O. Festival: hypnotiserende aria’s en dragqueen-spektakel

Recensie Muziek

Festival Bij O. Festival, de voormalige Operadagen Rotterdam, ontdekken bezoekers verrassende performances, onder meer in een oude waterkelder of hotelkamer.

Solitude Hotel biedt komische-muzikale ontmoetingen en bespiegelingen op het overnachten in een onbekende omgeving.
Solitude Hotel biedt komische-muzikale ontmoetingen en bespiegelingen op het overnachten in een onbekende omgeving. Foto Rosa Quist

Als je bij het woord ‘Operadagen’ denkt aan iets hoogdravends, is het maar goed dat dit Rotterdamse festival sinds 2021 niet meer zo heet. De programmering van O. Festival, dat ruim een week te zien is op verschillende locaties in de havenstad, is divers en hip. Naast opera presenteert O. voorstellingen ‘van performance tot electropop en van smartlap tot streetculture’, aldus de eigen website. Het avontuurlijke programma voert bezoekers naar onverwachte plekken. Zo vindt Truckstop Frau Man (‘een therapeutische herbeleving van het WK ’74’) plaats in een truckerscafé en Vacuüm in een oude waterkelder.

Die laatste voorstelling is ronduit adembenemend. In de ondergrondse ruimte, waar het aardedonker is, speelt regisseur-componist Mees Vervuurt een spel met licht en klanken. Een echo duurt in deze kelder een halve minuut, dus ieder geluid is een statement. Stemmen galmen in hypnotiserende aria’s over het water, op de achtergrond klinkt een ritmisch druppelen. Lange, heldere klanken vallen samen en versterken elkaar: wat zacht begint, wordt snel intens. Ondertussen valt het licht in stroken tussen de pilaren door, strijkt over het rimpelloze wateroppervlak. Als een ademhaling zakt het weg, en vlamt weer op. De kelder verandert in een buitenaards landschap, een andere beschaving, een cocon. Pas als de zangers aan het einde van de half-uur-durende trip tevoorschijn komen, ontdek je dat er geen groot koor was, maar slechts twee verloren dobberende zielen.


Op festival O. wordt de kracht van muziek en vertelkunst gestript tot de essentie

Knullige colonne

Ook Solitude Hotel speelt op locatie: in hotel Bruno op de Kop van Zuid. Daar neemt een opgewekte gids – zijn stem versterkt door een boxje aan de broekriem – toeschouwers op sleeptouw door gangen en hotelkamers. Om niemand kwijt te raken, zo kondigt hij aan, moet iedereen een vissershoedje op. En daar ga je dan, in een wat knullige colonne, van kamer naar kamer. Ergens ligt een man op bed te mijmeren, een dame beent rond met de telefoon aan het oor, iemand hangt verdwaald in de lobby.

Componist Annelinde Bruijs bewerkte interviews met hotelgasten tot een libretto, waarin vaak een gezongen ‘uh’ klinkt en zinsneden worden herhaald, alsof iemand niet uit z’n woorden komt. Het maakt de muziek luchtig en zorgt, in regie van Suze Milius, voor komische-muzikale ontmoetingen en bespiegelingen op het overnachten in een onbekende omgeving. Gasten spreken over de wens om op reis iemand anders te zijn, anoniem opgaan in de massa of een oncomfortabel kussen. De tour is voorbij voor je er erg in hebt.

Sport-mantra’s

In het Belgische Alma komt dragqueen Peggy Lee Cooper op als Mephisto, de centrale figuur in een rigoureuze Faust-bewerking. De setting is een tv-wedstrijd, waarin de laatste twee ‘celebrities’ strijden om publieksstemmen. Als kandidate Alma (Sarah-Louise Young) hoort dat zij niet zal winnen, sluit ze een pact met de duivel. Wat volgt, is een extravagante musical vol ‘special effects’. In regie van Fabrice Murgia worden close-ups van scènes op schermen getoond. Visueel maakt de voorstelling indruk, maar het verhaal voelt dun. Drama en komedie raken regelmatig uit balans: kleine momenten zijn te groot; wat indruk moet maken, doet dat niet.

Bij het Litouwse Sports group hangen de spelers aan gewichten. Zo pompen ze hun spieren op én lucht door buizen. Er klinkt een mechanisch geraas, het geklingel van metaal op metaal, een lycrabroekje dat piept. Stemmen stijgen in bijna religieuze hymnes of woelen onrustig door elkaar, alsof een vogel opfladdert in de jungle. De sport-mantra’s vliegen je om de oren: clichés over fitness, gezondheid en zelfvertrouwen, die de absurditeit van de fitnesscultuur blootleggen. Na enige tijd wordt het gehannes met de stangen eentonig: de gimmick blijkt uitgewerkt.

Geslaagder is het intiem-poëtische Untold. Hierin vlechten performers met een Chinese achtergrond hun ervaringen door het sprookje ‘Ye Xian’ (een soort ‘Assepoester’). Componist Alex Ho, die zelf ook meespeelt, maakte een betoverende soundtrack, waarin de ‘yangqin’ (een Chinees snaarinstrument) naast een piano en dwarsfluit klinkt. Het sprookje gaat over een meisje dat buitengesloten wordt; de spelers schetsen momenten waarop zij zich eenzaam voelden of buiten de boot vielen door hun ‘roots’. De muziek is het hoogtepunt, een visitekaartje voor de voormalige Operadagen.