Ze moet kiezen: Eurosonic of Noorderslag. Beetje flauw, want sinds 1999 zijn de twee zusterfestivals onlosmakelijk met elkaar verbonden. En omdat ze bij beide nog geen jaar geleden begon als algemeen directeur, is het een onmogelijke keuze. Hoewel van dezelfde organisatie (ESNS), hebben de twee onderdelen een heel eigen insteek en publiek. Bovendien is die nieuwe directeur, Anna van Nunen, de flauwste niet: „Eurosonic. Vanwege het avontuur, het rijke aanbod, het verrassend vermogen van artiesten tussen Deense hyperpop en neoklassieke piano uit Estland. En ik heb de indruk dat het ieder jaar ook diverser wordt.”
De geboren Groningse Anna van Nunen (37) trad maart vorig jaar aan als directeur van ESNS, het showcasefestival, conferentie en ‘gewoon festival’ in één. Artiesten uit heel Europa presenteren zich vanaf woensdag tot en met vrijdag op Eurosonic in zaaltjes verspreid over de binnenstad van Groningen, en op zaterdag staan Nederlands talent en gearriveerde artiesten met nieuw werk zij aan zij in popzaal Oosterpoort tijdens Noorderslag. Overdag zijn er panels, toespraken, interviews, workshops en andere bijeenkomsten voor mensen uit de muziekindustrie.
Van Nunen klinkt een beetje verkouden, en om rustig te kunnen zoomen is ze in een rommelhok gaan zitten, tussen platte verhuisdozen, een oude versterker, warmtekussens en doodgeslagen biertjes. Het kantoor van ESNS in Groningen naast de Oosterpoort heeft simpelweg niet genoeg ruimte voor het team, dat van de normale dertig man wordt uitgebreid naar ongeveer honderd mensen in de weken voorafgaande aan het festival. Voordat ze bij ESNS kwam werken, was van Nunen actief bij het mede door haar opgerichte platform Innofest, dat duurzame ondernemingen hun ideeën liet toetsen op festivals, en ze was commercieel directeur van Greener Power Solutions, dat schone batterijstroom op onder meer evenementen verzorgde.
Een klimaatactivist wordt ze soms genoemd. Lachend: „Ja, dat klopt wel. In mijn vrije tijd, dus niet uit professie, blokkeer ik nog weleens een snelweg.” Of dat niet ingewikkeld is, voor een bestuurder die zich ook moet verhouden tot wethouders, gedeputeerden en subsidieverstrekkers? „Vind ik niet. Ik zou nooit soep tegen een schilderij gooien, bijvoorbeeld. Maar ik ben wel blij dat anderen dat doen. Je hebt een onderstroom nodig van mensen die echt op de barricades gaan staan, zodat ik aan een wethouder kan uitleggen dat het nodig is om bijvoorbeeld een batterij in te zetten in plaats van generatoren. Mijn activisme is wat dat betreft heel diplomatiek.”
Missie
Het vertrek van haar voorganger Dago Houben, die sinds 2009 aan het roer had gestaan, was rommelig. Er bleek een verschil van inzicht, hij stapte volgens de organisatie zelf op, Houben ontkende dat vervolgens. De editie van 2024 viel onder interim-directeur Frans Vreeke. Met de komst van Van Nunen gaat wat ESNS betreft een ‘nieuwe fase’ in. „Het eerste dat ik ben gaan doen, is teruggaan naar onze oorspronkelijke missie”, zegt ze daarover. „Waar de meeste organisaties een festival organiseren voor de bezoekers, doen wij dat voor de artiest. Het is heel goed en belangrijk dat er veel bezoekers komen, maar het begint bij de artiest. Wat heeft die nodig? Bij wie kunnen we ze het best pluggen? Wat is de ideale showcase? Is dit de juiste fase? En daarna moeten we zorgen dat de zaal vol met de relevante delegates staat. Terug naar de kern.”
In de praktijk betekent dat keuzes maken. Zo staan op warmloopdag woensdag de acts niet meer verspreid over de stad, maar allemaal in de Oosterpoort, zodat de artiesten die dag alle ruimte hebben om alvast met boekers, programmeurs en mensen van media, labels en podia te netwerken, die zo’n eerste dag niet meteen de hele stad door hoeven te fietsen. „En er komen ook gewone bezoekers want we hebben voor die dag ook tickets verkocht”. Met een lach: „En dat is weer veel leuker voor de artiesten, dan alleen maar serieuze mensen met pasjes om hun nek die vooraan nul-punt-nulletjes staan te drinken.”
De almaar stijgende kosten veranderen het festivallandschap, ook in Groningen. 2023 werd afgesloten met een tekort van ruim een miljoen euro. Dit jaar verwachten ze wel positief uit te komen, maar er is nog een tekort in te lopen. Van Nunen is er „dagelijks mee bezig”. Vernieuwen, bijschaven, besparen, soms pijnlijk beknibbelen. Zo hebben ze het gratis festivaldeel op de Grote Markt ingedikt en ontbreken de grote artiesten (zoals vorig jaar Joost Klein), met meer focus op talent uit het noorden van het land. Een „serieuze besparing”, die tegelijk dicht zit op waar ESNS voor staat, vindt Van Nunen. Lastiger vindt ze de besparing op bijvoorbeeld het ‘artist village’ in het centrum, waar artiesten samen konden eten, hangen en jammen – dat kon niet meer. En een deel van die artiesten moet voortaan zelf door de stad hun zalen opzoeken, want het halen en brengen is in veel gevallen ook geschrapt. Er is bovendien gesneden in het personeelsbestand van de organisatie, en ook de komende jaren moet die efficiënter worden.
