Nieuw vrouwelijk cabaretduo n00b: ‘Iedereen is een loser. Dat kan ook powerful zijn’

Cabaretduo n00b: Isabelle Kafando (links) en Laura Bakker.


Foto Mark Engelen

Interview

Interview | Nieuw cabaretduo n00b Het cabaret is met n00b een nieuw, bruisend duo rijker, dat excelleert in rauwe, absurde humor, met veel personages die zichzelf overschreeuwen. „De release die je voelt als je je over je gêne heen zet, is magisch.”

‘Mijn kutje stinkt. Mijn kutje stinkt. Mijn kutje stinkt gewoon.” Cabaretduo n00b zingt de woorden op de melodie van een stampend levenslied en met de vrolijke zwier van een meezinger. Het scabreuze lied maakt deel uit van hun debuutvoorstelling N00b speelt n00b en typeert in grote mate hun bravoure, hun tegendraadsheid en hun gevoel voor het creëren van ongemak bij het publiek.

De 23-jarige Isabelle Kafando en de 26-jarige Laura Bakker, samen n00b, hebben lol in hoe het lied aankomt bij publiek. Kafando: „Sommige mensen creperen van ongemak.” Bakker: „Mensen kijken weg. Die kunnen het niet aanzien. Van dat soort momenten geniet ik het meest. Maar er was ook een keer een jongen op de eerste rij die meteen hard meezong. Dat was tof.” Kafando: „Voor ons is het ook spannend om te zingen. Het is niet iets wat je graag zegt over jezelf. Het is ook niet per se waar.” Ze schatert. „Dat wil ik er even bij zeggen.”

Twee jaar geleden won n00b het Amsterdams Kleinkunst Festival en een paar maanden later studeerden de twee af aan de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie. Volgende week gaat hun avondvullende debuut in première, waarin ze in moordend tempo een groot aantal sketches en songs op een stevige beat spelen. Kafando en Bakker laten hun personages graag ontsporen, juist als die eerst onzeker of timide lijken. Of dat nu is vanwege grensoverschrijdend gedrag op kantoor of een transactie via Marktplaats. Het gebeurt ook als ze twee konijnen op een festival spelen. Het kan niet rauw of absurd genoeg zijn.

Op het kantoor van hun management, More Theater Producties, vertellen de twee over hun voorstelling en samenwerking. Daarbij vullen ze elkaar doorlopend aan, soms unisono, en geregeld ongegeneerd het woord halverwege de zin van een ander overnemend. Dat gaat zo vanzelf dat het een gewoonte lijkt. Die onstuitbare dynamiek is ook een doel voor hun voorstelling: „Dat moet een energiebom worden”, zegt Kafando. „En een eigen universum, een wereld buiten de realiteit, waarin je vrijuit kan lachen”, aldus Bakker.

Er komen aardig wat opgefokte types langs.

Bakker: „Dat opgefokte zit in veel mensen, maar komt er niet altijd uit. Dat inhouden van je gevoelens is interessant.” Kafando: „Dat veroorzaakt spanning. Er ligt vaak onzekerheid of een gebrek aan vertrouwen aan ten grondslag. Dat willen we blootleggen.”

Wat zie je dan?

Bakker: „Ies speelt een man, Nico, die halsstarrig volhoudt dat er geen feestje zonder Nico is. Door die overtuiging verliest hij alle moed als hij wordt tegengesproken. Hij redeneert vanuit oprechtheid, maar het gesprek wordt steeds absurder.” Kafando: „Voor hem is het een zaak van leven en dood. Dat geldt voor meer van onze personages. Dan zie je dat overtuiging iets hards is, en ongenadig. Vooral bij mensen met macht.”

Is Nico ook niet wat sneu?

Bakker: „Zeker. Het trieste vinden in personages die erg overtuigd zijn van zichzelf vinden wij grappig.”

In de sketches gaat het geregeld over zelfvertrouwen en de mate waarin iemand terecht of onterecht vertrouwen stelt in de ander. Terugkerende personages zijn collega’s Natas (Kafando) en Holly (Bakker). Ten overstaan van hun kantoor spreekt Natas luchtig over grensoverschrijdend gedrag, ook als het slachtoffer, Holly, komt vertellen wat er is gebeurd.

