Nieuwe coalitie wil alleen het Europese beleid waar zij zin in heeft, maar kan dat wel?

De laatste keer dat het in Brussel over nieuwe ‘opt-outs’ ging, herinnert iedereen zich nog goed: dat was in aanloop naar Brexit. Voorafgaand aan een referendum over EU-lidmaatschap wilde toenmalig premier David Cameron nieuwe uitzonderingen op EU-regelgeving voor zijn land bedingen.

Na moeizame onderhandelingen kregen de Britten begin 2016 uiteindelijk een nieuwe ‘noodrem’, waarmee ze in een crisissituatie arbeidsmigranten sociale rechten konden ontzeggen. Het kon niet verhinderen dat een meerderheid van de Britse bevolking later dat jaar vóór EU-uittreding stemde.

Het verklaart: met ‘opt-outs’ heeft de Europese Unie geen beste ervaringen. „Je kúnt niet zomaar ‘opt-outen’ van EU-wetgeving”, legde een woordvoerder van de Commissie donderdag met nauwelijks verholen irritatie aan journalisten uit, gevraagd naar een wens uit het coalitie-akkoord in Den Haag. In aanloop naar Brexit kreeg de Britse regering al jaren felle kritiek van andere lidstaten, dat ze onrealistische verwachtingen wekte van wat ze aan concessies kon afdwingen, aan cherry picking deed en een ‘Europa à la carte’ nastreefde.

Wil de nieuwe Nederlandse coalitie ook zo’n ‘Europa à la carte’? In het woensdag gepresenteerde ‘hoofdlijnenakkoord’ benadrukken PVV, VVD, NSC en BBB binnen de EU een „constructieve partner” te willen blijven. Maar kijk je naar de wensen, dan lijken ze vooral flink te rekenen op constructiviteit van ánderen in Europa. En de wensen zouden zomaar net zo onrealistisch kunnen zijn als die van de Britten.


Lees ook
Na zes maanden formeren: de plannen van de nieuwe coalitie

Na zes maanden formeren: de plannen van de nieuwe coalitie

Naast een ‘opt-out’ op migratiebeleid wil Nederland onder meer ook uitzonderingen op mestregels, beschermde Europese natuur afstoten, het pulsvisverbod terugdraaien en minder gaan betalen aan de Europese begroting. Voor een coalitie van partijen met een sterke eurosceptische ondertoon verwacht men zo eigenlijk opvallend veel van Brussel.

Europa inzetten

Een flinke dosis eigen belang is geen land in de EU vreemd en natuurlijk is elke lidstaat in Brussel ook vooral bezig zijn eigen belang veilig te stellen. Maar de manier waarop de nieuwe coalitie Europa instrumentaliseert, valt wel op. Het kabinet-Rutte I, gedoogd door de PVV van Geert Wilders, was ook uitgesproken eurosceptisch, maar uitte dat in de wens zo weinig mogelijk met Brussel te maken te hebben. Nu rekent een nieuw kabinet er juist op dat Brussel bij allerlei wensen gaat helpen.

Het laat zien dat de oude tegenstelling ‘voor’ of ‘tegen’ Europa niet zomaar opgaat. Eerder liet de Italiaanse premier Giorgia Meloni al zien hoe je Brussel goed kunt gebruiken om een eigen rechts-radicale agenda, in haar geval op migratie, uit te rollen. Ze kon invloedrijk worden in Europa omdat ze zich hield aan bepaalde randvoorwaarden: pro-Oekraïne en anti-Kremlin, pro-NAVO en pro-Amerika en slechts mild kritisch over de EU.

Zal het nieuwe Nederlandse kabinet het ook zo vergaan? De steun voor Oekraïne en NAVO staan onvoorwaardelijk in het coalitieakkoord en nergens wordt een ramkoers met Brussel voorgesteld. Op bepaalde punten is het Europese beleid de afgelopen maanden bovendien al flink naar rechts opgeschoven: met een streng nieuw migratiepact, het schrappen van natuurregels en het versterken van de defensieindustrie.

Daarbij kan Europees radicaal-rechts de komende tijd ook buiten Nederland aan invloed winnen. Bijvoorbeeld bij de verkiezingen voor het Europees Parlement begin juni, en tijdens aanstaande verkiezingen in België en Oostenrijk. Met het akkoord laten de vier partijen nu ook zien: met dit Europa voor ogen gaan wij de EU-verkiezingen in. En je kunt je afvragen: past een nieuw Nederlands kabinet niet juist uitstekend binnen dat nieuwe Europa?

Dat is niet uitgesloten. Maar voor invloed in Europa is tegelijk méér nodig dan meesurfen op een rechts-radicale golf. Daarvoor is een duidelijk idee over de richting van Europa en de thema’s die Europa bezighouden ook van belang.