Kosten dalen niet zo snel, dus betekent dat de komende jaren telkens verder moet worden geknepen? Van Nunen: „Er moeten vooral inkomsten erbij. Ik denk dat we op dat vlak wel goed zitten, we hebben veel sponsorinkomsten. We zijn een ondernemende culturele stichting, zo hebben we net weer een nieuwe businessclub gestart, en die loopt meteen als een trein.” Dat doet denken aan Bol.com op Lowlands en McDonald’s op Pinkpop, festivals waar grote merken het landschap steeds meer bepalen. Maar dat soort grote ‘activaties’ zijn niks voor ESNS. „Al is het maar omdat we in de winter zijn, dan ga je geen McFlurry halen. Nee, wij zoeken het op een ander vlak, onze sponsoring is heel erg industrie. We doen bijvoorbeeld handelsmissies met exportkantoren, die dan wat zichtbaarheid krijgen op de conferentie, of soms extra shows neerzetten eerder op de avond. Organisator Mojo doet dat bijvoorbeeld met toffe artiesten tijdens een eigen showcase. En ook Italië, ons focusland dit jaar, wilde artiesten boeken voor wie we eigenlijk geen plek meer hadden.”
Lees ook
Inclusie en duurzaamheid belangrijke thema’s op Eurosonic – maar er wordt vooral imponerend gezongen en uitzinnig gedanst
Betaling
Een flinke meevaller is dat ESNS voor de komende vier jaar ‘gewoon’ in de Basisinfrastructuur (BIS) is opgenomen, waardoor ze elk jaar ruim 840.000 euro van het Rijk krijgen. Vier jaar geleden leek dat niet te lukken en moest er tot in de Tweede Kamer voor geknokt worden, nu nam de Raad voor Cultuur de financiële steun direct op in de BIS. Een „substantieel deel van de begroting”, volgens Van Nunen, en zonder dat geld zouden ze het niet redden.
De Raad kraakt wel een paar kritische noten in zijn advies. Pijnlijk is de vaststelling dat de Europese artiesten geen eerlijke betaling ontvangen voor hun optredens. Alle Nederlandse artiesten krijgen volgens de Sena-norm betaald (330 euro per muzikant per concert), maar de Europeanen krijgen minder. „Ze krijgen sowieso pas sinds twee jaar überhaupt betaald, dus we maken elk jaar stappen. Maar we zijn er inderdaad nog zeker niet”, reageert Van Nunen.
„Het is erg lastig. De gages zijn een groot deel van onze begroting, met 1.500 muzikanten en 500 sprekers. Die krijgen nu dus allemaal betaald, maar nog niet allemaal volgens de Sena-norm. En ook al vind ik het een beetje laf om te moeten zeggen, ik zeg het toch: wij zijn een podium voor talentontwikkeling en de artiesten die hier spelen worden geboekt in Slovenië, in Polen, in Portugal, en krijgen daar ook support voor mee. Er zijn hier artiesten die een platendeal aan een show bij ons overhouden. Jullie hebben nog geschreven over Hiqpy bijvoorbeeld, die Sony in de zaal had staan. Dat is uiteindelijk ook waarde die wij toevoegen. Ik noem het laf omdat ik ook grote, commerciële festivals heb horen zeggen dat ze in ‘exposure’ betalen. Maar in ons geval is dat wel echt een beetje zo.”
Wie daar dit jaar van zullen profiteren? Van Nunen weet zéker dat er ook dit jaar artiesten staan met de potentie om net als eerder Dua Lipa, Sam Smith, The XX, Stromae en Jungle op ESNS door te breken. „Ik kijk zelf dit jaar vooral uit naar artiesten die niet in het Engels zingen, en toch veel succes hebben over hun grenzen. De Spaanstalige Judeline bijvoorbeeld, heel experimenteel met toch ook wat singer-songwriter vibe. En de Italiaanse Daniela Pes, die komt ook in heel Europa op de radio met haar Italiaanstalige muziek. Bijzonder is ook Yamê, een Fransman met unieke sound die ver voorbij Frankrijk gaat. Vorig jaar hadden we Zaho de Sagazan op Eurosonic, die daarna op de Olympische Spelen speelde, en deze zomer op Down the Rabbit Hole staat. Ik denk we zo’n doorbraak met Yamê ook gaan zien.”
Allerminst een „veilige line-up”, zoals de Raad voor Cultuur de programmering noemde, wil Van Nunen graag benadrukken. „We hebben mainstream opkomend talent nodig, om de boekers en programmeurs te trekken die we in de zalen nodig hebben. Maar het programma zit tjokvol anti-eenheidsworst, zie Sami Galbi, een Zwitser met Marokkaanse achtergrond die raï opnieuw uitvindt. Of Mitsune, Japans-Berlijnse folk. Of de Spaanse a-capella van Tarta Relena. Niet iedereen hoeft de volgende Dua Lipa, Joost of Stromae te zijn, maar je leest achteraf logischerwijs minder over de experimentele keuzes die we ook maken, die juist het podium verdienen.”
Dit jaar komt de Raad voor Cultuur met heel veel mensen naar Groningen, weet Van Nunen. „Ik heb ze heel veel leuke tips gegeven waar ze het avontuur kunnen opzoeken.”