NVM: koopwoningen 3 procent duurder dan kwartaal eerder

Woningmarkt Bij nieuwbouwwoningen daalde de gemiddelde prijs nog wel, namelijk met 1,2 procent tot 468.000 euro.

Gemiddeld stond in de afgelopen drie maanden een bestaand huis 67 dagen te koop, tegen 84 dagen in het eerste kwartaal.
Gemiddeld stond in de afgelopen drie maanden een bestaand huis 67 dagen te koop, tegen 84 dagen in het eerste kwartaal. Foto Remko de Waal/ANP

Woningen staan minder lang te koop en wisselen tegen een hogere prijs van eigenaar. In de periode april tot en met juni steeg de verkoopprijs van een bestaande woning met bijna 3 procent, terwijl het aantal transacties met 20 procent toenam in vergelijking met het eerste kwartaal van 2023.

Gemiddeld stond in de afgelopen drie maanden een bestaand huis 67 dagen te koop, tegen 84 dagen in het eerste kwartaal. Een jaar geleden bedroeg die periode overigens slechts 32 dagen.

Uit de donderdag gepresenteerde gegevens concludeert makelaarsvereniging NVM dat „de dynamiek weer terug is in de markt”. De huizenverkopers moesten in april nog een prijsdaling van 8,2 procent op jaarbasis melden. Toen veranderde een gemiddelde, bestaande woning voor 394.000 euro van eigenaar. Dat is in het afgelopen kwartaal weer iets toegenomen, tot 410.000.

Bij nieuwbouwwoningen daalde de gemiddelde prijs nog wel, namelijk met 1,2 procent tot 468.000 euro. Het aanbod bedroeg afgelopen kwartaal 20.000 woningen, een stijging van 16 procent. Volgens bestuurder Lana Gerssen van makelaarsvereniging NVM is van een evenwichtige markt op dit moment geen sprake, want de krapte is alleen maar opgelopen. „De vraag is nog steeds duidelijker groter dan het aanbod.”

Keuzemogelijkheden

De zogeheten krapte-indicator – die het aantal keuzemogelijkheden voor een koper aangeeft – lag in het tweede kwartaal op 2,8 en dat was in de eerste drie maanden van het jaar nog 3,4. Voor een evenwichtige woningmarkt gaat de NVM uit van vijf tot tien keuzemogelijkheden. Gevolg van de krapte is dat het percentage overbiedingen weer is opgelopen, van 31 naar 39. Maar de gemiddelde verkoopprijs ligt nog altijd een half procent onder de vraagprijs.

In vergelijking met het eerste kwartaal is de trend weer omhoog, maar ten opzichte van vorig jaar gaat het – voor de verkopende partij – nog altijd minder goed. Toen lag het percentage overbiedingen bijvoorbeeld op 82. Het aantal transacties steeg vorig kwartaal met 20 procent, tot 34.000 bestaande woningen, maar afgezet tegen een jaar geleden is dat aantal 5 procent lager.

Hetzelfde is zichtbaar bij de prijzen: de tussenwoning werd van kwartaal op kwartaal 3,6 procent duurder, maar vergeleken met een jaar eerder lag de prijs 7,1 procent lager. Ook hoekwoningen (- 8,4 procent), vrijstaande huizen (- 11,1 procent) en appartementen (- 9,4 procent) daalden per saldo in twaalf maanden in waarde. (NRC)