Bewustzijn creëren over de drijfveren achter hedendaagse Jodenhaat. Dat was het idee achter de conferentie tegen antisemitisme in Jeruzalem op 26 en 27 maart, een initiatief van het Israëlische ministerie van Diasporazaken. Maar door de aanwezigheid van enkele radicaal-rechtse gasten besluiten verscheidene andere genodigden om weg te blijven. Vijf vragen.
1. In welke context vindt de conferentie plaats?
Van de Europese Joden zei 96 procent in het afgelopen jaar met antisemitisme geconfronteerd te zijn, bleek onlangs uit een EU-enquête. Volgens veel respondenten worden zij verantwoordelijk gehouden voor de vernietigende oorlog die Israël voert in de Gazastrook. Dit wordt ook gevoeld door Joodse Israëliërs en Joden in de rest van de wereld.
In Israël wordt de definitie van antisemitisme in toenemende mate vernauwd tot het bekritiseren van (het beleid van) de staat Israël. Zo ijvert Israël wereldwijd voor invoering van de IHRA-definitie van antisemitisme, een definitie die ook enkele vormen van kritiek op Israël als antisemitisme ziet. Demonstranten tegen de Gaza-oorlog worden routineus als antisemieten aangemerkt.
2. Wie zijn er uitgenodigd?
Onder meer antisemitisme-experts, ambtenaren, maatschappelijke organisaties, Joodse gemeenschapsleiders en academici. Maar op de gastenlijst staan ook Europese radicaal-rechtse politici. Neem de Fransman Jordan Bardella, voorzitter van het Franse Rassemblement National (RN). Deze radicaal-rechtse partij staat van oudsher bekend als antisemitisch, vanwege omstreden uitspraken van partijprominenten als oprichter Jean-Marie Le Pen, die meermaals de Holocaust bagatelliseerde.
Lees ook
Antisemitisme is een begrip waarover al twee eeuwen geruzied wordt
Le Pens opvolger en dochter Marine Le Pen probeert van het antisemitische partij-imago af te komen, bijvoorbeeld door mee te lopen met protesten tegen antisemitisme. Maar antisemitisch gedachtegoed blijft de kop opsteken in de partij. Tijdens de parlementsverkiezingen van 2024 moest een RN-kandidaat zich terugtrekken omdat ze lachend op de foto ging met een nazi-pet. Een ander werd bekritiseerd omdat hij zijn politieke tegenstanders Untermenschen (minderwaardige mensen – een door de nazi’s gebezigde term) had genoemd. Een derde kwam onder vuur te liggen omdat zij op camera stelde niet racistisch te kunnen zijn omdat ze „een Joodse oogarts” had. En weer een ander sprak op sociale media over „de Jood praat, de mond liegt”.
Ook de Nederlandse Europarlementariër Sebatiaan Stöteler is uitgenodigd als spreker. De PVV’er maakt onderdeel uit van de radicaal-rechtse Europese politieke familie Patriotten voor Europa, waar ook RN deel van uitmaakt. De PVV was niet bereikbaar voor commentaar.
3. Welke genodigden blijven weg van de conferentie (en waarom)?
Door de komst van radicaal-rechtse politici besloten verscheidene genodigde organisaties en individuen (fysiek) weg te blijven. Zo is de directeur van de Anti-Defamation League (ADL), een Amerikaans-Joodse belangenorganisatie die campagne voert tegen antisemitisme, waarschijnlijk enkel online aanwezig.
Door de uitnodiging worden „autoritaire neofascistische politieke partijen” gelegitimeerd en draait de conferentie meer om de deelnemers dan om antisemitisme, stelde oud-ADL-leider Abe Foxman in The Jerusalem Post. Hij benadrukt dat de regering-Netanyahu in eerste instantie verantwoordelijk is voor het beschermen van Israël en Israëliërs en daarna voor het ontzien van Joden wereldwijd. „Deze conferentie draait meer om het eerste en is ongevoeliger voor het tweede.”
In aanloop naar de conferentie meldden onder meer de Franse filosoof Bernard-Henri Lévy, de Duitse regeringsvertegenwoordiger voor antisemitismebestrijding Felix Klein en de Britse socioloog David Hirsh van de Universiteit van Londen zich af. „Als we ons associëren met extreem-rechtse krachten, brengen we onze gezamenlijke zaak in diskrediet […] Ook heeft het een negatieve impact op onze strijd tegen antisemitisme in onze samenlevingen”, stelde oud-Bondsdaglid Volker Beck, die ook verstek liet gaan, op X.
4. Hoe komt Israël bij radicaal-rechts terecht?
Vorige maand droeg de Israëlische minister Gideon Sa’ar (Buitenlandse Zaken) zijn diplomaten op om contact te leggen met radicaal-rechtse partijen als RN, het Spaanse Vox en de Zweden-democraten. Tot op heden werden die partijen door Israël geboycot vanwege hun fascistische wortels en banden met antisemieten.
Dat Israël toch toenadering zoekt, is omdat deze partijen hun steun aan Israël hebben uitgesproken sinds de aanval van Hamas op 7 oktober 2023 en de daaropvolgende oorlog in Gaza. Israël en het Europese rechtse populisme hebben enkele gemeenschappelijke doelen. Zo keren ze zich beide tegen migratie en tegen de islam.
Het lijkt tegenstrijdig dat radicaal-rechtse partijen zo’n voorliefde voor Israël aan de dag leggen. Toch sluiten het zionisme en het antisemitisme elkaar niet uit. Zo combineert de Hongaarse premier Viktor Orbán zijn voorliefde voor Israël met antisemitische uitlatingen over de filantroop George Soros.
Sommige voorstanders van een Joodse staat propageren nadrukkelijk ook de verhuizing van Europese Joden naar die staat. De Amerikaanse neonazi Richard Spencer noemt zichzelf bijvoorbeeld een ‘witte zionist’: hij wil een ‘veilig thuisland voor blanken’, zonder Joden – en is tegelijkertijd voorstander van zo’n Joodse thuishaven in de vorm van Israël.
Dit sluit paradoxaal genoeg aan bij de wensen van Israël zelf. Op de begrafenis van de slachtoffers van de aanslag op de Joodse supermarkt in Parijs, tien jaar geleden in Jeruzalem, spoorde premier Benjamin Netanyahu alle Joden ter wereld aan om naar Israël te emigreren. Joden, zei hij, weten diep hun harten dat ze maar één land hebben, de staat Israël, dat hun historische thuisland is en dat hen altijd met open armen zal verwelkomen. „Meer dan ooit is Israël het ware thuis voor ons allemaal.”
Voor Israël is dit ook van demografisch belang: in geheel Israël en Palestina wonen ongeveer evenveel Joden als Palestijnen. Om de overhand te houden, is elke Joodse immigrant welkom.
Met medewerking van Floor Bouma
