Nieuwe musical over Albert Mol is viering van uitbundig jezelf zijn

Recensie Theater

Musical ‘De mol en de paradijsvogel’, een nieuwe musical die tijdens Pride 2023 is te zien, vervlecht de verhalen van televisiepersoonlijkheid Albert Mol en de Syrische dragartiest Wassim. Beiden zijn liever paradijsvogel dan zich te verstoppen als een mol.

Scène uit De Mol en de ParadijsvogelLiza Kollau
Scène uit De Mol en de ParadijsvogelLiza Kollau Foto Liza Kollau

„Ik ben oud”, roept Albert Mol (Laus Steenbeeke). „Ik vóél me oud”, roept Wassim (Silyan Elkattabi) terug. „Ik ben lelijk”, probeert Mol Wassim te overtreffen. „Ik ben vluchteling”, antwoordt die laatste. Mol is even stil. „Oké”, verzucht hij. „Jij wint.”

Zo op het eerste gezicht hebben ze niet veel gemeen: de oude televisie- en theaterpersoonlijkheid met zijn oubollige kamerjas en de Syrische dragartiest met zijn glitterende haklaarzen. Het is dan ook best een eigenaardige ontmoeting tussen Mol en Wassim – des te meer omdat Mol zich bevindt in het Laren van 2004 en Wassim in het Amsterdam van 2023. Toch vormt deze ontmoeting de kern van De mol en de paradijsvogel, de nieuwe Nederlandse musical die tijdens Pride 2023 te zien is in het Amsterdamse DeLaMar.

Gebrek aan acceptatie

Voor het tot die ontmoeting komt, volgt de musical afwisselend de losse verhaallijnen van beide mannen. Mol blikt in de nadagen van zijn leven terug op wat hij nu eigenlijk heeft bereikt, wat een mooi inkijkje oplevert in de omgang met homoseksualiteit in het wat burgerlijke naoorlogse Nederland. Wassim is op zijn beurt nog volop bezig zijn leven vorm te geven: sinds hij in Nederland is aangekomen verhuist hij van het ene na het andere tijdelijke onderkomen, zonder zich ergens echt welkom te voelen.

Zowel Mol als Wassim worstelt met het gebrek aan acceptatie dat generaties lijkt te overstijgen. Voor hun geaardheid, voor hun genderidentiteit en vooral voor de ‘uitbundige’ manier waarop ze die uiten. En in Wassims geval ook voor zijn huidskleur: de beloofde „homohemel” van Amsterdam blijkt een stuk minder tolerant dan die zich voordoet.

Hard én vrolijk

De mol en de paradijsvogel schuwt zulke kritiek op schijntolerantie niet. De musical is op zijn sterkst op de momenten dat dat commentaar scherp, hard én humoristisch wordt geleverd. Zoals wanneer het ensemble (dat vaak de show steelt met sterke zang en groot spel) ontsteekt in een upbeat feestnummer over Pride, en teksten als „LHBTQ, we are here for you” met evenveel vrolijkheid zingt als „No blacks, no asians, dat is niet racistisch, dat is gewoon een voorkeur” – een verwijzing naar de uitsluitende teksten die nog wel eens willen opduiken op gay datingapps als Grindr.

Naast die kritische noten bevat de musical veel vrolijkheid. Beide hoofdpersonages tonen zich de flamboyante paradijsvogel uit de titel, die zijn kleurige veren spreidt, in plaats van zich onder de grond te verstoppen als een mol. En de originele nummers, die in stijl variëren van jazz tot dance en revue (inclusief knipogen naar ‘De jongens van de reisvereniging’ uit Ja zuster, nee zuster en Wim Sonnevelds ‘Het dorp’), maken dat de musical voorbij is voor je er erg in hebt.

Een enkele keer werkt die enorme vaart en de ambitie om twee verhaallijnen uit te werken in het nadeel van het stuk. Wanneer Mol en Wassim uiteindelijk samenkomen, lijkt het alsof er net te weinig tijd over is om die onwaarschijnlijke ontmoeting volledig tot zijn recht te laten komen. En na ze zo lang te hebben zien worstelen om te worden geaccepteerd, gun je beide personages een langer moment om samen hun veren te spreiden. Maar als geheel is De mol en de paradijsvogel een geslaagde viering van uitbundig jezelf zijn.