Bij een Russische droneaanval in Brovary, een stad in de Oekraïense oblast Kyiv, zijn zondagochtend een man en zijn vierjarige zoon omgekomen. Dat melden Oekraïense hulpdiensten zondag op berichtenkanaal Telegram. Nog drie mensen raakten gewond, onder wie een 13-jarig kind. Op beelden die de hulpdiensten delen is te zien dat slachtoffers onder het puin van een ingestort huis terecht zijn gekomen.
Het is niet duidelijk welk wapen het huis precies heeft geraakt. Medewerkers van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky spreken van puin afkomstig van een drone, maar hulpdiensten zeggen dat het puin van een raket komt.
Internationale persbureaus en NRC waren niet in staat de berichten over de luchtaanval onafhankelijk te verifiëren. Het Kremlin heeft nog niet gereageerd op de aanval en zegt sinds het begin van de oorlog consequent dat het zich bij luchtaanvallen niet op burgerdoelen richt.
Liveblog Oorlog in Oekraïne
Zelensky erkent dat Oekraïens leger vecht in Russische regio Koersk
Kathleen Stock, naar eigen zeggen in 2021 weggepest bij de Universiteit van Sussex om haar ‘genderkritische’ opvattingen, krijgt vier jaar later gelijk van de Britse toezichthouder voor het hoger onderwijs. Die legde de universiteit vorige week een boete op van 585.000 pond (685.000 euro), de hoogste ooit.
Na ruim drie jaar onderzoek concludeert het Office for Students (OfS), een semi-onafhankelijke overheidsorganisatie, dat de Zuid-Engelse universiteit in gebreke is gebleven bij het beschermen van zowel Stocks vrijheid van meningsuiting als haar academische vrijheid.
Dat blijkt volgens de organisatie niet alleen uit het feit dat Stock zich uiteindelijk gedwongen voelde ontslag te nemen, maar ook uit de voorschriften van de universiteit over diversiteit. Die bepalen dat „trans personen positief moeten worden gerepresenteerd” en „transfobe propaganda” niet wordt getolereerd. Volgens haar critici overtrad Stock die regels welbewust, volgens het OfS zijn ze te strikt en hebben ze een chilling effect dat kan leiden tot academische zelfcensuur.
Het lot van filosoof Kathleen Stock, omschreven als een „gender-kritische feministe”, werd vanaf 2021 een cause célèbre voor tegenstanders van wat zij noemen ‘gender-ideologie’. Stock (1972), die publiceerde over esthetica, ontpopte zich tot criticus van de trans beweging in reactie op een wetswijziging die het mogelijk zou maken om door ‘zelf-identificatie’ officieel van gender te veranderen. Ze werkte haar opvattingen uit in het boek Material Girls (2021), waarin ze betoogt dat trans identiteiten een vorm van persoonlijke ‘fictie’ zijn.
Om haar ‘transfobe’ opvattingen werd Stock het mikpunt van een campagne om haar monddood te maken met bedreigingen, hatelijke posters en petities. Na haar vertrek van de universiteit vestigde ze zich als schrijver. Ook sloot ze zich aan bij de nieuwe University of Austin, een initiatief van rechts-conservatieve wetenschappers en publicisten als Bari Weiss, de historicus Niall Ferguson en zijn echtgenote Ayaan Hirsi Ali.
Maatschappelijke kwesties
Het oordeel van het OfS en de compensatie voor Stock hebben grote verontwaardiging gewekt bij de universiteit van Sussex, die zegt juridisch bezwaar te zullen aantekenen. Volgens de universiteit dringt het OfS de instelling een „libertaire versie van absolute vrije meningsuiting” op die de culture wars over maatschappelijke kwesties als gender zal bestendigen of verergeren.
Controverses zijn ook het OfS zelf niet vreemd. Na de oprichting in 2018 werd de organisatie het middelpunt van een ruzie over de voordracht tot bestuurslid van de conservatieve journalist Tony Brown. Hij trok zich terug nadat seksistische tweets van hem waren opgedoken.
Een commissie van het Britse Hogerhuis oordeelde in 2023 kritisch over het functioneren van het OfS. De organisatie gaf studenten te weinig inspraak, vonden de Lords, en stelde zich te veel op als een verlengstuk van de regering.
Tijdens het onderzoek naar Stock werd de toezichthouder geleid door James Wharton, Conservatief lid van het Hogerhuis. Vorig jaar trad David Behan, oud-topambtenaar voor sociale zaken, aan als interim-bestuursvoorzitter.
Zachtjesaan lijkt op tv het oorlogsseizoen begonnen: de stortvloed van programma’s over de Tweede Wereldoorlog die voorafgaat aan de herdenking op 4 en 5 mei. In de tweede reeks van Oorlog is erfelijk (zondag, NPO 2) praat Natascha van Weezel met mensen die zich trachten te verhouden tot een oorlogstrauma dat ze van hun ouders hebben meegekregen. Dat hoeft niet per se de Tweede Wereldoorlog te zijn. Onder de gasten zit één Shoah-overlevende en één zoon van een KNIL-militair die in een Jappenkamp zat. De anderen slepen andere oorlogen achter zich aan. Ze zijn vluchtelingen, of kinderen van vluchtelingen, uit Srebrenica, Sierra Leone, Turkije, Palestina.
