mede oprichtte en die de archieven van de Sovjet-repressie beheert. Jarenlang was Orlov de directeur van Memorials mensenrechtentak, die slachtoffers van de Russische staat bijstaat in de gevaarlijkste gebieden van Rusland. Bloedstollend werk, dat zich de afgelopen twintig jaar concentreerde in de door conflicten en wetteloosheid getekende Noordelijke Kaukasus. In 2021 werd Memorial in Rusland verboden, maar het werk gaat buiten Rusland door.

Foto’s Gordon Welters

Meer dan eens zette Orlov zijn eigen veiligheid op het spel om anderen te redden. In 1995, tijdens een bloedige ziekenhuisgijzeling door Tsjetsjeense terroristen in het Noord-Ossetische Boedjonnovsk, bood hij zich aan als gijzelaar in een poging de levens te redden van honderden gegijzelde vrouwen en kinderen. In 2007, een jaar na de moord op de Russische journalist Anna Politkovskaja, werd hij samen met enkele journalisten ontvoerd door gemaskerde mannen. Ze werden in elkaar geslagen en bedreigd met executie. In 2009 werd zijn collega Natalia Estemirova ontvoerd en vermoord. Toen hij de Tsjetsjeense leider Ramzan Kadyrov beschuldigde van betrokkenheid bij de moord, klaagde die hem aan wegens smaad.

Toen Orlov in 2023 werd opgepakt en aangeklaagd, wist hij dat hij waarschijnlijk in de cel zou eindigen. Toch weigerde hij te vluchten. „Iedereen maakt een eigen afweging. Ik blijf omdat ik hier mogelijkheid zie om te werken. Omdat mijn stem van hieruit beter hoorbaar is dan daar”, zei hij tijdens het proces. Terugkijkend zegt hij: „Iedereen die dit werk doet, kent de risico’s. En ik had me grondig voorbereid. Ik ging naar de tandarts en ik ging intensief sporten om fit te zijn voor de gevangenis. Ook had ik een grote sporttas gepakt met thermo-ondergoed, eetgerei, sportschoenen – zonder veters, want die worden afgenomen – en medicijnen. Die tas is me goed van pas gekomen. Anders was het veel slechter geweest.”

Terwijl de aanklagers in de rechtbank hun onnavolgbare pleidooien hielden om hem te veroordelen, zat Orlov in de beklaagdenbank Het Proces van Franz Kafka te lezen, over een man die verstrikt raakt in een absurde rechtsgang. „Ik beschouwde het proces als onderdeel van mijn werk en ik wilde van die uren in de rechtbank een protestactie maken. Ik wist dat de rechter mij het woord niet zou geven, daarom las ik Kafka.”

U maakte een kalme, strijdvaardige indruk tijdens uw proces.

„In Rusland zijn we gewend om grappen te maken in moeilijke situaties. In werkelijkheid was het erg zwaar. Hoe goed ik me ook had voorbereid, het moment dat mijn vrijheid mij werd afgenomen, was een diepe schok. Je wéét dat je handboeien om krijgt en toch denk je: gebeurt dit echt? Achteraf gezien is het wachten op de veroordeling zwaarder dan de straf zelf. Eenmaal in de gevangenis voel je zelfs opluchting. Althans de eerste tijd, omdat het ergste is gebeurd.”

U werd op 27 februari 2024 veroordeeld. Tien dagen eerder was Aleksej Navalny gestorven in een strafkamp, vergiftigd naar later bleek. Wat dacht u toen u dat hoorde?

„Ik hoorde het toen ik de rechtbank uitkwam. Ik zou twee dagen later worden veroordeeld, maar het vonnis was net die dag uitgesteld. Vrienden kwamen naar me toe, ze zeiden: ‘Navalny is dood.’ Ik geloofde het eerst niet, maar toen ik op mijn telefoon keek, zag ik dat het waar was. Dat was een enorme schok en een duidelijk signaal van de autoriteiten, dat ze bereid waren om te doden. Mijn vrienden zeiden tegen me: ‘Oleg, moet u niet vluchten?’ Maar ik weigerde.”

Had u dan kunnen vluchten?

„Daar zijn zo methodes voor, al zijn er geen garanties dat het lukt. Verder ga ik daar niets over zeggen.”

