Zorg dat je genoeg kleingeld paraat hebt voor de metro en beloof bij achtervolgingen je cabby, de taxichauffeur, vooraf alvast een flinke fooi. „Verzin een geloofwaardig verhaal dat het goed doet bij de chauffeur, over een echtscheiding.” En valse baarden zijn uit den boze: „In films over de geheime dienst mogen ze essentieel lijken, het is een praktijk die moet worden betreurd. Een valse snor of baard is gemakkelijk te herkennen in het felle licht van een restaurant, pub of metro.”
Dit zijn tips uit een oud trainingsboekje voor geheim agenten die voor de Britse inlichtingendienst MI5 aan de slag gingen. Ze worden gewaarschuwd dat hun nieuwe vak helemaal niet vol glamour is, zoals in het gemiddelde detectiveboek. „Observeren is een zeer belastend en veeleisend beroep.” De ideale spion is overigens liefst niet langer dan 1,73 meter, want „korte mannen zijn net zo verdacht als lange mannen”.
Tentoonstelling
Dit voorjaar opent in de Britse hoofdstad Londen een tentoonstelling over het werk van de inlichtingendienst. Dinsdag maakte het Britse Nationaal Archief ter aankondiging van die expositie tientallen voorheen geheime documenten rond het werk van de geheime dienst openbaar. Die documenten beslaan het grootste deel van de vorige eeuw, van de eerste jaren van de MI5 van voor de Eerste Wereldoorlog tot en met de jaren zeventig, de tijd van de Koude Oorlog.
Er kwamen dinsdag ook details naar buiten over de in het Verenigd Koninkrijk beruchte Cambridge Five, een Britse groep dubbelagenten die tijdens de Koude Oorlog geheime informatie aan de Russen doorspeelde. Zo bracht dagblad The Times het verhaal van dubbelspion Kim Philby, die in 1963 aan een vriend en collega bekent dat hij al sinds de jaren dertig ook voor Rusland werkt.
De opnames van dat gesprek, dat plaatsvond in Beiroet in Libanon, zijn nu openbaar. Kim Philby omschrijft zijn tijd bij de inlichtingendiensten – hij werkte zowel voor de binnenlandse veiligheidsdienst MI5 als de buitenlandse MI6 – als „gecontroleerde schizofrenie”. „Ik voelde een enorme loyaliteit voor de MI6 en werd er heel, heel goed behandeld. Maar de andere kant was inspirerender.” Kort na deze bekentenissen vluchtte Philby naar Moskou, waar hij voor de Russische geheime dienst de KGB ging werken.
Een ander lid van die Cambridge Five, Anthony Blunt, ging na zijn spionnencarrière aan het werk voor het Britse koninklijk huis, als toezichthouder van de koninklijke kunstcollectie. In 1964 bekende Blunt dat hij voor de Sovjet-Unie werkte, maar nu blijkt dat wijlen koningin Elizabeth pas jaren later, in 1973, op de hoogte werd gebracht van zijn verleden. Blunt was toen ernstig ziek en journalisten zouden na zijn dood minder terughoudend zijn om in zijn verhaal te graven, zo beredeneerden ambtenaren. „Ze nam het allemaal kalm op en was niet verrast”, schreef haar privésecretaris nadat die met de koningin had gesproken over de zaak.