Nieuwe aangifte dierenrechtenorganisatie tegen burgemeester en schapenhouder na doodschieten wolf

Dierenrechten In navolging van de Faunabescherming doet ook Animal Rights aangifte tegen zowel de burgemeester van de gemeente Westerveld en de schapenhouder vanwege het neerschieten van de wolf.
Volgens de dierenrechtenorganisaties had de wolf na het incident niet doodgeschoten mogen worden.
Volgens de dierenrechtenorganisaties had de wolf na het incident niet doodgeschoten mogen worden. Foto Olivier Morin/AFP

Animal Rights heeft maandag aangifte gedaan tegen Rikus Jager, de burgemeester van de gemeente Westerveld, voor het neerschieten van de wolf. Dat bevestigt de directeur van de dierenorganisatie tegenover NRC. Ook tegen de schapenhouder die gewond raakte bij het incident in het Drentse Wapse is aangifte gedaan. Volgens de dierenrechtenorganisatie had de wolf na het incident niet doodgeschoten mogen worden. Zondagavond kondigde ook de Faunabescherming aan om aangifte te gaan doen tegen het duo.

Animal Rights-directeur Susan Hartland spreekt in een reactie van een ‘old school lynching’. Volgens de organisatie is met het doodschieten van de wolf de Habitatrichtlijn overtreden. Die bepaalt dat de wolf wordt beschouwd als beschermde soort. Hartland wijst op het tijdsbestek van meerdere uren tussen de aanval van de wolf en het neerschieten van het dier. „Wilde dieren hebben ook het recht op een plek in het Nederlandse landschap. Maar vaak gaat hun leven ten koste van agricultuur.”

Animal Rights overweegt om een handhavingsverzoek in te dienen bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Zondagochtend werd de schapenboer aangevallen door een wolf nadat het dier meerdere schapen had aangevallen. Naar eigen zeggen wilde de boer de wolf verjagen. Vervolgens schoot de politie de wolf in opdracht van de burgemeester dood. De Faunabescherming sprak zondag van een aanval van een mens op een wolf en niet omgekeerd. „Wie zo onverstandig is om een roofdier met een hooivork en een schep te lijf te gaan, kan verwachten dat het dier zich bedreigd voelt en zich verdedigt.”