Word je niet warm van Mariah Carey’s hoge noten? Krijg je de kriebels van Wham!’s zoete gefluister? Haak je sowieso af bij het geluid van sleebellen? Dan kan december gevoelsmatig nog best lang duren: het blijft toch de maand van de kersthits. Maar voor ‘Jingle Bell Rock’-sceptici die de hoop al hadden opgegeven dat er op muzikaal vlak nog veel boeiends zou gebeuren, was er vorige week tóch interessant nieuws. Kort na elkaar werden twee singles uitgebracht die tot een geheel eigen genre behoren. Te weten: Hollandse levensliederen van tragikomische dramapersonages.
De dramapersonages in kwestie zijn Martin Morero (Peter Paul Muller) en Ferry Bouman (Frank Lammers) uit respectievelijk Gooische vrouwen en Ferry. Waar die eerste serie net een seizoen aan het afronden is, bereidt de tweede zich voor op de première van een nieuwe spin-off-film. Ferry’s ‘King van de camping’ kun je dus het beste zien als een publieksopwarmertje, terwijl Martins ‘Spijt is voor later’ eerder geldt als feestelijke afsluiter.
En feestelijk is het nummer zeker, lijkt de voorlopige consensus onder Spotify-luisteraars. Sinds het nummer afgelopen vrijdag op het muziekplatform verscheen, klom het rap omhoog in de hitlijsten. Maandag stond ‘Spijt is voor later’ zelfs even op plek drie van de vaakst gestreamde Spotify-nummers in Nederland: een plek boven ‘All I want for Christmas’ (Move over, Mariah).
‘Poppenpilsje’
Het succes van het nummer zal deels terug te voeren zijn op de populariteit van Gooische vrouwen en de iconische status van Martin Morero. De plat Amsterdams sprekende volkszanger met een zwak voor vrouwelijk schoon is een geliefd personage uit de franchise, mede door zijn kenmerkende taalgebruik („Doe mij een poppenpilsje”). Maar dat ‘Spijt is voor later’ zo goed scoort, valt ook te verbinden aan een bredere trend: het Hollandse levenslied is de afgelopen jaren steeds populairder geworden. En dat heeft weer te maken met het populairder worden van Nederlandse muziek in het algemeen: Het aantal streams op Spotify voor Nederlandse artiesten steeg dit jaar met 7 procent ten opzichte van het jaar ervoor.
Nummers uit het levenslied-genre staan steeds vaker hoog in de hitlijsten, ook het aantal volkszangers neemt toe. Best slim dus van de makers van Gooische vrouwen dat voor het schrijven van ‘Spijt is voor later’ een beroep werd gedaan op Yves Berendse, een jonge volkszanger die dit jaar doorbrak met de hitsingle ‘Terug in de tijd’. Hij maakte voor Martin een lied dat past bij de verhaallijn uit het laatste Gooische vrouwen-seizoen, waarin de hereniging tussen hem en zijn ex-vrouw een grote rol speelt. Dat leidde tot teksten als: „Spijt is voor later/Vanavond gaan we feesten net als toen/Liever een kater/Dan dat we ooit vergeten hoe het moet”. Gemaakt om tegen sluitingstijd mee te brullen in een warme kroeg.
Ook voor ‘King van de camping’ werden mensen ingevlogen met gevoel voor het volkslied. Het nummer is geschreven Léon Paul Palmen en Arno Krabman, die eerder samenwerkten met onder meer Guus Meeuwis en Frans Duits. Zij maakten voor de Brabantse drugsbaron een tekst waarin hij het verlies van zijn liefje bezingt: „Waar is mijn poco loco ko-ko-koningin?”.
Herkenningspunten
Catchy, maar op het succes van ‘Spijt is voor later’ kan ‘King van de camping’ vooralsnog niet rekenen. Hoewel Ferry’s nummer een paar dagen eerder op Spotify te beluisteren viel dan dat van concurrent Martin, is ‘King van de camping’ aanzienlijk minder vaak beluisterd. Op donderdag 19 december staat de teller op ongeveer 215 duizend streams, tegenover 1.260 duizend voor ‘Spijt is voor later’.
