N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Pieter Schults en Hans Bax, homopaar De beroepsvereniging van psychiaters maakte excuses omdat zij onder meer homoseksualiteit als ziekte heeft beoordeeld. Pieter Schults en Hans Bax werden via de kerk behandeld.
Door
Wie in de jaren 60 of 70 als homo bij de psychiater terechtkwam, kreeg te horen dat er sprake was van een psychische aandoening die behandeld moest worden. Vorige week heeft de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) openlijk excuses aangeboden voor dit beleid. „We geven ons rekenschap van het feit dat het benoemen van een lhbtiq+ identiteit als psychiatrische ziekte heeft geleid tot zogenaamde ‘behandeling’ van lhbtiq+ personen. Psychiaters hebben geprobeerd om homomannen, lesbiennes en biseksuele personen te veranderen in hetero’s, transgender mensen te weerhouden van geslachtsverandering en alle mensen tot òf man òf vrouw te maken”, zei NVvP-voorzitter Niels Mulder donderdag tijdens een congres van de beroepsvereniging.
COC Nederland, belangenvereniging van ‘lhbti+ personen’, is blij met de erkenning. „Het is goed dat de NVvP vandaag spijt betuigt voor dat verleden, zodat deze schaduw voorgoed uit de behandelkamer verdwijnt”, schrijft het COC op de eigen website.
Pieter Schults (61) is bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) betrokken bij het beleid voor kwetsbare asielzoekers, in samenwerking met het COC. Hij en zijn partner Hans Bax (68) hebben aan den lijve ondervonden hoe er in die periode werd aangekeken tegen homomannen. De twee mannen vinden het goed dat de beroepsgroep die zoveel leed heeft veroorzaakt, uit zichzelf excuses heeft aangeboden. „Wij hebben het excuus niet nodig, maar een officiële erkenning vinden wij op zijn plaats. Het lost ons trauma niet op, maar het voorkomt dat van anderen hopelijk wel’’, zeggen beiden.
Ze zeggen te willen helpen maar uiteindelijk spreken ze een vloek over je uit
Pieter Schults
Schults en Bax werden via de kerk behandeld voor hun homoseksualiteit. „Toen ik in mijn tienertijd erachter kwam dat ik op jongens viel, brak een tijd van eenzaamheid aan’’, vertelt Bax. Ze bouwden tijdens het jeugdkamp van de kerk een vriendschap op. „,Maar daar zat bij ons wel extra gevoel bij”, vertellen ze lacherig. Bax was mee als leidinggevende van het kamp. „Het gevoel dat wij voor elkaar hadden mochten wij absoluut niet uiten.” Hun sociale leven draaide volledig om de kerk. Ik kijk wel met een warm gevoel terug op het kerkleven, maar er was heel veel sociale controle”, zegt Schults.
Bax las in die jaren het boek Ik ben niet meer zo, geschreven door Johan van der Sluis. In de jaren zeventig was dat het boek dat elke christelijke homo toegeschoven kreeg. In het boek stond geschreven hoe zij van hun homoseksualiteit konden genezen. Naar aanleiding van het boek kwam er in 1975 een speciale organisatie, het bureau Evangelische Hulp aan Homofielen (EHAH), die een therapie ontwikkelde voor ‘genezing’ van homoseksualiteit.
De twee mannen kwamen, via de vader van Schults, bij Van der Sluis terecht.
„Ik wilde niets liever dan genezen”, vertelt Schults. „Van der Sluis vertelde mij: ‘Je bent een man die niet tevreden is met zijn eigen man-zijn. En wat je mist als man, zoek je in een andere man.’ En dat bleek ik dus bij Bax te zoeken.” Om de beurt schieten hun ogen vol met tranen, terwijl de een de ander probeert gerust te stellen. „Zijn boodschap voelde als een opluchting. Het leek alsof ik mijn gevoel ineens snapte. Maar tegelijkertijd heeft dat dus bepaald dat er iets mis met mij was, omdat ik Bax nodig had”, vertelt Schults. Ze kregen de opdracht om hun vriendschap te verbreken.
Schults kreeg een baan aangeboden in Engeland en de mannen verbraken het contact. Beide mannen trouwden met een vrouw. Schults was zeven jaar getrouwd en heeft drie kinderen gekregen. Bax veertien jaar, met vier kinderen. „Ik heb mijn hele huwelijksperiode met de moeder van mijn kinderen en homoseksualiteit geworsteld. Ik leefde twee levens zonder dat ik vreemd ging”, vertelt Bax.
Bij de EHAH stond hij bij boekenstands om aan mensen te bewijzen dat genezen mogelijk was. „Terwijl ik dat zei, voelde ik diep van binnen, dat het niet klopte. Ik deed dat om mezelf te overschreeuwen.” Bax is in totaal zo’n vijf jaar in therapie geweest. „Ik ging door het leven als ex-homo”, vertelt hij.
Ik ging door het leven als ex-homo, maar dat heeft allemaal verkeerd uitgepakt
Hans Bax
In de evangelische kerk zou Bax aan het werk gaan als een specialist als het ging om relaties waarin homoseksualiteit een rol speelde. „Maar dat heeft allemaal verkeerd uitgepakt, want niet zo heel lang daarna zijn mijn toenmalige vrouw en ik uit elkaar gegaan. Ik kwam uit de kast en werd uit allerlei werkgroepen gezet, ik moest altijd achterin zitten. Ik was een soort paria geworden.”
Schults bleef zich profileren als heteroseksueel. „Het voordoen van anders zijn dan dat je bent en het denken dat je een ziekte hebt, heeft mijn persoonlijkheid en emotionele leven beschadigd”, vertelt hij. Uiteindelijk ging ook hij scheiden en in dat jaar kreeg hij weer telefonisch contact met Bax.
„Ik was veertig toen ik hem weer opnieuw leerde kennen”, zegt Bax. Op het treinstation gaven zij elkaar voor het eerst een vluchtige kus op de mond. Diezelfde dag besloten ze samen verder door het leven te gaan en elf jaar later trouwden zij. Zowel hun kinderen als ex-vrouwen hebben het geaccepteerd.
„Ik heb pas na verloop van tijd voor mezelf durven te erkennen dat het geen ziekte is”, zegt Schults. „In eerste instantie dacht ik gewoon ongehoorzaam te zijn. Mensen zeggen te willen helpen, maar uiteindelijk spreken ze een vloek over je uit. Het is mij nooit honderd procent gelukt om van die vloek af te komen. Nog altijd denk ik soms: stel dat ze wel gelijk hebben gehad.” Datzelfde geldt Bax. „Wij zullen niet meer deelnemen aan activistische lhbt-bijeenkomsten. We ondersteunen het wel, maar we kunnen die confrontatie niet meer aan met tegenstanders. Ik kan die discussie niet voeren. Daarin ben ik te veel beschadigd om dat te kunnen doen’.”