Nieuwste DNB-ramingen laten vooral zien hoe onzeker de economie nu is

Het is een vast ritueel van De Nederlandsche Bank (DNB): elk najaar een raming over de Nederlandse economie. En begin juni weer. Met voorspellingen over de economische groei, de inflatie en het begrotingstekort.

DNB maakte deze vrijdag bekend voor dit jaar een economische groei te voorzien van 1,1 procent. Voor de twee jaren daarna verwacht ze eveneens een groei van het bruto binnenlands product van rond de 1 procent. In de najaarsraming werd voor 2025 nog uitgegaan van een groei van 1,5 procent.

Maar wat is zo’n raming waard als de economische onzekerheid in de wereld en in Nederland zo groot is als nu, door de handelsoorlog die elke dag weer anders is?

Volgens Olaf Sleijpen, hoofd monetaire zaken en mogelijk een van de kandidaten om Klaas Knot op te volgen als president van de centrale bank, zijn de economische scenario’s die deze vrijdag zijn gepresenteerd vooral bedoeld om die „grote onzekerheid” weer te geven. Al voegt hij meteen toe dat die onzekerheid geen uitzondering meer is. „In de vijf jaar dat ik deze ramingen presenteer, is er elke keer weer wat. De pandemie. De inval in Oekraïne.”

Als de handelsoorlog verder escaleert, zakt de economische groei van Nederland terug richting de 0 procent

Om de huidige onzekerheid door de handelsoorlog weer te geven, presenteerden de rekenaars van DNB twee extra scenario’s, waar in normale tijden één alternatief scenario werd gepresenteerd. In het basisscenario wordt uitgegaan van de nu bekende tarieven. Dat betekent een basisheffing van de Verenigde Staten van 10 procent voor de hele wereld en 44 procent voor China.

In een milder scenario komt het tot een akkoord tussen de Europese Unie en de VS met wederzijdse tarieven van 0 procent. Dat levert volgens de modellen een Nederlandse bbp-groei van 1,2 procent op dit jaar en tussen de 1,1 en 1,3 procent in de twee jaren daarna. Mocht de handelsoorlog verder escaleren, met hoge (tegen)tarieven, dan zakt de economische groei van Nederland terug richting de 0 procent.

En dan is in de ramingen van deze keer nog niet eens de val van het Nederlandse kabinet meegenomen: de modellen en gegevens waar de ramingen op zijn gebaseerd, zijn afgesloten op 14 mei. Volgens Sleijpen zorgt de demissionaire status van het kabinet weer „voor extra onzekerheid”. „Het is niet goed voor investeringen van bedrijven. En niet goed voor consumptie.”

Volgens Sleijpen zijn daar echter nog geen cijfers op te plakken. En hij relativeerde de impact direct: „Wat er allemaal geopolitiek gebeurt, is veel belangrijker. We moeten de impact van de val van het kabinet niet overdrijven. Als de onderhandelingen tussen VS en EU vastlopen en financiële markten sterk reageren, zal dat veel meer effect hebben op de Nederlandse economie.”

Groeipotentieel wordt gehinderd

Hoewel het „onzekerheid troef” is, vindt Sleijpen het nuttig om de ramingen te presenteren. Volgens hem laten die namelijk zien waar de structurele problemen van de Nederlandse economie liggen. Hij wijst er daarbij op dat, welk scenario er ook waarheid wordt, de Nederlandse economie sowieso onder de potentiële groei uitkomt. Die is volgens DNB 1,5 procent. „Dat is de maximale groei momenteel, daarboven zou je te maken gaan krijgen met allemaal kraptes, zoals in arbeid en energie.”

Dat die „niet eens erg hoge” groei niet wordt gehaald, komt door een aantal dossiers waarin maar geen knopen worden doorgehakt: de stagnerende woningmarkt, het stikstofdossier, het tekort aan arbeidskrachten en de achtergebleven (energie)infrastructuur.

Een volgend kabinet zou volgens Sleijpen dan ook prioriteit moeten geven aan de oplossing van die problemen die het groeipotentieel van Nederland hinderen. „Onze beleidsboodschap staat los van welke precieze groeicijfers nu uitkomen.” Maar, voegt hij er meteen aan toe: „Hou ook de overheidsfinanciën op orde. Er wordt wat betreft begrotingstekort echt scherp aan de wind gezeild nu. Dat zorgt ervoor dat bij nieuwe calamiteiten er weinig ruimte is – zoals die er wel was bij de coronapandemie.”

Het ging tijdens de presentatie van de cijfers vrijdagochtend in het nieuwe DNB-gebouw in Amsterdam overigens helemaal niet over die andere belangrijke door het kabinet door te hakken knoop: de benoeming van de nieuwe DNB-president. Die moet al op 1 juli de sleutels overnemen van Knot. Naar verluidt wordt ook deze vrijdag tijdens de ministerraad hierover geen beslissing genomen. De agenda is vol, met de discussie over wie de ministersposten gaat overnemen die door het vertrek van de PVV-bewindslieden zijn vrijgekomen.