Nu de goudstaven weg zijn, is het gesloten bolwerk van De Nederlandsche Bank eindelijk opengezaagd

Als je nu De Nederlandsche Bank binnenkomt – en dat mag iedereen – loop je dwars door de oude kluismuur heen. Dagenlang is er aan dat metersdikke beton gezaagd om deze grote opening te maken, die de toegang is voor zowel medewerkers als publiek, van directeur tot scholier. Een strook van het beton is in het zicht gelaten als reliek van het gesloten bolwerk dat de DNB vanaf de bouw in 1968 was.

Dat nu is ingrijpend veranderd, na een vijf jaar durende renovatie door Mecanoo Architecten. Kosten: 320 miljoen, inclusief de verhuisbewegingen van en naar het tijdelijke kantoor. Architect en opdrachtgever samen zijn er glansrijk in geslaagd dit markante modernistische gebouw uit de jaren zestig in ere te herstellen én aan te passen aan deze tijd.

Bij de opening van Duintjers gebouw zei DNB-president Jelle Zijlstra tegen het Polygoonjournaal: „Je kunt hier heel rustig arbeiden… Er dringen weinig geluiden van de buitenwereld tot je door.” Nu wil de bank zich juist meer openstellen naar de samenleving. Met de verhuizing van het goud en de bankbiljetten – waarde toen 15 miljard – naar een zwaarbeveiligde kluis op een defensieterrein bij Zeist, kon dat ook.

Goudkleurige muren

Op de begane grond is het eerste wat je tegenkomt een brede openbare ‘binnenstraat’, met een koffiebar, uitnodigende zitjes en lange houten tafels. Rondom de kluizen heeft de architect de vloeren weggehaald zodat de goudkleurige muren over de hele hoogte van drie verdiepingen zichtbaar zijn. Vanaf maart is dit ‘De Nieuwe Schatkamer’, met tentoonstellingen en educatieve activiteiten. Aan het water aan de zuidkant van het gebouw is er een honderd meter lange openbare kade aangelegd met plantenbakken en bankjes.

De goudkleurige muren en oude kluisdeur, vlak voor de opening van het vernieuwde DNB-gebouw.

Foto’s Jeroen Jumelet/ANP

Als centrale bank van het land werkt DNB, in de woorden van president Klaas Knot, „voor alle Nederlanders aan stabiele prijzen, aan solide en integere financiële instellingen en aan een betrouwbaar en stabiel betalingsverkeer”. Sinds de oprichting in 1814 heeft de bank altijd in de Amsterdamse binnenstad gezeten, sinds 1968 op het Frederiksplein. Op de plek waar in 1929 het Paleis voor Volksvlijt afbrandde creëerde architect Duintjer een strak staaltje modernisme, met drie verdiepingen laagbouw en een slanke toren van zestien verdiepingen met stroken glas en roodbruine tegels. In 1991 werd daar een tweede, ronde, toren aan toegevoegd – die nooit het hart van de Amsterdammers heeft kunnen veroveren.

Met deze renovatie is de tweede toren verwijderd en kon het binnenplein een openbare tuin worden. De entree is verplaatst en ligt nu tegenover het Frederiksplein, een driehoekig parkje. „Met de beplanting in en rondom dit gebouw en de tuin komt DNB als het ware in een park te liggen”, zegt architect en oprichter van Mecanoo Francine Houben. „Zou mooi zijn als het zou kunnen worden omgedoopt in het Frederikspark.”

Duurzaam renoveren

Bij de verbouwing heeft duurzaamheid voorop gestaan, zegt Maaike van Leuken, divisiedirecteur bedrijfsvoering. „Door te renoveren in plaats van sloop en nieuwbouw hebben we 70.000 ton aan nieuw bouwmateriaal bespaard. Het beton dat is weggehaald, is grotendeels hergebruikt, onder andere bij de bouw van tachtig sociale woningen elders in Amsterdam.” De tweede toren is zorgvuldig gedemonteerd en ligt opgeslagen, klaar voor een nieuwe bestemming.

De renovatie door Mecanoo ziet Francine Houben als een hommage aan haar voorganger Duintjer, maar ze borduurt er ook op voort. Duintjer had twee sculpturale wenteltrappen in het interieur gemaakt, Mecanoo heeft er daar twee aan toegevoegd. De roodbruine tegels uit de jaren zestig zijn nieuw nagemaakt en met hedendaagse techniek opgehangen.

Op de bovenste verdieping van de toren heeft Houben de droom van Duintjer kunnen realiseren om hier een uitkijkpunt over de stad te maken. ‘Het Baken’ biedt medewerkers een bar met gouden tegels en buiten een balkon rondom onder het uitkragende dak. Dat was toen niet gelukt omdat er veel installaties op het dak moesten staan. Die zijn nu naar de kelder, veilig opgeborgen in grote betonnen bakken, inclusief warmte-koudeopslag. Op de daken zijn 1.380 zonnepanelen geplaatst.

Het dakterras en de leeszaal van het vernieuwde DNB-gebouw.

Foto’s Jeroen Jumelet/ANP

De oude kashal waar vroeger rijen typistes zaten, is nu het Forum, een leeszaal geïnspireerd op de Rose Main Reading Room in de New York Public Library. Naar aanleiding van deze zaal vertelt Van Leuken dat de manier van werken bij DNB ook met deze renovatie verandert. „Zoals in zoveel kantoren na corona heeft niet iedereen meer een eigen kantoor. We zijn gaan denken in termen van de verschillende werkactiviteiten die hier plaatsvinden. Er wordt ook minder gereisd en meer virtueel overlegd, waardoor we nu andersoortige vergaderruimtes en ander meubilair nodig hebben. Ik geloof nog steeds in het kantoor, maar dan zoals het nu is: flexibel en toekomstbestendig.”

‘Verticale verbindingen’

Mecanoo is er ook in geslaagd een nieuwe ruimte aan de bestaande bouw toe te voegen: het Atrium. Door de gevel van de laagbouw acht meter het binnenterrein in te schuiven, ontstond er ruimte voor verschillende trappen van hout en van natuursteen, met veel groen ertussen. In het interne gesprek over het ontwerp schijnt president Knot, zelf een sportieveling, uitgesproken voorstander te zijn geweest van deze ‘verticale verbindingen’ die van de DNB een walkable building maken. Bij de nieuwjaarsspeech voor het personeel stond een groot deel van de 2.300 medewerkers hier op de trappen en de overlopen om naar de toespraken te luisteren en het glas te heffen. Hun vernieuwde kantoor is inderdaad het vieren waard.

Het nieuwe atrium.
Foto Jeroen Jumelet/ANP

O ja, ook nog dit. Alle delen van het gebouw hebben een nieuwe naam gekregen, dus ook het besloten gedeelte van de vernieuwde Nederlandsche Bank. Die heet: Het Kapitaal.