Het water is maar zes graden. Het houdt Ricky Holmes en Mary O’Hagan niet tegen. Met rustige slagen zwemmen ze naar de overkant van het haventje en terug. Aan de steigers ligt nog een handvol boten, de meeste zijn op de kade getakeld voor de winter.
O’Hagan en Holmes kleden zich om onder de achterklep van hun auto’s en trekken een dikke handdoekjas over hun trainingskleren aan. Klappertandend – „hoort erbij, het gaat prima” – vertellen ze hoe belangrijk dit meer, Lough Neagh, voor hen is. Vorig jaar konden ze vijf maanden lang niet zwemmen omdat het meer bedekt was met een dikke laag giftige blauwalg. Mentaal voelt hij daar nog steeds de gevolgen van, zegt Ricky Holmes. „Ik heb de zomer nodig om de winter goed door te komen.”
Het vervuilde Lough Neagh is uitgegroeid tot symbool van een langdurige politieke impasse in Noord-Ierland. Al bijna twee jaar zit het land zonder functionerende regering. „Door de patstelling krijgen natuur en milieu weinig prioriteit”, zegt Mary O’Hagan. „Er is geen minister om beslissingen te nemen en actie te ondernemen. Dat is een groot probleem.” Eén van de twee grootste politieke partijen van het land, de Democratische Unionistische Partij |(DUP), weigert een regering te vormen, terwijl zij wel nodig is om mee te besturen.
Er overleden zwanen, vossen en enkele honden nadat ze in contact waren gekomen met de groene smurrie. En de vervuiling leverde risico’s op voor de drinkwatervoorziening. Het zoetwatermeer levert ongeveer 40 procent van het drinkwater in Noord-Ierland. Maar het water stonk en hoewel beheerder NI Water de inwoners verzekerde dat hun water veilig was om te drinken, vertrouwden veel Noord-Ieren daar niet op. Holmes: „Het was onduidelijk welke chemicaliën ze gebruikten om het te filteren en of die gevolgen hadden voor je gezondheid.” Sommige inwoners drinken nu nog steeds bronwater uit flessen, ook al zijn de algen door het koudere weer uit het meer verdwenen.
Nieuwe verkiezingen
Naast deze ecologische ramp van 396 vierkante kilometer groot – Lough Neagh is veruit het grootste meer van het Verenigd Koninkrijk – lijden ook de publieke voorzieningen onder het gebrek aan een normaal functionerend bestuur. De regering in Londen stelt nu de budgetten voor ministeries vast en die zijn lager dan in voorgaande jaren, terwijl de afgelopen maanden de prijzen in het VK juist sterk stegen.
Donderdag is wettelijk gezien de deadline om de langdurige politieke impasse te doorbreken. Lukt dat niet, dan hoort de overkoepelende Britse regering in Londen officieel opnieuw verkiezingen uit te schrijven. Waarschijnlijker is dat de verantwoordelijk minister voor Noord-Ierland met een noodwet komt om die deadline verder naar de toekomst te schuiven – dat gebeurde vorig jaar ook al eens. Om de druk op de politiek op te voeren, leggen donderdag duizenden werknemers uit de gezondheidszorg, het onderwijs en het openbaar vervoer hun werk neer.
De DUP is ontevreden over de afspraken die de Londense regering maakte met de Europese Unie rond de Britse uittreding van de EU, over de grenzen tussen Noord-Ierland en Ierland. Volgens de DUP werken die afspraken een onwenselijke scheiding in de hand tussen Noord-Ierland en de rest van het VK. Dus in februari 2022 stapte de DUP uit protest uit de regering. De DUP is één van de unionistische, loyalistische politieke partijen in Noord-Ierland, die de band met het VK graag zo nauw mogelijk houdt.
Na de verkiezingen een paar maanden later, in mei 2022, had de DUP een extra reden om hun blokkade in stand te houden: ze verloren hun positie als grootste partij van het land. De nationalistische partij Sinn Féin, die graag een verenigd Ierland wil, won en werd de grootste. Voor het eerst in de geschiedenis zou Noord-Ierland een premier krijgen die het land het liefst opheft en bij Ierland zou voegen. En al zouden ze het nooit hardop toegeven, voor de DUP voelt het als groot gezichtsverlies om onder leiding van Sinn Féin te moeten regeren. Dus houden ze dat liever zo lang mogelijk tegen.
