Voor de Rotterdamse raadsleden kwam het besluit als donderslag bij heldere hemel: de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) gaat stoppen met individuele muzieklessen voor kinderen. En wel al in mei dit jaar. Die muzieklessen zijn een klein deel van het aanbod van het kunstcentrum, de overige lessen blijven bestaan. Het besluit kwam eind vorig jaar naar buiten via een artikel op het Rotterdamse online journalistieke platform Vers Beton, en is de volgende in de reeks door bezuinigingen omvallende muziekscholen. Boze docenten hadden contact gelegd. De SKVR had het binnenshuis willen houden, tot bekend was waar de leerlingen heen konden.
Nog net voor het kerstreces volgden twee turbulente raadsvergaderingen over het besluit. GroenLinks-fractievoorzitter Judith Bokhove nam het voortouw in het protest. „Dit is een essentieel onderdeel van het culturele ecosysteem”, zei ze. Hoe kon het dat de raad hierover niet eerder was geïnformeerd? Dan hadden ze nog kunnen kijken of er oplossingen te bedenken waren, vroeg ze. Ze kreeg steun van veel andere partijen in de raad, die het allemaal doodzonde vonden dat de muzieklessen zouden stoppen. Ook de coalitiepartijen vonden het jammer, maar waren niet bereid er meer geld voor vrij te maken. Theo Coskun (SP) vertelde over zijn dochter (nu 37) die daar harp had leren spelen. Dat gunde hij ook de kinderen van nu.
Raadsleden waren vooral verbaasd over het besluit van de SKVR omdat ze nét met het Rotterdamse cultuurplan 7 miljoen subsidie hadden toegezegd voor de komende vier jaar. Dat was wel 6 ton minder dan het bedrag waarom de SKVR had verzocht. Maar toch. Een hoop geld. Waarom had de SKVR toen niet verteld van hun plannen om te stoppen met muziekles? En wist Cultuur-wethouder Said Kasmi (D66) het toen wel? Waarom had hij het dan niet gedeeld met de raad?
De SKVR liet weten dat ze jaarlijks 1,1 miljoen euro verlies lijdt op de individuele muzieklessen. Als er nu niet wordt ingegrepen, zegt interim-directeur Heidy Knol, dan zouden andere takken van de SKVR ook in gevaar komen. „Het is heel spijtig, maar het is niet anders.”
Wethouder Kasmi vertelde tijdens het debat in de raad dat hij in oktober 2024 van het voornemen van de SKVR had gehoord. Hij had die informatie niet direct met de raad gedeeld omdat de SKVR dergelijke beslissingen zelfstandig neemt. Een beslissing, zo zei hij, waar hij volledig achter staat gezien de omstandigheden. „Ze lopen hierop al jarenlang leeg.”
‘Nu echt mis’
In een brief die Kasmi op verzoek naar de raad stuurde, staat over welke groep muziekleerlingen het gaat: 800 kinderen en jongeren tot 25 jaar. Het grootste gedeelte van die groep (90 procent) betaalt de lessen zelf. In de praktijk vaak de ouders. 10 procent (van de ouders) kan dat niet. Zij krijgen steun van onder meer het Jeugdfonds, die gaan kijken of ze die geldelijke steun kunnen voortzetten als leerlingen ergens anders les nemen.
„Eind april vorig jaar kreeg ik het gevoel dat het nu echt mis was”, herinnert pianodocent Annemieke de Koning zich. „Er waren al jaren tekorten, er werd al jaren gehint op een reorganisatie. Maar april vorig jaar was plotseling zó negatief. Toen heb ik voor het eerst gebeld met de vakbond.”
Docenten in vaste dienst, 32, hebben inmiddels allemaal een vaststellingsovereenkomst en geheimhoudingsverklaring moeten tekenen die leidt tot hun ontslag in mei. Als ze binnen 3 weken zouden tekenen, kregen ze een tekenbonus van 1,5 maandsalaris. Naast de docenten in vaste dienst, raken ook vijftig ZZP-leraren dit deel van hun werk kwijt. Docenten die NRC spreekt zijn er overwegend gelaten onder. Het woord ‘onvermijdelijk’ valt vaak: individuele lessen zijn duur, beamen ze, en er is politiek en dus maatschappelijk geen draagvlak meer voor subsidie. Veel docenten werken deeltijd voor de SKVR. Sommigen van hen geven niet alleen individuele lessen, maar geven namens de SKVR ook lessen op basisscholen in het zogenaamde IKEI-project (Ieder Kind Een Instrument). Die vorm van muziekonderwijs staat niet op de tocht.