Kunt u beschrijven hoe het leven in de gevangenis was?

„Ik heb in vijf gevangenissen gezeten en op iedere plek was het anders. In Moskou zat ik in een speciaal blok voor politieke gevangenen en bijzondere criminelen. Dat was best een fatsoenlijke plek. Er waren tien gevangenen en tien bedden, op 36 vierkante meter. We hadden een tv en een koelkast en een aparte wc. Maar ik heb ook op 25 vierkante meter gezeten. Daar moesten twaalf gevangenen tien bedden delen. We sliepen bij toerbeurt en konden alleen maar zijwaarts bewegen. Daar kwam bij dat er de hele dag gerookt wordt, met alleen een getralied raampje om te luchten. Je zit dus dag en nacht in een dikke rookwalm. Vreselijk.”

Wat doe je dan de hele dag?

„Praten. Over het leven, hoe we in de gevangenis waren beland. Ik had het geluk dat ik het goed kon vinden met mijn celgenoten. De omstandigheden in de gevangenis zijn wreed en hard, het voedsel is slecht. Dat is onvermijdelijk. Maar als je, naast de druk van de staat, ook nog druk ervaart van medegevangenen, dan is dat extra zwaar. Daarover had ik me vooraf ook het meest zorgen gemaakt. Er waren heel jonge jongens, die wegens drugs en diefstal zaten. Heus geen drugsbaronnen, maar wel met hele zware straffen. Ze hadden respect voor me, vanwege mijn leeftijd en omdat ik gevangen zat vanwege mijn overtuigingen. Al waren er ook jongens bij die daar niets van begrepen. Die zeiden: ‘Wij verdienden tenminste nog geld met onze misdaden, hij geeft zijn vrijheid op voor idealistische prietpraat.’”



Foto Gordon Welters


„Je moet je schooltijd zien te overleven en verbergen wat je denkt, om jezelf en je ouders niet te verraden”


In de cel werd u gevraagd te tekenen om te gaan vechten in Oekraïne.

„Dat is een standaardprocedure in Russische gevangenissen. Vanwege het grote tekort aan soldaten wordt er voortdurend druk uitgeoefend op bewakers om kanonnenvoer te leveren. Het is het belangrijkste gespreksonderwerp in de cellenblokken. Sommigen tekenden, anderen vonden het zelfmoord. Toen de bewakers mij vroegen, heb ik ze uitgelachen. Ik zei: ik ben een oude mensenrechtenactivist. Ik zal op dag één worden gedood. Maar ze vonden het helemaal niet grappig. Ze zeiden: het kan ons niet schelen hoe oud u bent, of waarvoor u bent veroordeeld.”

Orlov studeerde biologie in Moskou en ontwaakte politiek na de Sovjet-inval in Afghanistan in 1979. Als twintiger begon hij politieke pamfletten te kopiëren, die hij in de stad aanplakte. Al snel zag hij in dat zijn straatacties weinig impact hadden en hij begon zich te verdiepen in mensenrechten. In 1988 was hij medeoprichter van Memorial en daarna was hij betrokken bij de hervormingen onder Jeltsin.

U bent in april 1953 geboren, een maand na de dood van Stalin.

„En bijna was ik Stalins laatste slachtoffer! Toen hij stierf brak er een massahysterie uit in het land. Hij was als een god voor de Russen en nu was hun god dood. Stalin lag in het centrum van Moskou opgebaard en de straten stroomden vol mensen die hem de laatste eer wilden bewijzen. Er zijn toen veel mensen vertrapt en doodgedrukt. Mijn moeder was hoogzwanger van mij en toch wilde ze gaan, want ook zij was bevangen door die hysterie. Maar onderweg hield een jongetje haar staande en zei: ‘Tantetje, waar gaat u naartoe? Daar worden mensen verdrukt.’ Dat was het moment waarop ze wakker werd, vertelde ze later. Ze klampte een agent aan en vroeg hem haar uit de menigte te leiden. Via de binnenplaatsen is ze toen naar huis gegaan.”

Waren uw ouders veel met politiek bezig?

