Het was een pikant foutje. Op 28 maart presenteerden adviseurs Hans Wijers en Frans Blom een doorlichting van verschillende opties voor de verduurzaming van Tata Steel in IJmuiden. In hun rapport stonden geen kosten voor de overheid, maar de twee lieten bij de presentatie per abuis wel bedragen zien. Benodigde staatssteun voor hun favoriete scenario: 3 miljard euro.
In dit plan gaat de controversiële staalfabriek vanaf 2030 staal maken met waterstof en daarbij ook deels schroot omsmelten tot nieuw staal: dat laatste vanwege circulariteit. Afgelopen week stemde de Tweede Kamer definitief in met dit toekomstplan voor de fabriek, dat eveneens de voorkeur geniet van Tata Steel. In de praktijk betekent dat: demissionair minister Micky Adriaansens (Economische Zaken, VVD) krijgt een mandaat om te onderhandelen met het bedrijf over de precieze voorwaarden voor staatssteun.
In ruil voor steun wil de overheid voorwaarden stellen aan Tata Steel
Tata Steel (circa 9.000 werknemers) is verantwoordelijk voor ongeveer 7 procent van de CO2-uitstoot van Nederland. Net als bij staalfabrieken in andere Europese landen is de staat voornemens geld bij te dragen aan de vergroening, omdat dit voor Tata Steel zelf niet rendabel is. Om schoon te produceren moet een hele nieuwe fabriek worden gebouwd. Het huidige Hoogoventerrein, vol kolenbergen en schoorstenen, ziet er over tien jaar in principe totaal anders uit.
In ruil voor steun wil de overheid voorwaarden stellen – bijvoorbeeld dat de gezondheidssituatie in de omgeving wordt verbeterd. Omwonenden van Tata Steel leven volgens het RIVM ruim tweeënhalve maand korter door de uitstoot van de fabriek.
Nu begint het echte werk: onderhandelen. Dat belooft geen makkelijk proces te worden. Er zijn veel uiteenlopende belangen, en de overheid heeft hier weinig ervaring mee.
Het was al enigszins de verwachting dat de Kamer in zou stemmen. In het nieuwe regeerakkoord schreven de vier regeringspartijen dat ze wilden doorgaan met de zogenoemde ‘maatwerkafspraken’: een-op-een-gesprekken met grote vervuilers over staatssteun bij vergroening. Zo kan je groene industrie behouden voor Nederland, is het idee.
Heel makkelijk ging dat de afgelopen jaren niet. Afspraken met grote vervuilers komen veel langzamer tot stand dan gepland. Overleg tussen bedrijf en overheid blijkt ingewikkelder dan gedacht. Zelfs het opstellen van intentieverklaringen is ingewikkeld, nog ver voordat echt onderhandeld wordt. Minister Adriaansens had eigenlijk al stukken verder willen zijn, maar moet tegen het einde van haar ministerschap – tenzij ze doorgaat – genoegen nemen met de start van deze onderhandelingen als grootste mijlpaal.
Een opsteker voor haar was wel de brede steun vanuit de Kamer. De afgelopen weken klonk kritiek op het scenario waar de regering, op basis van het advies van Wijers en Blom, voor wilde kiezen. Omwonenden en verschillende actiegroepen, zoals klimaatorganisatie Stichting Urgenda, lobbyden hevig voor een heel andere verduurzamingsstrategie: een veel kleiner staalbedrijf dat grondstoffen importeert en deze slechts nog bewerkt tot eindproduct. Daarmee zou de gezondheidssituatie in de omgeving sneller vooruitgaan, maar Wijers en Blom waren geen fan van dit plan: het is volgens hen de vraag of er een gezonde bedrijfsvoering op te baseren is.
Bij de Partij voor de Dieren vond dit alternatieve scenario steun. De rest van de Kamer was het echter overwegend eens met de keuze van Adriaansens voor het plan met waterstof, waarbij de fabriek alle onderdelen van het staalmaakproces behoudt.
Testcase
De onderhandelingen zijn aan de start al bijzonder. De overheid gaat met een grote multinational (Tata Steel is een megaconcern uit India) om de tafel om te praten over directe steunbedragen van astronomische omvang. Daar bestaan in de recente politieke geschiedenis nauwelijks voorbeelden van. Eerder dit jaar kondigde het kabinet 2,5 miljard euro aan voor de chipindustrie in regio Eindhoven, maar dat gaat ook om bijvoorbeeld woningbouw en betreft een kleiner bedrag dan Tata Steel mogelijk krijgt.