Onder docenten leeft vooral frustratie over veel geld dat de afgelopen jaren naar overhead zou zijn gegaan. Tabladocent Heiko Dijker, die vijfentwintig jaar in dienst is, vindt de SKVR daardoor een log bedrijf geworden: „Met veel managers en kantoor-personeel. Dat staat al lang niet meer in verhouding tot het aantal docenten.” De SKVR laat weten dat beide teams juist zijn gehalveerd. Klarinetdocent Jaap Schoneveld noemt dure interim-directeuren en een onlangs compleet vernieuwde branding. Pianodocent De Koning zegt dat er „veel geld ging naar falende administratiesoftware. En er zijn gebouwen verkocht om de balans even goed te krijgen, maar vervolgens moest er wel ruimte worden teruggehuurd en helemaal ingericht voor hoge prijzen.” Directeur Heidy Knol bevestigt dat, maar zegt dat achterstallig onderhoud plegen aan de drie verkochte panden óók duur zou zijn geweest. Ook de frustraties over de administratiesoftware, een kostenpost van iets meer dan een half miljoen euro, erkent ze als „verschrikkelijk maar eenmalig. Ook zonder dat debacle hadden we deze ingreep gedaan.”
Lees ook
Onderzoek: van gesubsidieerde muziekles profiteren leerlingen én docenten
In mei suggereerde de SKVR de docenten om een eigen muziekonderwijscoöperatie op te richten. Een kleine dertig docenten is daar inmiddels positief over. Heiko Dijker zit in een kerngroep: „Ik spreek denk ik namens veel docenten als ik zeg dat we een fijne tijd hebben gehad bij de SKVR, en dat het op een enorm teleurstellende manier is geëindigd. Dat heeft veel pijn gedaan. Maar nu de kogel door de kerk is, merk ik dat deze groep alle energie in de coöperatie steekt. Daarin gaat dat logge van de SKVR geen rol meer spelen. We bepalen zelf wat we doen.”
De positiviteit van de nieuwe groep blijkt uit het feit dat het websitedomein voor de nieuwe naam al is gereserveerd. „We gaan Toon heten”, zegt Dijker trots. Maar veel is nog onduidelijk. Bijvoorbeeld hoe ze het financieel rond gaan breien. Toch vertrouwt Dijker erop dat hij al zijn leerlingen naar de coöperatie zal kunnen meenemen. „Het contact met mogelijke leslocaties loopt al goed.”
Sommige docenten twijfelen nog of ze door willen in de coöperatie. „Er is nog niks bekend, er staat nog niks op papier”, zegt een docent die 32 jaar muziekles geeft aan de SKVR en niet met naam in de krant wil. „Er is nog geen ruimte, de wethouder heeft duidelijk gezegd dat ze geen subsidie gaan krijgen. We zijn nu allemaal nog weeskindertjes. Ik zou niet weten hoe dat moet gaan lukken.”
En er zijn docenten die al zeker weten niet mee te willen. Pianodocent Annemieke de Koning breidt liever haar eigen praktijk aan huis uit. Dat heeft gevolgen voor de veertien-jarige dochter van Sonia Angulo, die al zes jaar les heeft van De Koning. De lessen bij haar thuis vervolgen is geen optie: te ver weg om zelf te fietsen. Angulo hoopt dat de coöperatie van de grond komt. „Ik heb een goed beeld van SKVR-docenten. Wat mij betreft blijft ze bij een van hen. Anders moeten we verder zoeken.” Ook vader Victor Schöyer weet nog niet waar hij zijn twee dochters gaat onderbrengen. „Misschien bij dezelfde docent, als zij zelfstandig doorgaat, maar dat is wel afhankelijk van de prijs.”
En dan is er nog een probleem dat de docenten noemen: niet alleen de individuele lessen, maar ook de groepsprojecten verdwijnen met het badwater: ensembles van de SKVR zoals de popklas, een jazzklas, een talentenklas en een kinderorkest waarin SKVR-leerlingen konden samenspelen. „Terwijl het juist draait om samenspelen”, zegt een docent die veertig jaar in dienst is en ook niet met naam in de krant wil. „Je kunt wel ergens privéles nemen, maar wat heb je daaraan als je nergens samen kunt spelen?” Heiko Dijker is ervan overtuigd dat de nieuwe coöperatie ook ensembles zal faciliteren. „Daar merk je dat kinderen leren luisteren, samenspelen, geïnspireerd raken om te oefenen, stukjes voorbereiden.”
Muziek in de wijken
Wethouder Kasmi verdedigt het besluit van de SKVR in zijn brief ook door te noemen dat het voor ouders niet nadelig is, omdat individuele lessen aan de SKVR inmiddels duurder zouden zijn dan lessen van privédocenten in de vrije markt. De Koning weerlegt dat: „Dat is als je per uur rekent. Maar bij de SKVR deel je uren met andere leerlingen. Bijvoorbeeld drie of vier in een uur. Dat is een stuk goedkoper. Privédocenten bieden dat soort lessen vaak niet. Ook de wijkcultuurscholen waar de wethouder in zijn brief vertrouwen in zegt te hebben, hebben een andere vorm.”