Misschien dat het meespeelt dat Martins verhaal meer herkenningspunten biedt dan dat van de criminele Ferry. Die herkenbaarheid is volgens volkszangers als Rutger van Barneveld (die begin deze maand in de NOS-podcast De dag zijn inzichten deelde) een belangrijk onderdeel van de succesformule achter het levenslied. Al is zelfs ‘Spijt is voor later’ niet herkenbaar genoeg om langdurig aan de top te staan. Inmiddels is het lied alweer door Mariah Carey ingehaald. Kerstmuziekhaters: even doorbijten.
De oudejaarsconference was ooit, in de dagen van Wim Kan en Wim Sonneveld, een televisiemoment op één avond voor het hele land. Maar het is al jaren een almaar uitdijend en florerend genre, met vele zijtakken.
Naast de grote producties voor tv op NPO en RTL zijn er diverse andere initiatieven, die zich soms beperken tot optredens in één stad. Zo is André Manuel onderdeel van een groep comedians die de Twentse Eindejaarsconference opvoert in het Wilmink Theater in Enschede en in Breda presenteert theater Chassé Theater vier keer Klaar met het Jaar met comedians Ruud Smulders, Un Dos Stress, 155 en Pieter Verelst.
In dit artikel zetten we vijf grote oudejaarsconferences die landelijk toerden naast elkaar. De vier mannen in het rijtje maakten al vaak tot heel vaak een oudejaarsconference. Betrekkelijk nieuw en fris is de tweede editie van de Vrouwejaars, een bonte avond met alleen vrouwelijke makers – dit jaar ook voor het eerst op televisie.
Uitzending op televisie lukt niet alle conferences. Je moet ervoor naar het theater. Radio en internet dienen soms als alternatief medium. Bij RTL zegde Guido Weijers deze zomer in tweede instantie zijn oudejaars af. Weijers speelde sinds 2006 al elf maal een oudejaarsconference, voor SBS6 en RTL. Pieter Derks neemt dit jaar de oudejaars bij de NPO voor zijn rekening. In 2013 maakte hij er al een die alleen op de radio te horen was, maar nu maakt de Nijmeegse cabaretier er voor het eerst een voor televisie. De bespreking daarvan volgt na de uitzending.
Lees ook
Pieter Derks over maken van zijn oudejaars in 2013: ‘Ironie en subtiliteiten doen het niet altijd goed op tv’
Dolf Jansen: ‘De ongewone Nederlander’
Motto: „Heel geruststellend vind ik iets dat twee weken geleden bekend is gemaakt door premier Dick Schoof: er zitten geen racisten in het kabinet.”
Onderwerpen: Veel politiek-Den Haag. Ook aandacht voor de naaktslakkenplaag en agressie tegen conducteurs, apothekers en leerkrachten.
Uitwerking: Dolf Jansen (61) – maker van tientallen oudejaarsconferences – houdt in De ongewone Nederlander uitvoerig de Nederlandse regering en haar plannen tegen het licht. De voorstellingstitel verwijst naar de door populisten geliefde en door Jansen minder geliefde term „gewone Nederlander’. Dilan Yesilgöz („de vrouw met meer lettergrepen dan inhoud”), Reinette Klever en Marjolijn Faber („een kruising tussen weduwe Rost van Tonningen en Greet Hofmans”) krijgen wegens opvallende uitspraken en/of beleidsvoorstellen nog wat extra aandacht toebedeeld.
Dit geldt ook voor Caroline van der Plas, van wie Jansen een aantal opzienbarende quotes heeft verzameld op een A4’tje. Het publiek bepaalt door te roepen wanneer hij ze zal voorlezen.
Verder houdt Jansen een vurig pleidooi voor de meerwaarde van een oprecht gesprek met andersdenkenden.