De jeugd van schrijver Adriaan van Dis werd bepaald door een gewelddadige vader die in een kamp in Indonesië had gezeten. Dat hij een gebroken man was kon die vader niet verkroppen, en hij reageerde zich af op zijn gezin. Hoewel het leven van de schrijver getekend is door het gedrag van zijn vader, spreekt hij nu steeds milder over hem.
Zangeres Meral Polat is geboren in Amsterdam maar sinds haar vaders overlijden is zij zich steeds meer gaan verdiepen in de cultuur waaruit zij stamt. Alewitische Koerden in Turkije hebben een lange geschiedenis van onderdrukking en genocide. Polat zingt erover in het Koerdisch, haar vaders taal die lang verboden was.
Mooie gesprekken die laten zien hoe lang en diep oorlogen doorwerken in families. En hoe verschillende oorlogen dezelfde wonden slaan. Wederom ergerlijk is dat er tussendoor steeds reclameborden van War Child verschijnen, en dat de geïnterviewden iets aardigs over de sponsor moeten zeggen. Waarom kan de publieke omroep zo’n programma niet zelf betalen? Twee mensen aan een tafel – kan niet erg duur zijn.
Overlevingskunst
Als we in Nederland nog bezig zijn met de naweeën van een oorlog van tachtig jaar geleden, dan kun je wel nagaan hoelang de oorlog in Oekraïne zal doordreunen. In 82 Dagen in de hel (maandag, NPO 2) vertellen regisseur Jasper Christiaens en oorlogsjournalist Joanie de Rijke het verhaal van de drieduizend mensen die tijdens het beleg van Marioepol in de schuilkelders van staalfabriek Azovstal woonden. Wekenlang in vochtige catacomben, zonder daglicht, elektriciteit of contact met de buitenwereld, terwijl boven hun hoofden de bommen dreunden.
Veel van de beelden in deze Vlaams-Nederlandse driedelige docuserie zijn geschoten door de bewoners zelf. Onder de grond ontstond een wonderlijke samenleving met mensen uit alle lagen van de bevolking, van wie sommigen hun honden en katten hadden meegenomen. Onderlinge spanningen, angst en honger gaan gepaard met staaltjes van moed, menselijkheid en overlevingskunst.
De Italiaanse documentaire Kunst versus oorlog (Close Up, NPO 2) zoekt schoonheid tussen het oorlogspuin. Los van elkaar gingen straatkunstenaars Banksy en C215 naar Oekraïne om hun geëngageerde graffiti op kapotgeschoten gebouwen te plaatsen. Banksy liet in de verwoeste stad Borodjanka de gracieuze Turnster op een muur achter. En David en Goliath: een jonge judoka die een volwassen man vloert. De Franse kunstenaar C215 maakte op de muren portretten van bewoners en van nationale helden. De kunstwerken groeiden uit tot symbolen van Oekraïense veerkracht en verzet.
Italiaanse conservatoren zijn nu bezig om de muurschilderingen te conserveren en in een museum te krijgen. Wanneer je ze bezig ziet met hun voorzichtige kwastjes op de ruwe betonbrokken, voel je dat er iets niet klopt. Dit is straatkunst – bedoeld om op te gaan in het straatbeeld. Niet bedoeld om geïsoleerd in een keurig museum te hangen. Maar ja, zeggen de Italianen, anders verdwijnt deze kunst als de slopers komen. Ze beloven dat ze de brandsporen en de kogels laten zitten.
Met wat fantasie kun je er een waakhondje in zien. Het gaat hier om het net uit z’n eitje gekropen rupsje van de bleke eenstaart, een nachtvlindertje dat ook in Nederland voorkomt. Het pokdalige eerste larvestadium van nog geen twee millimeter verdedigt vol overgave het kleinste territorium in het dierenrijk; het puntje van een berken- of elzenblaadje.
Dat blijkt uit onderzoek van biologen van de Carleton University in Ottawa. Deze rupsvormige keffertjes blaffen weliswaar niet, maar maken hun aanwezigheid duidelijk met subtiele zoem- en roffelgeluidjes. De Canadezen wisten dit voor mensen hoorbaar te maken met laser vibrometry. Ze filmden in close-up wat er gebeurde als ze met een kwastje een indringer (een andere bleke eenstaartrups) op hetzelfde blad zetten. Daar was de ‘territoriumbezitter’ op het uiteinde van het blad duidelijk niet van gediend: hij roffelde wel vier keer sneller op het blad om de indringer te verjagen. Wanneer die belager desondanks het centimetergrote territorium binnendrong, werden de roffelsalvo’s nog intenser, tot veertien keer het rusttempo. Dat was meestal afdoende.
Maar blaffende honden bijten niet, en zo ook dit waakrupsje niet. Zodra een fysieke confrontatie dreigde, ontsnapte de verdediger aan een gesponnen draad. Meestal won de territoriumhouder. Diens trillingen lijken op ander gevaar, zoals een springspin op rooftocht.