Nieuwe composities met Ligeti als inspiratiebron klinken als de branding en een blaasbalg uit de hel

Avant-garde-kopstukken Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen worden sinds hun dood nog maar mondjesmaat gespeeld – spectaculaire uitzonderingen (Aus Licht in het Holland Festival 2019) niet te na gesproken. De muziek van hun generatiegenoot György Ligeti (1923-2006) lijkt juist springlevend. Ligeti was altijd een einzelgänger, een monomaan die zichzelf herhaaldelijk opnieuw uitvond, en in dat opzicht enigszins vergelijkbaar met Stravinsky.

Maar veel componisten van nu wijzen juist naar hem als inspiratiebron. Honderd jaar na zijn geboorte zette de NTR ZaterdagMatinee in het Concertgebouw in Amsterdam een schijnwerper op Ligeti, in een programma met onder meer zijn verrukkelijke Vioolconcert met solist Carolin Widmann én nieuwe stukken van Rozalie Hirs en Enno Poppe.

bron van Hirs en Hirn van Poppe, om precies te zijn: het heerlijke chiasma van titels en componistennamen zei veel over de werken, die totaal verschillend en toch verwant waren – en allebei erg sterk.

Iriserend mooi

De Nederlandse componist en dichter Rozalie Hirs (1965) schreef haar stuk bron voor groot orkest in opdracht van de Matinee. Ze ging terug naar de bron van haar componeren: de liefde voor klank. Het werk ontwikkelde zich als een consequent volgehouden aaneenschakeling van aanzwellende en wegebbende klankvormen. Associaties met adem en branding drongen zich op. Blazers namen het voortouw, strijkers golfden er als een breker overheen; rust. En opnieuw. De klankhuid van deze akoestische branding was iriserend mooi.

Hirs’ uitgekiende schriftuur liet telkens nieuwe harmonieën opkomen uit de notenclusters, die ze accentueerde met buisklokken of pauken. Binnen de overkoepelende ervaring van bezwerende herhaling gebeurde er daardoor voortdurend van alles. Halverwege signaleerden dalende glijtonen van de strijkers het einde van de eerste helft; daarna waren de contrasten feller, de crescendo’s scherper omlijnd. De tweede helft eindigde juist met stijgende glissandi. De gewekte verwachting van een tonaal centrum werd uiteindelijk ingelost, na een schitterend diffuus slotakkoord, in de laatste noot van de bassen.

Infernale blaasbalg

Ook Hirn van de Duitse componist Enno Poppe (1969) voor blazers en slagwerk had twee helften, waarbij je door de titel al snel aan hersenhelften dacht. Zijn procedé leek wel wat op de elkaar overspoelende geluidsgolven van Hirs, maar dan onder invloed van amfetamine. Links en rechts pompten onvermoeibaar op elkaar in, als een infernale blaasbalg. Halverwege trapte de stampende machine plotseling op de rem, om pianissimo verder te gaan. Gestaag ging het vervolgens crescendo. Je voelde waar het heen ging, maar de maniakale wijze waarop Poppe zijn blaasbalg weer aanzwengelde, tot diep in het rood, was toch overrompelend.

Poppe had zelf zullen dirigeren maar moest afzeggen. Zijn vervanger, Elena Schwarz, leidde het voortreffelijke Radio Filharmonisch uitstekend, zeker ook in de prachtig geboetseerde oerklankwolkenmuziek van Ligeti’s Atmosphères.

https://www.youtube.com/watch?v=WYxmnq8Ts04


Leeslijst