„Mijn vader. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij officier in het leger en was hij, net als mijn grootvader, overtuigd communist geworden. Hij werd met zijn bataljon naar Duitsland gestuurd om te gaan vechten. Maar toen zijn konvooi de grens bereikte, was de vrede net gesloten en de oorlog voorbij. Was hij gaan vechten, dan was ik er misschien niet geweest. Ik heb dus twee keer geluk gehad, en dat nog voor mijn geboorte.

„Mijn vader viel van zijn geloof tijdens de destalinisering onder [partijleider] Chroesjtsjov. Hij begon zelf na te denken en zijn eigen ervaringen te vergelijken met wat de staatspropaganda vertelde. Hoe beter hij keek, hoe beter hij zag dat er overal leugens waren. Toen hij naar Engeland werd gestuurd als lid van een delegatie van Sovjet-ingenieurs, zag hij met eigen ogen hoe het leven in het Westen was. Dat had een enorme impact op hem; hij werd fel anti-Sovjet. Hoewel ik nog jong was, sprak hij er met mij over. Heel respectvol, zonder te proberen mij te beïnvloeden. Hij heeft mij geleerd om kritisch te denken.”

Maken Russische kinderen onder Poetin iets vergelijkbaars mee?

„Absoluut. Russische kinderen van nu worstelen met dezelfde morele dilemma’s als ik indertijd. Ze krijgen op school het ene te horen, maar zien om zich heen iets heel anders. Je moet je schooltijd zien te overleven en verbergen wat je denkt, om jezelf en je ouders niet te verraden.”

Foto’s Gordon Welters

Wat is uw oordeel over het huidige Rusland?

„Ik ben gestopt rapportcijfers te geven. Rusland staat er heel slecht voor, maar het kan altijd nog slechter. Een van de redenen is dat we in de jaren negentig verzuimden om de nieuwe politieke kaders te zuiveren van Sovjet-invloeden. We lieten toe dat ex-KGB’ers de belangrijkste politieke posities bekleedden. In de toekomst moet zo’n zuivering absoluut wel plaatsvinden. Oorlogsmisdadigers moeten worden gestraft, veiligheidsdiensten en de rechtspraak gezuiverd van Poetin-aanhangers. Die mensen moeten op zijn minst worden ontslagen, maar liever nog veroordeeld en opgesloten. Maar zo zal het niet gaan. Het idee van het ‘schitterende Rusland van de toekomst’ is een ideaal.”

U gelooft niet dat een democratisch Rusland mogelijk is?

„Je kunt erin geloven, of niet. Maar we gaan de toekomst niet op een wit paard tegemoet, of in een dure Mercedes. Na Poetin zal het in Rusland economisch heel zwaar worden, vanwege sancties en mogelijke herstelbetalingen. Bovendien wordt Rusland nu beheerst door wapens en mensen die hebben geleerd om te doden. Er moet worden onderhandeld met Poetins elites, compromissen moeten worden gevonden. De oppositie moet terugkeren uit ballingschap en opnieuw integreren. Dat proces zal heel langzaam gaan.”

Er zijn geruchten over een nieuwe gevangenenruil. Weet u daarvan?

„Dergelijke onderhandelingen zijn geheim, ook voor mij. Maar ik hoop het van harte. Ik heb gehoord dat er misschien jonge mensen worden geruild, iemand als de 15-jarige Arseni Toerbin [de jongste politiek gevangene kreeg deze zomer vijf jaar]. Dat zou fantastisch zijn. Ik denk niet dat Poetin er happig op is, maar hij moet zijn achterban, met name zijn veiligheidsapparaat, bewijzen dat hij hun mensen, die in het buitenland spioneren of vastzitten, niet laat stikken.”

Kunt u ooit terug naar Rusland?

„Het is koffiedik kijken. Als er vrede komt op Poetins voorwaarden en Rusland delen van Oekraïne krijgt, dan zal hij dat presenteren als zijn grote overwinning met alle propaganda van dien. Hoe kunnen wij, zijn vijanden, dan terugkeren?

„Op 9 mei is het tachtig jaar sinds de overwinning op nazi-Duitsland in de Tweede Wereldoorlog. Als Poetin nog niet helemaal kannibaal is geworden, lijkt een amnestie op die datum niet uitgesloten. Maar zal hij zijn politieke gevangenen amnestie verlenen? Dat is zeer de vraag.”




Foto Gordon Welters