Ministerie en bedrijf zijn het in grote lijnen eens over de verduurzamingsplannen. Maar de belangen blijven fundamenteel verschillen en er tekenen zich al lastige kwesties af.
De overheid zal Tata Steel tot zoveel mogelijk gezondheidsmaatregelen willen dwingen in ruil voor steun: daar heeft de Tweede Kamer in een motie expliciet om gevraagd. Tegelijkertijd kan de fabriek zeggen dat het compensatie wil als het ‘bovenwettelijke’ maatregelen moet nemen: Tata Steel voldoet al overwegend aan de vergunningen.
Onderdeel van de onderhandelingsinzet van de overheid is bijvoorbeeld dat Kooksgasfabriek 2 eerder sluit dan gepland. Dit fabrieksonderdeel geldt als zeer oud en vervuilend. Omwonenden willen graag dat hier zo snel mogelijk wordt ingegrepen. Tata Steel wilde de fabriek eigenlijk pas sluiten in 2030, maar de overheid zou dit het liefst naar voren halen. Dat gaat wel tot „extra steunvraag” leiden vanuit de fabriek, schreven Wijers en Blom al in hun advies.
Zo zijn er nog wel meer punten waarop ook een groot deel van de Kamer hamerde. Hoe kan de staat geld terugeisen als Tata Steel niet aan de voorwaarden voldoet of niet snel genoeg vergroent? Kan de staat het geld in kleine stapjes uitkeren, afhankelijk van de voortgang die de fabriek maakt? ‘Zeggenschap’ was in het debat een vaak terugkerend woord (‘staatsdeelneming’, zoals de SP bepleitte, vond weinig weerklank).
Andersom bestaan er ook zorgen over wat de overheid kan leveren. Tata Steel zal inzetten op een soepele vergunningverlening en daarvoor vermoedelijk garanties willen. Ook zal het bedrijf zo duidelijk mogelijk willen weten wanneer er infrastructuur ligt voor het transport van waterstof.
Tata Steel is een testcase. Het is de bedoeling dat er nog meer van dit soort afspraken volgen met de andere forse uitstoters, zoals plasticfabriek Dow in Terneuzen en kunstmestfabriek Yara in Sluiskil. Zij zullen met interesse volgen wat Tata Steel en de regering weten te bereiken.
Talloze rechtszaken
Of waar ze stranden. Maar er zijn weinig alternatieven, mochten ministerie en bedrijf er niet uitkomen. Tata Steel kan dan hoogstens langer op de huidige vervuilende weg doorgaan en vervolgens de fabriek sluiten. Zonder steun gaat Tata Steel niet snel investeren in vergroening. Geen enkel staalbedrijf in Europa, trouwens. De marges in de sector liggen relatief laag en de benodigde investeringen zijn enorm. Duitsland heeft al miljarden klaargezet voor fabrikanten als ThyssenKrupp.
Wat de onderhandelingen extra lastig maakt, is dat van buitenaf van alles het proces kan beïnvloeden. De provincie Noord-Holland houdt toezicht op Tata Steel en voert eigen beleid. Er loopt al maandenlang een onderzoek naar de juridische mogelijkheden om Kooksgasfabriek 2 zo snel mogelijk te sluiten. Besluit gedeputeerde Jeroen Olthof (PvdA) ergens de komende tijd de sluiting door te zetten, dan heeft dat invloed op de gesprekken.
Verder lopen er talloze rechtszaken over Tata Steel. In mei kondigde een groep omwonenden aan sluiting van de meest vervuilende bedrijfsonderdelen af te willen dwingen door de staat te dagen wegens het verwaarlozen van de zorgplicht. En bij het Europese Hof van Justitie loopt een ingewikkelde zaak tegen een zeer vervuilende staalfabriek in Zuid-Italië. Ofschoon hierover veel onduidelijkheid bestaat, speculeren omwonenden en Kamerleden dat een uitspraak ook gevolgen kan hebben voor Tata Steel.
Lees ook
Wat doen we met Shell en Tata?
Tata Steel maakte eind mei bekend een ingenieursbureau te hebben gevraagd een gedetailleerd ontwerp te maken voor de nieuwe fabriek. Of het die installaties ook uiteindelijk bestelt, hangt af van wat de komende maanden gebeurt.