Beste grappen: „Er zijn mensen die denken dat satire altijd links is, totdat RTL meer betaalt.”
En: „Als god had gewild dat we haver zouden melken dan had hij er wel uiers aan gemaakt.”
Conclusie: Een weinig memorabele oudejaarsconference. Jansens mening over het Nederlandse kabinet is uitgesproken, maar veel grapjes over kabinetsleden zijn nogal voorspelbaar. Jansen doet goedbedoelde pogingen tot een gesprek met de zaal, maar dat wordt niet zo interessant. De twee ritmische gedichten die hij bevlogen voordraagt, treffen wel doel. (JB)
Diverse cabaretiers: ‘Vrouwejaars’
Motto: „We hebben geen asielcrisis, maar een zielcrisis.”
Onderwerpen: Noodpakketten, André Hazes, de wolf, Dick Schoof, Kamala Harris, Marjolein ‘ik ben beleid’ Faber, Navalny, Gaza.
Uitwerking: Presentatoren Yora Rienstra en Teddy Tops verwelkomen zes acts: allemaal vrouwen, dat is het concept. Ze vragen het publiek wat ze achter willen laten in 2024: „Eenpersoonstent”, „suiker”, „burgerlijkheid”, „gevoel van machteloosheid”.
Veel vrouwen, veel vormen: Kiki Schippers bezingt mislukkingen van 2024, Asmae Amaddou en Sandy Bosmans presenteren spoken word. Amaddou schetst in een verpletterend gedicht het leven in Gaza. Katinka Poldermans neemt het publiek mee door een ‘beslisboom’, die hilarisch is.
Janneke de Bijl en Vera van Zelm leveren geslaagde mini-oudejaarsconferences. Van Zelm over meer vrouwen in de politiek: zo had ze het niet bedoeld. Ze persifleert de Instagramfilmpjes van Dilan Yesilgöz, die daarin haar „inhoud” verkoopt: „Ik houd van Dolly Parton, dit is mijn lievelingstas, een pogrom mag nooit meer voorkomen.”
Beste grap: Janneke de Bijl: „Doordat steeds meer vrouwen hun oogleden laten liften lijk ik steeds meer moe. Terwijl: ik ben niet moe, ik ben 42.”
Conclusie: Bij de Vrouwejaars gebeurt in korte tijd heel veel. Als je één boodschap meeneemt, is het: 2024 was niet best, maar 2025 zal slechter worden. De positieve noot komt van Janneke de Bijl, die oproept het tijdschrift Vriendin ter hand te nemen, vanwege de geruststellende factor. In 2025 is iedereen gebaat bij een vraag als ‘Hoe vol mag die wasmachine nou echt?’ en bij ‘Kruidenboter 2.0’. (HH)
Vincent Bijlo: ‘Winterkriebels’
Motto: „Het echte cellentekort zit tussen de oren van het kabinet.”
Onderwerpen: Het nieuwe radicaal-rechtse kabinet. De twijfel van Pieter Omtzigt. Yesilgöz. Wilders. Premier Schoof. Navo-chef Rutte. Asielzoekers. Politiek in 1974. Elon Musk. Donald Trump. AI. De paus. Informateur Ronald Plasterk. Lentekriebels. Nepnieuws. Biodiversiteit.
Uitwerking: Bijlo is een gedreven, soms iets te haastige verteller, die het jaar uitgebreid en tot in detail doorneemt. Daarbij veer je op bij de aforismen waar hij mee strooit: „We zijn veel te tolerant geworden voor intolerantie”; „Nepnieuws is het nieuwe opium van het volk”; „Trollen zijn de bedwantsen van het internet”, „Schoof is de portier van het theater die per ongeluk op het toneel terecht komt”.
Opmerkelijk is dat de driekoppige band en zangeres Mariska Reijmerink tussendoor op muziek gezette gedichten opvoeren. Mooi, maar niet erg ‘oudejaars’.