Ze doelt op muziekles tijdens en na lestijd op basisscholen: het IKEI-project voor alle kinderen tijdens school, de wijkcultuurschool voor kinderen die na school extra les willen. De SKVR zegt daar al jaren op in te zetten om meer kinderen in contact te laten komen met instrumenten. Op die manier worden momenteel 1.740 kinderen bereikt, veel uit kansarme wijken. Het is goedkoper, onder andere omdat de groepen een stuk groter zijn. En het is primair bedoeld voor kinderen in de basisschoolleeftijd. „Dat is mooi”, zegt raadslid Judith Bokhove. „Het is goed dat de SKVR vele jonge Rotterdammers laat kennismaken met muziek. Maar als de vonk is overgeslagen, dan is het belangrijk dat verdere ontwikkeling kan volgen door een professioneel muzieklesaanbod.”
Die basisschoollessen zijn niet te vergelijken met individuele muziekles op een zelfgekozen instrument, beaamt interim-directeur Heidy Knol. Maar als ze moet kiezen dan behoudt ze liever de groepslessen voor kinderen die anders geen instrument in handen zouden hebben gehad dan de individuele lessen die voor veel ouders te duur zijn. „Mijn ouders konden muzieklessen ook niet betalen. Ik heb via de harmonie een instrument leren bespelen.”
Muzieklessen die verdwijnen betekenen een verschraling, vindt Knol ook. „Ik vind het jammer. Echt jammer.” Maar Knol vindt ook dat de zaken uit hun verband worden getrokken. Het beeld is ontstaan, zegt ze, dat de SKVR alleen maar muziekles verzorgt. We geven veel lessen, stelt ze. Van allerlei dansles tot creatieve vakken als beeldhouwen en schilderen. „Wij bereiken zo jaarlijks 100.000 Rotterdammers. Dat blijven we doen. De individuele muzieklessen zijn een kleine, relatief heel dure, afdeling van de SKVR.”
Voordelen van muziekles
Voor Jaap Schoneveld, 43 jaar SKVR-klarinetleraar, is de schuldvraag van de hele zaak moeilijk te beantwoorden. „Vroeger had je geen computer, geen mobiele telefoon, toen was er een beperkt vrijetijdsaanbod – natuurlijk was muziekles toen aantrekkelijker. De tijd van 70 kinderen op de wachtlijst voor saxofoonles is voorbij.” Volgens Schoneveld had veel eerder al serieuzer gekeken moeten worden naar lestrajecten op en na school. „Op school voor iedereen, direct na school voor de kinderen die het leuk vinden en meer willen.”
Dat de individuele muzieklessen van de SKVR nu verdwijnen, ziet hij in de landelijke trend van verdwijnende muziekscholen door bezuinigingen. Den Haag, Utrecht, Tilburg en een hoop kleinere steden en dorpen zagen de afgelopen jaren al muziekscholen omvallen. „Eigenlijk waren we de laatste en de grootste der Mohikanen. Er zijn nog wel docenten die zich verzetten, maar ik weet dat dit niet meer terug te draaien is. Het is dit óf de hele SKVR is over twee jaar failliet.” Zonde, want, Schoneveld noemt de bekende voordelen van muziekles nog maar eens op: „Betere hersenontwikkeling, maar ook leren zorgen voor zo’n instrument, leren luisteren naar andere spelers, leren samenwerken. Het gaat over iets waar in de rest van het onderwijs eigenlijk nauwelijks ruimte voor is: gevoel. Muziekmaken maakt je een empathischer mens. Dat zijn we als maatschappij vergeten. Gevorderde muzieklessen worden ook in Rotterdam alleen nog maar meer een elitaire aangelegenheid.”
Raadslid Judith Bokhove denkt nog steeds dat als de raad eerder was geïnformeerd een reddingspoging mogelijk was geweest. „Het is toch te gek dat de tweede stad van Nederland geen muziekschool in de lucht kan houden.” Ze juicht de groepslessen toe maar vindt dat het mogelijk moet zijn om door te stromen als een kind talent heeft of graag wil. Bovendien zullen conservatoria en de muziek- en theateropleiding Codarts, het conservatorium van Rotterdam, nog meer moeite hebben met het aantrekken van Nederlands talent, denkt ze.
Lees ook
Muziekles is geworden waar het toch al voor werd uitgemaakt: een elitaire, linkse hobby