Drie maanden nadat bendes zijn omstreden voorganger van de macht verdreven, heeft Haïti weer een premier. Het machtsvacuüm in het Caraibische land is met de aanstelling van Garry Conille echter niet zomaar opgevuld. De positie van de jeune premier oogt zwak, terwijl hij invulling zal moeten geven aan de ambitieuze aanpak die de internationale gemeenschap voor Haïti heeft uitgestippeld: een door Kenia geleide en door de VS betaalde politiemacht ontvangen en vervolgens begin 2026 nieuwe verkiezingen houden.
Conille kreeg zijn mandaat dinsdag niet van de Haïtianen zelf. Zij kunnen vanwege geweld en politieke chaos al jaren niet veilig naar de stembus. De premier werd aangewezen door de zogenoemde ‘presidentiële overgangsraad’. Dit ongekozen orgaan werd eerder dit voorjaar door de regionale landenclub Caricom, Frankrijk en de VS bedacht, nadat zij noodgedwongen hun steun moesten intrekken aan de vorige, zeer wankele premier Ariel Henry. Hij werd begin maart gewipt bij een criminele coup, net toen hij Kenia bezocht om de komst van de politiemacht vlot te trekken.
Conille (58) is geen totale onbekende voor de Haïtianen. Hij leidde het land al eens kort als premier van oktober 2011 tot mei 2012. Sinds begin 2023 leidde de ontwikkelingsexpert de regionale afdeling van VN-kinderorganisatie Unicef. Die heeft in Haïti een loodzware taak: op een bevolking van elf miljoen mensen zijn drie miljoen kinderen afhankelijk van noodhulp. Dat is het hoogste aantal ooit, waarschuwde Unicef deze maand. Naast bendegeweld en politieke chaos kampt het land ook met structurele armoede en regelmatig terugkerende natuurrampen.
Papieren macht
Terwijl Haïti de afgelopen weken verder afgleed, steggelde de overgangsraad over premierskandidaten en stemprocedures. Vóór Conille werd eerst nog en oud-sportminister voorgedragen, maar zijn kandidatuur sneuvelde al voordat hij benoemd was door procedureel geharrewar.
De negenkoppige raad bestaat uit zeven politici van verschillende, maar niet álle grote Haïtiaanse partijen. Zo ontbreekt de invloedrijke Parti Haitien Tèt Kale (PHTK) van de eind 2021 vermoorde president Jovenel Moïse. De raad telt verder twee vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, die geen stemrecht hebben.
Het is aan Conille de papieren macht in de praktijk te brengen. De belangrijke bendeleider Jimmy Chérizier, gelieerd aan de PHTK, heeft al gezegd besluiten van de raad niet bij voorbaat te erkennen. Bendes zijn de afgelopen jaren uitgegroeid tot bepalende machtsfactor sinds ze grote delen van de hoofdstad Port-au-Prince begonnen in te nemen. Na een gecoördineerde bende-aanval twee maanden geleden, slaagde de Haïtiaanse politie er bijvoorbeeld pas vorige week in om de internationale luchthaven weer in handen en operationeel te krijgen.
Via die luchthaven zouden later dit jaar ook de eerste politieagenten uit Kenia en enkele kleinere Afrikaanse en Caraïbische landen moeten arriveren. Tijdens een staatsbezoek aan het Witte Huis, afgelopen donderdag, voorzag de Keniaanse president Ruto hun komst „binnen drie weken”. Eigenlijk hadden vorige week de eerste tweehonderd agenten moeten arriveren, maar een verkenningsmissie van de Keniaanse politie trof ter plekke naar eigen zeggen nog te veel ‘logistieke problemen’ aan.