Beste grap: Met zijn muzikanten doet Bijlo een gymnastiekoefening, die hij ‘Nederland in Beweging’ noemt, met kleine stapjes in alle richtingen. Een extra stapje naar rechts is „Radicaal!”, en twee extra stapjes naar rechts is „Extreem!”
Conclusie: Een klassieke oudejaars die je meevoert langs alle spraakmakende gebeurtenissen van het jaar. Bijlo is een prettige gids die met onverholen spot beziet hoe Nederland verandert en hoe het rechtse denken de overhand heeft gekregen. Dat baart hem zorgen, maar uiteindelijk maant hij zichzelf en het publiek om hoop te houden. Hoop is het enige houvast. „Hoop is zij aan zij. Hoop is wij”, luidt het refrein van zijn slotlied. Het publiek in Den Hoorn haakte enthousiast in. (RR)
Freek de Jonge: ‘Vrede op aarde’
Motto: „Geef ons vrede op aarde.”
Onderwerpen: Het nieuwe kabinet. Pieter Omtzigt. Geert Wilders. Premier Schoof. Faber. Asielbeleid. Het bejaardenhuis. AI. Dorp versus stad. Daklozen. Verkeer. De vleesindustrie. Het onbegrip tussen jong en oud. Gaza.
Uitwerking:Vrede op aarde is deels een actuele, politieke show, met krachtige uithalen aan politici. Freek de Jonge ziet de twijfel van „tragische held” Omtzigt en de hoogmoed van de „meelijkwekkende mens” Wilders. Oprecht boos is hij op de politici die minister Sigrid Kaag voor „heks” uitmaakten.
Een andere lijn in het programma zijn wandelingen door zijn dorp en door Utrecht, die hem een kapstok bieden voor allerhande geestige observaties, associatieve zijpaden en rake speldenprikken over de huidige tijd. Hij signaleert onder meer de grote haast van pakjesbezorgers, het grootschalig doden van dieren en de „omgrijzing” in het land.
Beste grap: Een lange anekdote aan het einde van het programma blijkt uiteindelijk een metafoor voor de eenzaamheid van Dick Schoof.
Conclusie: Terugkerende vraag bij Freek is: „Waar zijn we in beland?” Hoe werd iemand als Martin Bosma in godsnaam voorzitter van de Tweede Kamer? Keer op keer giert zijn stem op karakteristieke wijze de hoogte in om de gekte in het land te illustreren. Zijn beweeglijke spel en zijn zingende manier van spreken zijn een belangrijke factor in dit bruisende optreden. Elke blik en elke klemtoon drukt zijn ongeloof en verbijstering uit. (RR)
Jan Beuving: ‘2025-1’
Motto: „De enige weg uit deze tijd is het contact met de ander.”
Onderwerpen: Het nieuwe kabinet. Zwart-witdenken. Oorlogen. Polarisatie. Het onbegrip tussen jong en oud. Racisme. Aleksej Navalny. Theo Nijland. George Groot. De dalende acceptatie van homoseksualiteit. Afnemende biodiversiteit. De naaktslak.
Uitwerking: Beuving hanteert een moordend tempo, met in elke zin wel een gedachte of grap. Via originele zijwegen komt hij uit op de grote thema’s van het jaar. Een lied over zijn zoon die elf wordt en zijn eerste smartphone krijgt, reflecteert op het „gif” dat sociale media kunnen zijn. De politieagent die aan de livestreamende Darren Watkins vraagt Who are you?, omdat de immens populaire YouTuber een gillende menigte op de been brengt, leidt hem tot de overweging dat de grootste kloof in de samenleving die tussen jong en oud is.
Het onbevatbaar leed in oorlogen bespreekt hij kort in een gitzwart, sarcastisch blokje dat hard aankomt: Gaza, Syrië, Jemen, Oekraïne en „Over de Oeigoeren hoorden we dit jaar niks. Geen bericht, goed bericht.”