Dat blijkt nog niet erg uit het woensdag gepresenteerde akkoord. In een tijd waarin er oorlog woedt op het Europese continent, de dreiging van Poetin toeneemt, de risico’s in de verhouding tot China groeien en de kans op een openlijk vijandige nieuwe Amerikaanse president niet gering is, hebben de partijen het zelfs uitgesproken weinig over de wereld buiten Nederland. Terwijl overal in de EU wordt nagedacht over het versterken van Europa, wordt dat nergens in dit akkoord genoemd: louter het versterken van de eigen grenzen.


Lees ook
Russen, rechtsstaat, radicaal-rechts. Alles over de Europese verkiezingen

Russen, rechtsstaat, radicaal-rechts. Alles over de Europese verkiezingen

Is het desinteresse? Juristen wezen er donderdag al snel op dat in elk geval de manier waarop de partijen de ‘opt-out’ over migratie willen regelen, niet klopt. En wil je invloed hebben op de Europese migratiekoers, dan helpt een dreigement je te gaan onttrekken aan nét overeengekomen nieuw beleid niet bijzonder veel. Temeer omdat bij dat migratieakkoord juist de langlopende tegenstellingen tussen zuid en noord waren overbrugd over wie de zwaarste lasten draagt. In de Duitse krant Bild noemt Bondsdaglid van de rechtse CSU Andrea Lindholz (53) het alvast „niet oké” dat de „regering-Wilders” maatregelen neemt „ten koste van de andere EU-staten”, vooral omdat Duitsland vorig jaar „bijna twee keer zoveel asielaanvragen” had per hoofd van de bevolking. De opmerking van Wilders, na afloop van de presentatie donderdag, dat hij hoopt dat door de harde Nederlandse maatregelen asielzoekers „maar naar Duitsland of nog een ander land gaan”, zal daar ook niet goed gevallen zijn.

De nieuwe coalitie stelt zich ook direct geharnast op in twee discussies die elders in Europa als zéér belangrijk worden gezien: die over EU-uitbreiding en het vergroten van de Europese financiële capaciteit. Tegenover dat eerste staan de partijen „zeer kritisch”, aan dat laatste willen ze fors minder gaan bijdragen.

Verliezersstrategie

Beiden zijn weliswaar geen nieuwe stellingnames van Nederland. Maar je direct zo weinig flexibel opstellen, geeft je ook niet erg veel krediet in de nieuwe onderhandelingen. En zeker als het om de Europese financiën gaat, zeggen analisten nu al: je daar zó hard tegen verzetten is een verliezersstrategie.

Het wensenlijstje waarmee Nederland straks naar Brussel komt, zal om al die redenen niet direct goed vallen. Voor de Commissie is het sowieso strategisch niet handig om een nukkige, radicaal-rechtse coalitie al te veel tegemoet te komen – om geen positief precedent te scheppen. En waar Nederlandse bewindspersonen, diplomaten en Europarlementariërs de afgelopen jaren relatief invloedrijk konden worden, is het de vraag hoe dat nu verder zal gaan.

Bijvoorbeeld omdat de liberale partijfamilie van de VVD donderdag al direct haar „totale afkeuring en diepe bezorgdheid” over het akkoord uitte. De Franse fractievoorzitter Valérie Hayer benadrukte op X dat „compromissen met extreemrechts nooit acceptabel zijn”. Net als andere liberale partijen vrezen de Franse liberalen van de partij van president Emmanuel Macron de associatie met radicaal rechts in eigen land, zeker in aanloop naar de EU-verkiezingen. Dat de nieuwe samenwerking de invloed van VVD’ers in die machtige partijfamilie zal schaden, is zeer waarschijnlijk.


Lees ook
Interview met Valérie Hayer: ‘Er kan geen samenwerking zijn met extreemrechts in Europa’

Valérie Hayer, lijsttrekker voor de liberale groep Renew in het Europees Parlement, op 23 april in Straatsburg.

Nog ingewikkelder krijgt straks de nieuwe premier het – of dat nu PvdA’er Ronald Plasterk wordt of iemand anders. „Zij of hij arriveert straks in Brussel mogelijk partijloos, of losjes verbonden aan de PVV en daarmee in elk geval zonder partijfamilie.” Bij zo’n familie kan een premier normaal gesproken voorafgaand aan EU-toppen terecht voor strategische overleggen en steun – zeker voor een nieuwe, onervaren premier van groot belang.

In de tweede helft van juni zijn er twee EU-toppen die over belangrijke zaken gaan: Europese topposities, de agenda voor de komende vijf jaar en de financiering van defensieplannen. Als de coalitiepartijen opschieten, zou dit de eerste test voor de nieuwe Europa-houding kunnen worden.