Bakker: „Het vertrouwen in de mensheid van Holly wordt geschaad doordat er niet naar haar geluisterd wordt. En omdat Natas op een vrolijke, passief-agressieve manier over haar problemen heen praat.” Kafando: „Maar Holly verliest de moed niet en ze probeert niemand te nakken. Dat maakt haar ook het vetste personage.”

Het trieste vinden in personages die erg overtuigd zijn van zichzelf vinden wij grappig

Omdat ze oprecht durft te zijn?

Kafando: „Je ziet dat dat waarde heeft. Andere personage hebben nare drijfveren: egoïsme, narcisme.”

Hoe bedenken jullie scènes als deze?

Kafando: „Het is niet dat we tegen elkaar zeggen: er moet iets in over seksuele intimidatie.” Bakker: „Inspiratie komt van wat we meemaken, filmpjes die we zien, dingen op straat, zoals een poster in een bushokje. En we verzinnen schrijfopdrachten voor elkaar.” Kafando: „Schrijf met dit woord een scène. In tien minuten.” Bakker: „Of: begin een scène met deze zin. Random dingen.” Kafando: „Ideeën werken we samen uit. Maar er zijn dagen dat we allebei veel ideeën hebben. Dat werkt niet.” Bakker: „Dan verzeilen we in een donker hol met weirde fantasieën. Die mogen de buitenwereld nooit bereiken.”

Bakker: „Soms gaat het snel. Zoals bij dat lied met die doedelzak.” Kafando: „Hoe vet: een rave-nummer met doedelzak. Was een ingeving.”

Je speelt er niet echt op toch?

Kafando: „Dat hebben we geprobeerd. Maar weet je hoe lang het duurt voor je die zak vol hebt? Je moet hem eerst opblazen.”

Bakker: „De zin ‘Er is geen feestje zonder Nico’ zagen we bij First Dates. Dat was wat iemand letterlijk over zichzelf zei.”

Kafando: „De Marktplaats-scène komt van Laura.” Bakker: „Ik struin graag op Marktplaats. Is een hobby. Zoek ik naar dingen die ik niet nodig heb. Heerlijk. Maar op een gegeven moment zette iemand een pot Nutella die over de datum was op Marktplaats. Gratis af te halen. Tof dat je het erop zet, maar het verbaasde me ook. Wie neemt de moeite? Dus die vraag stelde ik, uit interesse. Kreeg ik een woedende mail terug, met ‘jouw soort mensen, je hebt geen idee hoe mensen leven, etc.’ Daar is een scène uitgekomen over een vrouw die commentaar heeft op een bank die ze gratis komt afhalen.”

Daarna gebeurt er nog veel meer, toch?

Bakker: „Ja. We zoeken wel steeds naar meer lagen, dubbele bodems in een scène.” Kafando: „Het is mooi als een situatie omdraait en de personages zich laten meeslepen en zichzelf verliezen. Dan komt de ware aard van de mens boven.”

Wat is die ware aard?

Bakker: „Je ziet hoe gretig mensen hun macht misbruiken of zich willen laten gelden.” Kafando: „Ondanks hun onzekerheid.” Bakker: „Dat is het noob-gehalte. Dat mensen die lijken iets te zijn de grootste noobs zijn. Beginnelingen, losers. Zij weten het minste wat ze doen en overschreeuwen zichzelf daardoor.”

Wat zit er van jullie zelf in?

Bakker: „In elke scène zit iets van onszelf. Ik heb me ook wel vet gevoeld, waarna ik op mijn bek ging. Tijdens een première een keer letterlijk: hoge hakken, mooie jurk, struikel ik op de trap over mijn eigen jurk.”

Kafando: „Ik kan een kort lontje hebben. Als iets me van mijn pad brengt en het niet gaat zoals ik wil, dan word ik boos over iets kleins. Dan weet ik dat mijn woede niet klopt, maar dan ga ik toch door.”

Bakker tegen Kafando: „Dat is ook mooi. Het toont ook je wilskracht en je motivatie. Daardoor fix je ook shit. Positief en negatief zit dicht bij elkaar.”