Zijn rijmende liedjes zijn ontroerende of stekelige, maar steeds taalkunstige vlechtwerken, welluidend gezongen, en van opwindende muziek voorzien door Tom Dicke op piano en Izak Boom op snaren en accordeon. Een paar keer kruipt hij ook verrassend in de huid van een ander personage, voor een ander perspectief. In een terugkerend verhaal verpakt hij zijn geïnternaliseerd racisme, de „poep” in zijn hoofd.
Beste grap: „Tijd voor een ode aan een cabaret-collega die ermee gestopt is dit jaar. Hij heeft tientallen jaar getoerd, prachtige programma’s gemaakt, iconische liedjes geschreven. Hij werd dit voorjaar 70 en hij vond het mooi geweest. Ik heb het natuurlijk over Theo Nijland.”
Conclusie: Beuving geeft een vlekkeloze demonstratie, in vele voorbeelden, hoe genuanceerd denken eruit kan zien, wat een tweede kans is en hoe je dan vrede en vergeving zou kunnen bereiken. Niet prekerig, maar beeldend. Niet racisme van anderen afkeuren, maar je eigen verkeerde gedachten blootleggen. Boos zijn op van alles, en dan nuanceren. Zijn conclusie: „Ik wil ergens voor staan, maar het lukt me niet om te kiezen. Want alles heeft voortdurend twee kanten.”
Dat alles in een programma dat loeistrak gecomponeerd is en overdadig gevuld met sterke grappen en rake gedachten. Beter was Beuving nooit. Hij maakt niet alleen een zinderende oudejaars, maar op de valreep ook een van de beste cabaretvoorstellingen van het jaar. (RR)
‘We zijn onze obsessie met sport verloren”, begon Elliott Hill van Nike afgelopen donderdag zijn eerste gesprek met beursanalisten sinds zijn aantreden als topman in oktober. Nike moest opnieuw slechtere kwartaalcijfers presenteren aan zijn aandeelhouders: de omzet kwam uit op 12,4 miljard dollar, 8 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Zowel de rechtstreekse verkoop aan consumenten als de verkoop via winkelketens was gezakt, online verkopen via Nike.com zelfs met 21 procent.
Bedrijfsveteraan Hill, die in 1988 als stagiair bij Nike was begonnen, werd dit jaar uit zijn pensioen teruggehaald om John Donahoe op te volgen, nadat hem als topman de deur was gewezen na teleurstellende bedrijfsresultaten.
Donahoe, die pas begin 2020 was begonnen bij Nike, is symbool komen te staan voor de teruglopende populariteit van het sportmerk. Persbureau Bloomberg noemde hem „de man die Nike uncool maakte”. Wat ging er onder zijn bewind mis bij het iconische sportmerk?
Buitenstaander
Anders dan zijn opvolger en vrijwel al zijn voorgangers had Donahoe geen lange loopbaan bij Nike doorlopen. Hij werkte eerder in de consultancywereld en bij de online marktplaats eBay. De hoop was dat Donahoe met zijn techervaring de online verkopen van het in 1964 opgerichte Nike op zou kunnen krikken.
Wat dat betreft was zijn komst precies goed getimed: vlak na Donahoes aantreden begonnen de wereldwijde coronalockdowns en kochten verveelde consumenten die aan huis gekluisterd waren de ene na de andere schoen via internet. Ook bij de webwinkel van Nike zelf.
De eigen verkoopkanalen stonden centraal onder Donahoes bewind. Door rechtstreeks aan consumenten te verkopen, zou Nike minder marges kwijt zijn aan groothandelaars en winkeliers. Het merk werd ook een stuk selectiever in het kiezen van winkelketens die zijn producten in de schappen mochten leggen. Aan grote sportwinkelketens zoals Foot Locker werden minder producten geleverd, en sommige banden werden zelfs helemaal verbroken.
„Ze hebben heel veel Nikes uit de winkels gehaald en geprobeerd zelf te verkopen”, zegt Woei Tjin van de Rotterdamse sneakerwinkel Woei. „Door ze zelf te gaan verkopen dachten ze meer winst te kunnen maken.”
