Nikolaj Arcel: ‘Denen maken klassieke verhalen zonder al te veel intellectuele lagen’

Noem het een pruikenwestern. In The Promised Land speelt Mad Mikkelsen de Deense legerkapitein Ludvig Kahlen die anno 1755 een meesterplan heeft om de onvruchtbare heide van Noord-Jutland in cultuur te brengen: aardappelen. Hij mag met steun van koning Frederik V aan de slag aan deze Deense ‘frontier’, maar stuit op sabotage van de omhoog gevallen edelman Frederik de Schinkel. Een westernplot dus: pionier stuit op corrupte rancher of sheriff.

Het is de tweede film van de Deense regisseur Nikolaj Arcel (51) met Mads Mikkelsen in de pruikentijd; in Oscarkandidaat A Royal Affair (2012) was Mikkelsen de verlichte arts Johan Friedrick Struensee, die Denemarken via het bed van de vorstin trachtte te hervormen. Arcel, in Rotterdam om zijn nieuwe film te promoten: „De research van toen kwam me goed van pas. Wat is een formele pruik, wat is een vrijetijds-pruik, wanneer zet je een pruik af? Ik geniet ervan zo’n rijke wereld tot leven te wekken, dat appelleert aan mijn stijlgevoel. En het is een heel interessante tijd, want alles begint in de 18de eeuw: Verlichting, democratisering, de industriële revolutie.”

Dat critici een western in The Promised Land zien, verraste hem. „Ik ben best een fan van John Ford en Sergio Leone, Clint Eastwoods Unforgiven staat in mijn film-toptien. Maar ik dacht vooraf toch meer aan Lawrence of Arabia en Stanley Kubricks Barry Lyndon. Dat contrast van rijkelui in satijn en pruiken en boeren die ploeteren in de modder. Maar inderdaad: pioniers, paarden en pistolen, dan heb je een western.”

Wellicht wilde Arcel het niet weten vanwege zijn recent mislukte Hollywood-avontuur: The Dark Tower, een blockbuster met Idris Elba die in 2017 op een fiasco uitdraaide. Arcel: „Ik ben de zoveelste Deen die Hollywood naar zijn hand wilde zetten, tot pulp werd gestampt en met de staart tussen de benen naar huis terugkeerde.” Hij heeft ervan geleerd dat hij niet moet proberen entertainment te maken. „Het moet voor mij persoonlijk zijn, al mijn films gaan uiteindelijk over geluk. Wat is geluk? Ben ik gelukkig? Waarom zijn mijn ouders of kinderen ongelukkig? In The Promised Land ontdekt een man dat je niet gelukkig wordt van succes. Dat je niet op geluk moet jagen maar het los moet laten.”

Er botst het een en ander in The Promised Land: burgerschap versus adel, ambitie versus gezin, pacifisme versus geweld, racisme versus acceptatie, Verlichting versus Romantiek. De kemphanen Kahlen en De Schinkel kijken geheel anders tegen de wereld aan. Arcel: „Kahlen heeft de verlichte ordelijkheid die bij een militaire geest past, De Schinkel ziet de wereld in termen van macht, wil en chaos. Hij heeft een moderne, cynische blik die meer bij mij past eigenlijk. Maar ja, dat verkrachten en martelen van hem staat me dan weer tegen.”

Met Mads Mikkelsen aan boord kreeg Arcel een relatief ruim budget; hij filmde in kastelen in Tsjechië en Boedapest, in een Duitse studio en op de Deense heide. Arcel: „Mijn ego fluistert: dit prachtige script had ik ook kunnen verfilmen met een andere acteur. Maar de realiteit is dat mijn films met Mads nou net mijn twee beste films zijn. The Promised Land is thematisch heel rijk en vol, met een subplot rond het meisje Anmai Mus dat uiteindelijk het hart van de film is. Om dat allemaal bijeen te houden heb je Mads’ kaliber nodig.”

Deens succes

Zelfs Mikkelsens charisma verklaart niet waarom het kleine Denemarken zo fenomenaal succesvol is met zijn films en tv-series. Arcel: „De hoofdreden is volgens mij dat sinds de jaren negentig een heel hechte Deense filmgemeenschap is ontstaan. Twintig, dertig filmmakers die rivalen zijn, maar ook vrienden. We lezen elkaars scripts, helpen elkaar bij de montage, er is een basaal vertrouwen. Ik hielp mijn vriend Anders Thomas Jensen met Riders of Justice, hij schreef mee aan The Promised Land. Lees ik over de nouvelle vague in Frankrijk of het Nieuwe Hollywood van Scorsese en Coppola dan was dat ook zoiets: een club talentvolle mensen die elkaar vertellen waar het nog beter kan. Dat helpt echt enorm.”

Een tweede reden: Denemarken doet niet aan arthouse. „Wij maken rechtdoorzee films met simpele verhalen. Jagten? Onderwijzer wordt van pedofilie beticht. Festen: zoon confronteert vader met misbruik. The Promised Land? Kapitein wil rijk worden, maar vindt de liefde. Denen maken klassieke verhalen zo artistiek mogelijk, maar zonder veel symboliek, freudiaanse dimensies of intellectuele lagen.

„De Zweedse regisseur Ruben Östlund (Triangle of Sadness) zei laatst dat je Deense films wel kan overslaan. Saaie verhalen, soapseries. Maar hij giet zijn intellectuele, thematische films ook in simpele sketches om het verteerbaar te houden. Östlund maakt films voor het brein, Denen voor het hart.”

https://www.youtube.com/watch?v=QaAdPLojMto