Meer treinen op drukke en lucratieve trajecten. En minder treinen op een aantal rustige en minder lonende routes. Dat is in het kort de nieuwe dienstregeling die de NS gaat rijden vanaf zondag 10 december.
In die dienstregeling maakt NS een groter onderscheid tussen de treinritten op vrijdag en op andere werkdagen dan nu het geval is. Het spoorbedrijf stelt dat na corona het reisgedrag in Nederland „blijvend is veranderd”. Op sommige momenten van de dag, zoals in de spits op vrijdagmorgen, ziet NS minder reizigers in de trein. En: „Dinsdagen en donderdagen zijn typische forensendagen geworden”, aldus een woordvoerder.
In totaal voegt NS ruim 1.800 treinritten per week toe aan de dienstregeling. Nu rijdt het spoorbedrijf nog 22.500 treinen per week. Dat komt neer op 3.500 tot 4.000 ritten per dag. Volgens een woordvoerder van het spoorbedrijf vervoert NS nu 85 procent van het aantal reizigers ten opzichte van 2019. Op vrijdag is dat volgens hem circa 10 procentpunt lager, 75 procent van 2019. Dat komt met name omdat meer mensen vanuit huis zijn gaan werken.
NS stelt dat het bedrijf de keuze heeft gemaakt om uitbreidingen vooral door te voeren op de plekken waar „zoveel mogelijk reizigers van de verbeteringen kunnen profiteren”. Het gaat vooral om populaire, voor een hogere kaartverkoop aantrekkelijke routes in met name de Randstad, blijkt uit de nieuwe dienstregeling.
Zo gaan tussen grote steden in de Randstad weer vier intercity’s per uur rijden, ook in het weekend en in de daluren. Dat zijn er nu nog twee per uur. De rechtstreekse Intercity Direct tussen Breda en Amsterdam komt terug. En de reistijd naar Berlijn wordt een halfuur korter. En tussen Assen en Groningen gaan van maandag tot en met donderdag vier sprinters per uur rijden. Nu is dat nog twee keer per uur.
Op enkele trajecten in Noord-Brabant (Tilburg-Eindhoven-Weert en ’s-Hertogenbosch-Eindhoven-Deurne), in Noord-Holland tussen Hoofddorp en Hoorn en van Utrecht Centraal naar Baarn blijft voorlopig echter slechts één trein per uur rijden in de daluren en ’s avonds. Wanneer in de loop van de dienstregeling voor 2024 voldoende personeel beschikbaar is, wil NS ook hier de halfuurdienstregeling herstellen.
Door een uitgebreide werving heeft NS veel nieuwe collega’s kunnen aantrekken, meldt het bedrijf. Kantoorpersoneel hoeft niet meer te assisteren in de treinen of op de perrons. Hoeveel machinisten en conducteurs NS nog nodig heeft, kan de woordvoerder niet zeggen. Bij NS, waar rond de 19.000 mensen werken, gaan de komende tijd relatief veel oudere medewerkers met pensioen. Het meest nijpend is het tekort aan monteurs.
Lees ook
Te weinig medewerkers, reizigers en inkomsten: steeds meer NS’ers zijn het werk zat
In december 2022 zocht NS nog 580 conducteurs en 340 machinisten. Voor een volledige dienstregeling heeft het bedrijf minstens 2.800 conducteurs nodig en 3.200 machinisten. Die vacatures waren een belangrijke reden dat NS vorig jaar, in de dienstregeling 2023, aankondigde met 13 procent minder treinen te gaan rijden.
De woordvoerder van NS zegt desgevraagd dat het spoorbedrijf geen tekort heeft aan materieel om 1.800 extra treinritten per week te rijden. Wel kampt het bedrijf met enkele kinderziektes bij de introductie van de Intercity Nieuwe Generatie, de nieuwe intercity’s. Die moeten in de eerste maanden van 2024 zijn opgelost.
Geen goede zaak
Al voor de pandemie, tot en met 2019, was er een verschil in het aantal reizigers tussen de afzonderlijke werkdagen. NS grijpt dat verschil nu aan om de dienstregeling te differentiëren. Dat betekent: niet langer op elke werkdag een zelfde, voorspelbaar rooster, maar verschillende dienstregelingen per werkdag.
Reizigersvereniging Rover en andere consumentenorganisaties vinden dat geen goede zaak. In een reactie op de concept-dienstregeling, begin oktober, schreven de organisaties dat zij het „niet goed uit te leggen [vinden] aan reizigers” dat NS op een aantal trajecten op vrijdag zelfs minder treinen zal laten rijden dan in het weekend.
„Uw dienstverlening zakt hiermee onder het acceptabele niveau”, aldus de reizigersorganisaties. „Dit kan ertoe leiden dat meer reizigers ervoor kiezen op andere dagen te werken. Hiermee bereikt u mogelijk dat reizigers zich slechter spreiden over de week. Dit is het tegenovergestelde van wat u wilt.”
De organisaties vinden dat NS de lagere reizigersinkomsten – minder goed betalende forensen kopen een abonnement, want ze werken meer thuis – niet moet vertalen in minder treinen. Het spoorbedrijf zou moeten zoeken naar (meer) kostenbesparingen en in overleg moeten treden met het Rijk voor een hogere bijdrage in de exploitatie.
In plaats daarvan kiest NS voor een beperkte uitbreiding van de dienstregeling: niet overal terug naar het niveau van voor de pandemie maar eerst op lucratieve routes. NS moet wel, stelde het spoorbedrijf in oktober: „Door minder opbrengsten en hogere kosten is het rijden van treinen op het Nederlandse hoofdrailnet – de belangrijkste kerntaak van NS – nog steeds onrendabel.” Het hoofd-railnet bestaat uit de belangrijkste intercity’s en stoptreinen in Nederland. Het personeelstekort, de hoge werkdruk en de verwachte reizigersgroei (op bepaalde trajecten in Nederland) vragen om een andere dienstregeling dan voorheen, aldus NS.
Lees ook
Voor de bekritiseerde spitsheffing van de NS bestaan alternatieven
Eerder dit jaar pleitte NS voor een spitsheffing: duurdere treinkaartjes in de spits moesten het reizen in de ochtendspits ontmoedigen en de drukte in de trein beter verdelen. Na veel kritiek van politici en reizigers schrapten het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en NS dat plan.
De prijzen van treinkaartjes en abonnementen van NS stijgen volgend jaar niet, meldde het bedrijf in november. Het demissionaire kabinet heeft extra geld beschikbaar gesteld om de tariefsverhogingen van de trein tegen te gaan. In 2025 volgt mogelijk wel een tariefsverhoging; die komt dan bovenop een afgesproken verhoging vanwege de inflatie.