Noodsteun dient ook de diplomatie

Internationale hulp Zal de hulp die landen als Zweden naar Turkije sturen leiden tot betere relaties met Ankara?

Leden van de Griekse Speciale Eenheid voor Rampenrespons gaan maandag aan boord op het militaire vliegveld in Elefsina, waarna ze naar Turkije afreisden.
Leden van de Griekse Speciale Eenheid voor Rampenrespons gaan maandag aan boord op het militaire vliegveld in Elefsina, waarna ze naar Turkije afreisden.

Foto Louiza Vradi/Reuters

De aardbevingsramp en de reddingsoperatie die erop volgt, onderstreept het gewicht van Turkije in de internationale gemeenschap en legt ook zijn zelfbewuste rol als middelgrote regionale macht bloot die complexe relaties onderhoudt met andere landen. De Europese Unie ziet zich intussen geconfronteerd met een nieuwe crisis aan zijn buitengrens.

Zo zeiden zowel Rusland als Oekraïne onmiddellijk hulp toe. De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken, Dmytro Koeleba, zei op Twitter dat Oekraïne een grote groep reddingswerkers wil sturen. President Poetin belde zowel met president Assad van Syrië als met de Turkse president Erdogan. Turkije is een zwaargewicht in de NAVO, die vierkant achter Oekraïne staat, maar houdt tevens het gesprek met Moskou gaande.

De autonome koers komt Ankara vaak te staan op politieke fricties. Zo nam de NAVO het Turkije niet in dank af dat het wapensystemen kocht in Rusland. Maar vorig jaar kon het als regionale macht en dankzij goede betrekkingen met beide kampen in de Oekraïne-oorlog, een vooraanstaande rol spelen in de ‘graandeal’ die de export van Oekraïense tarwe via de Zwarte Zee mogelijk maakte.

Hulp uit alle windstreken

Tientallen landen boden in de eerste uren na de aardbevingen hulp aan. De Verenigde Staten zegden bij monde van president Biden alle denkbare steun toe. Ook door Zuid-Korea, Pakistan en China zijn toezeggingen gedaan. China beloofde Syrië en Turkije 6 miljoen dollar.

De ramp die Turkije en Syrië trof is zó omvangrijk dat niet alleen vrienden van Turkije hulp boden. Ook buurland Griekenland, waarmee Turkije een uiterst moeizame relatie heeft, schoof zijn politieke meningsverschillen met Ankara opzij. De president van Griekenland condoleerde per tweet, premier Mistotakis belde met Erdogan. Maandagmiddag al reisden Griekse reddingswerkers af naar het rampgebied.

Na de grote aardbeving van 1999 leidde Griekse hulp tot ontspanning tussen Athene en Ankara

Na de grote aardbeving die Turkije in 1999 trof (zeventienduizend doden), leidde ‘aardebevingsdiplomatie’ tot ontspanning tussen Athene en Ankara. Griekenland stuurde reddingsteams, honden en twee blusvliegtuten. Toen even later Athene door een aardbeving werd getroffen, bood Turkije hulp aan.

De wederzijdse genegenheid was slechts van korte duur. Griekenland en Turkije zijn weliswaar al decennia NAVO-bondgenoten, maar liggen met elkaar overhoop over maritieme grenzen en over Cyprus. Eind december dreigde Turkije nog met geweld mocht Griekenland zijn territoriale wateren in de Egeïsche zee uitbreiden.

„In het verleden is vaak aangetoond dat een gezamenlijk optreden bij natuurrampen zoals aardbevingen een positieve bijdrage kan leveren aan [goede] relaties tussen landen”, schreef de Turkse consultant Eser Özdil in een nieuwsbrief van denktank Atlantic Council. „Ik denk dat de bilaterale relaties met landen die solidair zijn met Turkije zullen verbeteren.”

De vraag is of ook de relatie met het Syrië van Assad zal veranderen. Na de uitbraak van de opstand in Syrië werd Turkije de belangrijkste bondgenoot van de oppositie. De afgelopen maanden leek het erop dat Erdogan koerste op toenadering. Eind december hielden ze hun eerste bijeenkomst op regeringsniveau sinds het begin van de Syrische burgeroorlog. Erdogan sloot toen een ontmoeting met Assad niet uit.


Lees ook: ‘Als je al zes jaar in een tent zit, is zo’n aardbeving echt de laatste druppel’

Negentien van de 27 EU-lidstaten stuurden gecoördineerd hulp, in totaal 1.800 reddingswerkers en 79 honden. De eerste elf teams waren dinsdagochtend al ter plaatse. Ook met de Europese Unie heeft Ankara een complexe relatie. Ooit was Turkije op weg om lid van de EU te worden, maar na de steeds autocratischer koers onder president Erdogan en aarzelingen aan EU-zijde verdween dat perspectief naar de achtergrond.

Chantabel

Turkije werd wél een onmisbare partner in het EU-migratiebeleid. In ruil voor EU-geld beloofde Turkije in 2016 om vluchtelingen uit Syrië tegen te houden. De deal geldt als succes, maar Brussel werd er wel chantabel mee. In 2020 verspreidde Ankara het gerucht dat de grens tussen Turkije en de EU open was en niets een reis naar de EU in de weg stond. Over de rug van migranten probeerde Erdogan druk uit te oefenen op de EU om toegezegde gelden sneller naar zijn regering over te maken en Turkije meer zeggenschap te geven over de besteding ervan.

In Zweden, dat tenten, tijdelijke woningen en een commandocentrum naar het rampgebied stuurde, leidde de aardbeving direct tot de vraag of dit wellicht positief uitpakt voor het Turks-Zweedse conflict over NAVO-toetreding. President Erdogan houdt Zweeds NAVO-lidmaatschap al maanden tegen omdat Zweden een te pro-Koerdische koers zou varen. Het is echter nog onduidelijk of Erdogan, gezien de binnenlandse ramp en de buitenlandse hulp zijn provocatieve kant zal intomen.