Nieuwe muziekfilms: Nick Cave bezweert, Bob Marley verbindt

Krankzinnig, intens, rebels, confronterend, agressief en gevaarlijk: woorden die meermaals voorbijkomen in Mutiny in Heaven, de documentaire over The Birthday Party. Deze Australische band katapulteerde zanger Nick Cave (1957) naar het sterrendom. Hij was (en is) de charismatische performer die intens contact zoekt met zijn publiek, indertijd nogal eens op fysieke wijze. „De voorste rij is niet voor tere zieltjes”, zegt hij in de opening van de film. Niet zelden eindigde een concert in een handgemeen met een fan. Verderop in Mutiny in Heaven zien we een concertbezoeker urineren op de voeten van bassist Tracy Pew, waarna die fan een ferme duw krijgt. Het podiumgeweld gaat gepaard met rauwe emoties: Cave gaat diep, waarbij hij angstaanjagend tekeer gaat, maar ook kan klinken als bezwerende crooner.

Veel muziekdocumentaires volgen een vaste formule, waarin interviews worden gecombineerd met digitaal opgepoetst archiefmateriaal. Echt creatieve muziekdocumentaires zijn op één hand te tellen, zoals onlangs Who Killed The KLF?. Mutiny in Heaven past in het bescheiden rijtje sterke muziekfilms en dat komt vooral omdat de gruizige esthetiek van de film aansluit bij de anarchistische geest van de invloedrijke post-punkband. Regisseur Ian White is een voormalig grafisch vormgever, onder meer voor de platenmaatschappij waar The Birthday Party een tijdje zat. Vage videobeelden van Birthday Party-optredens combineert hij met ontkleurde interviews met de bandleden en geslaagde animatiesequenties die de verhalen in expressieve zwart-witbeelden illustreren. Deze sequenties zijn gebaseerd op het werk van de Duitse tekenaar Reinhard Kleist, bekend van zijn biografische beeldenroman Nick Cave: Mercy On Me (2017). Daarentegen is de opkomst- en ondergangstructuur van Mutiny in Heaven niet erg origineel, maar zo gaat het nu eenmaal met menig band.

https://www.youtube.com/watch?v=HubK_rgjYLw

White volgt het ontstaan van de groep uit Melbourne, die voortkomt uit de medio jaren zeventig op de middelbare school opgerichte groep The Boys Next Door. Als zij naar Engeland verkassen om door te breken hernoemen zij zichzelf The Birthday Party. De documentaire is vrij helder in het schetsen van de diverse invloeden op Cave en zijn kornuiten, van literatuur (inclusief de bijbel) en expressionistische kunst tot protopunkbands als The Stooges (met zanger Iggy Pop, wiens energieke, fysieke optredens ongetwijfeld model stonden voor die van Cave). Dat vrijwel elk bandlid, op gitarist/drummer Mick Harvey na, copieus gebruikmaakte van drank en/of drugs, zal geen verrassing zijn. Harvey vertelt smakelijk over hun Berlijnse periode en het feit dat Cave aan speed verslaafd was die rechtstreeks uit de DDR kwam. Vrij snel erna was het voorbij, en in 1983 begon Nick Cave voor zichzelf. Caves carrière moet wel een van de best vastgelegde zijn, er zijn de afgelopen tien jaar meerdere documentaires over hem gemaakt. Mutiny in Heaven is een mooie aanvulling, met zijn nadruk op Caves eerste schreden op het muziekpad.

https://www.youtube.com/watch?v=ajw425Kuvtw

Elton, Queen, Marley

De biografische film Bob Marley: One Love past in een trend van speelfilms over artiesten, zie de films over Queen en Elton John. Een goede manier om wat in het collectieve geheugen weggezakte acts weer in de belangstelling te brengen. Dat kan commercieel geen kwaad: net als de documentaire over The Birthday Party is One Love deels gefinancierd door de platenmaatschappij. One Love, met een sterke Kingsley Ben-Adir als de Jamaicaanse reggaezanger Bob Marley, toont hem als verbinder. De film begint en eindigt met twee concerten die proberen het politiek verscheurde land weer bij elkaar te brengen en het voortdurende (politieke) geweld op het eiland te laten eindigen. De periode daartussen (1976-1978) zat Marley in Londen, waar hij het album Exodus opneemt: de plaat waarmee hij groots wil doorbreken. Het verdienstelijke One Love legt minder goed uit wat het rastafari-geloof is dan de documentaire Marley (2012). Wel wordt duidelijk hoe belangrijk dit geloof, waarbij de Ethiopische keizer Haile Selassie als reïncarnatie van Jezus wordt gezien, voor de zanger was, kind van een witte vader en zwarte moeder. Een aantal scènes is duidelijk bedoeld om zaken ‘uit te leggen’, wat de elegantie van de film niet ten goede komt. Maar de in Dolby Atmos gemixte muziek dendert heerlijk de bioscoopzaal in, en daar gaat het uiteindelijk om. En om de verkoop van de soundtrack natuurlijk.