Burgeroorlog
Maar samenwerken, daartoe zijn ze veroordeeld. Volgens het Goede Vrijdagakkoord, dat in 1998 een einde maakte aan The Troubles, de jarenlange burgeroorlog tussen unionisten en nationalisten, moeten de grootste partijen van beide kanten verplicht de macht delen en samen een regering vormen. Sinds 1998 is het geweld inderdaad beëindigd, maar zit Noord-Ierland geregeld jarenlang zonder bestuur omdat één van beide partijen de medewerking introk. Zo was het van 2017 tot 2020 Sinn Féin die het regeren blokkeerde.
Hoge ambtenaren hebben de afgelopen twee jaar het meeste werk overgenomen, maar zij kunnen geen politieke besluiten nemen. Rond Lough Neagh zou bijvoorbeeld nieuw landbouwbeleid het lozen van koeienmest in het meer kunnen stoppen. Of er zou een onafhankelijk milieuagentschap kunnen komen, zoals Mary O’Hagan en Ricky Holmes graag zien. Vorig jaar richtten zij Save our Shores op, een burgerinitiatief waarmee ze aandacht vragen voor de problemen rond het meer. O’Hagan: „Zo’n agentschap kan serieus achter de vervuilers aangaan.” Milieuzaken zijn nu ondergebracht bij het ministerie van landbouw.
Ook in andere sectoren zijn de gevolgen van de blokkade te merken. In het hele VK bestaan wachtlijsten voor de gezondheidszorg, maar in Noord-Ierland zijn die veruit het langst. Mary O’Hagan heeft een gehandicapte broer: „Toen hij laatst een aanval kreeg moesten we zeventien uur wachten op een ambulance.” Uit NHS-data blijkt bijvoorbeeld ook dat vorig najaar maar 34 procent van de kankerpatiënten in Noord-Ierland binnen twee maanden na een eerste verwijzing van hun huisarts aan een behandeling kan beginnen, dat is een daling van 5 procent ten opzichte van 2022.
Toiletpapier
Ander voorbeeld: in het onderwijs hebben Noord-Ierse docenten al drie jaar geen salarisverhoging gekregen. Hun lonen liggen per jaar duizenden ponden lager dan in Engeland, Schotland en Wales, waar ze wel een loonsverhoging kregen – en ze zijn ook fors lager dan in buurland Ierland. De landelijk gekorte budgetten betekenen dat scholen ouders moeten vragen om bijdrages voor toiletpapier, lijmstiften, zwemles of zelfs computers.
In haar lunchpauze vertelt basisschoollerares Jane McConville in haar klaslokaal, de muren hangen vol met vrolijke tekeningen, dat haar school geen geld meer heeft voor fulltime klassenassistenten. „Een paar jaar geleden nog wel, maar we moesten bezuinigen. Ik heb een klas met 25 zes- en zevenjarigen en heb één dag per week hulp. Verder sta ik er alleen voor om al die kinderen vooruit te helpen.” Ook zitten op haar school leerlingen die eigenlijk naar het speciaal onderwijs moeten, maar die toch blijven omdat geen plek voor hen is.
Haar school, de Elmgrove Primary School in het oosten van Belfast, staat in een zwaar protestants gebied. „Hier woont de harde kern van de unionistische aanhang. Zelf ben ik ruimdenkend, volgens mij moeten we proberen om via het onderwijs jongeren wederzijds respect en begrip voor de andere groepen te laten ontwikkelen.” Haar eigen twee dochters gaan naar een school met ‘geïntegreerd onderwijs’, zo noemen ze in Noord-Ierland de scholen die leerlingen van beide kanten accepteren en geen kant kiezen tussen unionisten en nationalisten.
McConville gaat donderdag ook staken. Ze is gefrustreerd omdat de regering in Londen nota bene miljarden ponden klaar heeft liggen voor Noord-Ierland, maar de DUP toch weigert toe te geven. „Onze situatie verergert, maar degenen die het probleem kúnnen oplossen, willen dat kennelijk niet.” In de onderhandelingen de afgelopen maanden tussen de Britse regering en de politieke partijen in Noord-Ierland zou Londen 3,3 miljard pond (3,8 miljard euro) hebben geboden om de DUP over te halen weer terug aan tafel te gaan. „We moeten ons hele politieke systeem opnieuw bekijken. Eén politieke partij kan nu de rest van het land gegijzeld houden, dat zou toch niet moeten kunnen.”