
Het blijven „financieel ingewikkelde tijden”, zegt Wouter Koolmees. De president-directeur van NS zit op een podium in de Rijtuigenloods in Amersfoort, een van de monumentale werkplaatsen van het spoorbedrijf.
Achter hem staat een levensgroot model van de nieuwe dubbeldekker die NS vanaf 2029 in gebruik wil nemen. „Dit is de DDNG, de Dubbeldekker Nieuwe Generatie – nu nog vooral hout en karton.”
NS heeft zestig van deze nieuwe dubbeldekkers besteld bij de Spaanse treinfabrikant CAF. Kosten: zeker 600 miljoen euro. Het is de eerste keer dat NS het uiterlijk toont van de nieuwe trein. Die is deels dubbeldeks om voldoende passagiers te kunnen vervoeren en deels enkeldeks voor de toegankelijkheid voor reizigers in een rolstoel of met een kinderwagen.
Koolmees’ boodschap tijdens de presentatie van de jaarcijfers, woensdagmorgen in Amersfoort, gaat zeker niet alleen over nieuwe uitgaven. NS moet vooral blijven besparen, aldus de president-directeur. Dan kan het spoorbedrijf weer financieel gezond worden.
NS boekte vorig jaar een negatief onderliggend resultaat – zonder incidentele posten – van 141 miljoen euro. Dat was iets beter dan het verlies van 187 miljoen euro over 2023, maar nog altijd geeft NS meer uit dan het bedrijf binnenkrijgt. Dat komt vooral doordat NS nog steeds minder reizigers vervoert dan voor de coronacrisis (2024: 92 procent van het aantal in 2019). Het spoorbedrijf verwacht pas in 2030 weer net zoveel reizigers te vervoeren als voor Covid-19.
NS wil structureel circa 200 miljoen euro per jaar besparen, rond de 5 procent van zijn kosten. Daartoe wil het minder uitgeven aan het hoofdkantoor in Utrecht, automatisering, energie en huisvesting. Onbekend is of hierbij arbeidsplaatsen sneuvelen.
Van 2020 tot en met 2024 gaf NS al 1,4 miljard euro minder uit. „Maar dat is niet genoeg”, aldus financieel directeur Angelique Magielse. Het spoorbedrijf boekte weliswaar 10 procent meer opbrengsten uit reizigersvervoer en 8 procent meer uit de exploitatie van stations, ook de lasten namen met 8 procent toe. En die lastengroei dreigt de komende jaren sterker te worden.
Magielse noemde als verklarende factoren onder meer stijgende loonkosten, hogere kosten voor energie en kosten voor de werving van personeel. NS heeft nu 21.000 medewerkers. De afgelopen jaren kwam het vooral machinisten en conducteurs tekort, nu speelt schaarste vooral nog bij de afdeling Veiligheid & Service, en op termijn bij technische functies. De komende jaren gaan relatief veel monteurs met pensioen.
Het tekort aan technisch personeel kan de komende jaren gaan knellen als de ingebruikname van nieuwe intercity’s (ICNG’s) samenvalt met de komst van de DDNG. Koolmees verwacht echter dat de ICNG, de afgelopen jaren geplaagd door productieproblemen, snel volledig in gebruik is. Inmiddels rijden er 45, in 2027 moeten alle 109 bestelde ICNG’s in gebruik zijn.
Vervangend vervoer
Ook toegenomen hinder op het spoor drukt de resultaten. Wouter Koolmees wees op het „recordaantal werkzaamheden” vorig jaar. Voor 2025 rekent beheerder ProRail op nog eens 40 procent meer werk aan reparatie, onderhoud en vernieuwing van het spoor.
Waar ProRail eerder vooral vakantieperiodes, weekenden en de nacht gebruikte voor onderhoud, vinden nu ook regelmatig buiten deze periodes werkzaamheden plaats. Daardoor moest vaker vervangend vervoer worden geregeld – een kostenpost van 23 miljoen euro. Bovendien steeg het aantal claims van reizigers die geld terug vroegen bij vertraging met bijna 20 procent, tot ruim 335.000. Het spoorbedrijf compenseerde hen voor 3,6 miljoen euro.
In 2024 reed NS 89,4 procent van de intercity’s en stoptreinen op tijd. Dat is iets beter dat de 88,9 procent die de vervoerder heeft afgesproken met de overheid. Op de hogesnelheidslijn (HSL-Zuid) haalde NS de bodemwaarden niet; daar reed slechts 69 procent van de treinen op tijd. De afspraak is 82,1 procent.
NS moet blijven bezuinigen, stelde Koolmees, maar „wij willen de reizigers zoveel mogelijk ontzien”. Toch kon hij niet uitsluiten dat de besparingen de komende jaren de dienstverlening van het bedrijf raken.
Besparen zonder de dienstregeling uit te kleden lijkt bij NS ondoenlijk. De jaarlijkse bezuiniging met 200 miljoen is afgesproken met staatssecretaris Chris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat, PVV). Nieuwe besparingen bij NS zijn niet mogelijk, meldde hij de Tweede Kamer vorige maand.
Reizigers zullen het merken, stelde Koolmees, als NS zou besluiten bijvoorbeeld op vrijdag minder treinen te laten rijden. Op die dag nemen sowieso al minder mensen de trein – dinsdag en donderdag zijn de populairste kantoordagen – maar elke trein die NS schrapt, schaadt de dienstverlening.
Onduidelijk is nog in hoeverre NS volgend jaar de tarieven verhoogt. Het spoorbedrijf onderhandelt met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over een structurele oplossing om de inflatie van de afgelopen jaren op te vangen. Dit jaar ging de prijs van vervoerbewijzen ruim 6 procent omhoog; dat was nog meer geweest zonder de eenmalige subsidie van 120 miljoen euro die het kabinet gaf. Dit voorjaar moet meer bekend worden over de tarieven per 2026.