Kafando: „Net als sommige van onze personages kunnen we dingen ook op leven en dood voelen, zoals het schrijven van een scène. Dat nemen we bloedserieus. Maar we weten ook…” Bakker: „…dat er belangrijkere dingen zijn in de wereld dan onze première, onze finale. Dat kan ik wel relativeren.”

Kafando: „We hebben het noob-zijn omarmd. Iedereen is een loser. Dat kan ook powerful zijn.”

Hoe werkt dat?

Kafando: „In onze vrije tijd nodigen we elkaar soms uit om gênante dingen te doen.” Bakker: „In een restaurant naar een andere tafel lopen en je nummer achterlaten. Of doen alsof je hard valt.”

(Er volgt geen nieuwe vraag, alleen maar een harde lach)

Kafando: „Dat doen we echt. Daar kunnen we elkaar in opzwepen. Dan kan niks je raken. Want je bent in control.” Bakker: „Soms bespreken we alleen de kans om iets te doen. Ik zou in de hoek kunnen plassen. Zou kunnen. Maar ik doe het niet.”

Kafando: „Het geeft jeu aan het leven.” Bakker: „Door te spelen. Net als op het toneel. Jezelf uitdagen geeft een goede energie.”

In jullie universum van uitersten spelen jullie ook twee knaagdieren.

Bakker: „Het is leuk om dieren te spelen met een menselijke belevingswereld. Het zijn eigenlijk twee tienermeiden op een festival. Rave-rabbits. Door er twee konijnen van te maken wordt het absurd en gaat je fantasie aan. Zulke meiden zijn ook een soort konijnen.” Ze doet een knaagbeweging voor, met verkrampte kaak van de drugs.

Bakker: „We weten per scène wat voor dier het moet zijn. Een das!” Kafando: „Een das is gewoon grappig. Wie weet nou echt iets van een das? Daar creëren we een mysterie omheen.”

Dat Kafando en Bakker comedians zijn geworden, was geen vooropgezet plan. Nadat ze elkaar hadden ontmoet bij productiehuis Dox in Utrecht en vrienden werden, gingen ze naar de toneelschool in Amsterdam om actrice te worden. Bakker: „En dat zijn we ook geworden. Maar in het tweede jaar werden we gevraagd om liedjes te zingen, covers. Wij wilden iets van onszelf doen, iets grappigs, eigen materiaal. Daar hebben we elkaar in gevonden. Dat is echt geluk.” Kafando: „We hadden niet de droom om cabaretier te worden.”

Willen jullie niet solo?

Allebei steken ze afwerend hun armen in de lucht. Kafando: „Never. Ik zou in mijn broek schijten.”

Naast hun cabaretshow werken ze ook als acteur bij films en tv. Bakker deed twee series en een film, bij NPO en Netflix. Als ze dat vertelt vult Kafando droog aan: „Laura heeft een Gouden Kalf.” In 2021 won ze de filmprijs in de categorie ‘Beste Hoofdrol in een Korte Film/Singleplay’ voor haar rol in Onze Straat ’21 – Heartbeats van Vincent Tilanus. Bakker: „Heel leuk. Ies draait nu een film. Tv- en filmwerk is wel te combineren met optreden. En dan kun je weer een andere kant van jezelf aanspreken.”

Jullie klinken als een twee-eenheid. Lijken jullie op elkaar?

Kafando: „Inhoudelijk zijn we het bijna nooit oneens. Maar we leiden allebei ons eigen leven.” Bakker: „Qua persoonlijkheid komen we wel overeen. We zijn niet snel bang of onder de indruk. En samen durven we veel. Maar onze hobby’s verschillen. Ik hou van kringlopen, fotografie, bolderen.” Kafando: „Boksen, nail-art, koken, shoppen – helaas.” Bakker: „We lachen veel.” Kafando: „Alles wat we doen, vinden we echt grappig.”

Jullie zijn de generatie-Z. Voelt dat ook zo?

Bakker: „Als ze in de zaal zitten hoop ik dat ze zich gehoord voelen en denken: dit is my life. Maar ik voel me ook een millennial. Z is serieus, wij niet.” Kafando: „Misschien passen we niet binnen dat generatie-frame. We tiktokken wel, maar weten ook niet precies hoe het werkt.”

N00b speelt n00b. Première: 24 jan, Kleine Komedie, Amsterdam. Info en speellijst: n00bofficial.nl