Je ziet ze steeds vaker: gameconcerten. Concerten waarin orkesten muziek uit games spelen om een jonger publiek te verleiden om naar concerten te komen. In Zwolle lukt dat het Metropole Orkest donderdagavond inderdaad. Er zijn wel wat grijze plukjes, maar de gemiddelde leeftijd zal niet veel hoger zijn dan 40.
Maar Games in Concert: The Score is een beetje anders dan een ‘normaal’ gameconcert, waarin je net als in een klassiek concert braaf luistert naar muziek. Middelpunt van deze tournee is daadwerkelijk een spelletje dat je tijdens het luisteren op je telefoon speelt: The Score, gemaakt door onder andere The Smartphone Orchestra, dat al een tijdje leuk bezig is om telefoons onderdeel te maken van een concertervaring. Bijvoorbeeld door de speakers van elke telefoon in de zaal te gebruiken om akkoordtonen uit te laten klinken.
The Score bestaat uit drie relatief eenvoudig vormgegeven spelletjes. Elke gamer weet dat vormgeving niets zegt over de spanning die een spel kan opleveren, en inderdaad, het eerste spelletje wordt aardig opwindend. Je wordt in één van vier groepen ingedeeld (met namen als ‘Stranger Strings’ en ‘Wild Winds’), en je moet vallende muzieknootjes op je telefoonscherm vangen door je telefoon naar links en rechts te kantelen. Op een groot scherm achter het orkest zie je welke groep aan kop gaat. De hoogte van de score schijnt de muziek live te beïnvloeden, maar geen hersencel heeft tijdens het gamen tijd om daar actief op te letten. Je ziet de scoremeter lopen, je strijdt tegen anderen in de zaal, nu wil je winnen ook. De snelle, opzwepende muziek van componisten Tom Trapp en Eric Magnée heeft natuurlijk wel invloed op die spanning, maar dat werkt onderbewust. Uiteindelijk wint team ‘Brutal Brass’ alle drie de rondes van het eerste spelletje. In dat team zitten doet leuke dingen met allerlei beloningsstofjes in je brein.
Balanceeract
Het tweede spel is een gezamenlijke balanceeract: op het grote scherm rolt een bal een parcours af. Onderweg zijn punten te vangen en obstakels te ontwijken. Zou je het in je eentje spelen, dan was het vrij eenvoudig: je houdt je telefoon vast als stuur, en de bal rolt precies waar je hem hebben wilt. In The Score is de crux dat de hele zaal zit te sturen, en dat de bal de richting van het gemiddelde uitgaat. Wil de ene helft van het publiek naar links, en de andere helft naar rechts, dan gaat de bal dus recht door het midden. Dat levert grappige zeeën van ‘oeh!’s en ‘aah!’s op, als de bal rakelings langs een ravijn scheert of juist vol de afgrond in stort. Je betrokkenheidsgevoel is groot; de onderlinge meningsverschillen of we links- of rechtsaf hadden moeten gaan ook, en de collectieve blijdschap van het uiteindelijk halen van de finish al helemaal. Alleen kun je nooit zeker weten of we niet naar een vooraf opgenomen filmpje hebben zitten kijken.
Het laatste spel is niet zozeer een game, maar een samenzang. Met de telefoon aan je oor krijg je een toon ingefluisterd, met aanwijzingen over wanneer je die moet zingen. Omdat iedereen andere aanwijzingen krijgt, maakt de hele zaal samen muziek; eenvoudige akkoorden weliswaar, maar je fantasie schiet makkelijk door: als dit kan, wat kun je een zaal dan allemaal wel niet onvoorbereid laten zingen?
Lees ook
Gamecomponist Austin Wintory: ‘Er zijn veel overeenkomsten tussen games en opera’
Artistiek oninteressant
De rest van de avond is gevuld met ‘gewone’ gamemuziek van inmiddels usual suspects als ‘Aloy’s Theme’ uit Horizon Forbidden West en ‘Nascence’ uit Journey, maar ook wat minder gehoorde en nieuwere dingen zoals het thema uit Assassin’s Creed Mirage, een game die pas een paar maanden oud is. Soms is er op het grote scherm een trailer van de game te zien.
Dat deel van de avond valt een beetje tegen. Met name de violen spelen soms wel érg ongeïnspireerd. Ja, gamemuziek is vaak een stuk simpeler dan de muziek waarvoor de meesten van de musici zijn opgeleid. Simpel in de betekenis van: aanstekelijke thema’s boven lang liggende grote akkoorden in erg weinig complexe orkestraties, die snel en effectief basale emoties moeten opwekken, zoals spanning, verwondering, angst, vreugde. Dat is geen waardeoordeel, dat is de aard van het beestje: in games kunnen de emoties elkaar vliegensvlug afwisselen; en de benodigde muziek dus ook. Die gaat daardoor automatisch leven. Een lineaire orkestsuite van gamemuziek is dus per definitie een vereenvoudigde ervaring.
Maar hoewel er geen al te complexe muziek nodig is om basale emoties op te roepen, moet je ‘basaal’ niet verwarren met ‘oppervlakkig’. Angst of vreugde zijn niet oppervlakkig, maar elementair en groots. Dus als je violen klinken als vaatdoeken (speelstijl én de platte orkestversterking, die de musici via een koptelefoon horen, hebben daar een rol in), zit je te luisteren naar simpele muziek die geen basale emoties oproept. Dat is dubbele pijn.
Swingen als een malle
Te vaak wordt er bij dit soort concerten nog gedacht dat mensen onder de 30 een orkest zien al wel bijzonder genoeg vinden. Het omgekeerde is waar. Muziek in games is zo met de gameplay en de emotionele boog daarin verweven, dat je als orkest in een gamemuziekconcert alles op alles moet zetten om de muziek zónder game artistiek interessanter te maken dan een avondje thuis gamen. Je wil geen notengepomp, maar daadwerkelijk musici die magische werelden aan het exploreren zijn. De slag van dirigent Joeke Hoekstra is te passief om die werelden te bereiken. Juist niet-complexe muziek vergt een veel diepere muzische interpretatie dan het Metropole Orkest nu in veel stukken laat horen.
Gelukkig zorgt de uitgebreide blazersectie, met saxofoons en veel koper, voor leuke momenten. Hoogtepunt is het jazzy ‘All Bets Are Off’ uit Cuphead, dat met een walking bass, drum brushes en een paar uitstekende blaassolo’s bij hele lichte strijkaanzetjes swingt als een malle.
Lees ook
‘Luistermutant 2021’ zit té vol goede ideeën. Chaos en overprikkeling gegarandeerd.