Lifestylesneakers
Aanvankelijk leek die strategie succesvol. De rechtstreekse verkoop aan consumenten, waar naast Nike.com ook de fysieke winkels van het sportmerk onder vallen, stegen van 12,9 miljard dollar in 2020 naar 22,4 miljard dollar in 2024.
Nike werd daarbij geholpen door de populariteit van zijn ‘lifestylesneakers’, schoenen die op straat worden gedragen en niet bedoeld zijn om in te sporten. Bijna dagelijks werden er nieuwe kleurcombinaties uitgebracht in zogeheten ‘drops’, die als eerste beschikbaar kwamen via Nikes eigen site en app. Het ging daarbij niet om compleet nieuwe schoenen, maar vooral om oude succesnummers zoals de Nike Dunk Panda – een model dat uit de jaren 80 stamt.
Nike was getransformeerd tot een bedrijf dat via zijn eigen digitale kanalen doorlopend nieuwe variaties op oude schoenen uitbracht. Maar die strategie bleek niet heel toekomstbestendig – „een fout”, noemt sneakerverkoper Tjin het. „Omdat Nike-schoenen niet meer in de winkels lagen, dachten klanten dat ze niet meer relevant waren.”
Dat was ook aan de verkoopcijfers te zien. Afgelopen boekjaar steeg Nikes omzet met 4,9 procent tot 51,4 miljard dollar, fors minder dan de omzetstijging van ruim 19 procent die in 2021 nog behaald werd. Nike, dat zich aan investeerders verkoopt als een ‘groeibedrijf’, kon die belofte steeds minder waarmaken.
Marketing
Critici wijzen ook op de onder Donahoe veranderde advertentiestrategie. Nike wist met grote marketingcampagnes decennialang onderdeel te zijn van de popculturele Zeitgeist. Zo was er in 2018 een campagne met een hoofdrol voor Colin Kaepernick, de American football-speler die uit protest tegen politiegeweld tegen zwarte Amerikanen besloot te knielen tijdens het volkslied, dat voorafgaand aan wedstrijden wordt gezongen. Kaepernick kwam daarvoor onder vuur te liggen en kwam bij geen enkele club meer aan een contract. Nike riep hem uit tot ambassadeur.
Onder Donahoe verschoof de marketingfocus. Voor campagnes zoals die met Kaepernick, waarbij er niet een specifiek product wordt verkocht, maar wel een bepaalde emotie rond het merk wordt gecreëerd, was minder budget. De aandacht ging voortaan uit naar „verkoopactivatie”, schrijft voormalig Nike-marketingdirecteur Massimo Giunco op LinkedIn. Dat betekende: online advertenties om zoveel mogelijk bezoekers naar Nike.com te trekken.
Maar een reclamebanner van een schoen die je over het hele internet blijft achtervolgen mag misschien wel tot een aankoop leiden, hij is minder geschikt voor het vormen van een merkcultus. Die schoen wordt dan vooral gekocht omdat hij zo agressief gepromoot wordt, niet omdat de klant een fan is van het merk. Bovendien werden de online banners vooral getoond aan bestaande Nike-klanten, zegt Giunco, waardoor er geen nieuwe vraag naar de producten van het merk ontstond. „Het is indrukwekkende geldverspilling geweest.”
Dat erkent ook de nieuwe topman Hill. „Onze investeringen waren weggeschoven van het creëren van merkvraag. We gaan weer opnieuw merkverhalen maken die onze klanten inspireren en emotioneel raken.”
Reorganisatie
Het bijna 80.000 medewerkers tellende Nike, waarvan ruim 2.000 op het Europese hoofdkantoor in Hilversum, werd onder Donahoe meerdere keren grootschalig gereorganiseerd. Teams die zich op een specifieke sport focusten werden geschrapt, in een poging de organisatie efficiënter te maken. In plaats daarvan kwamen er brede ontwikkelteams die zich op mannen, vrouwen of kinderen richtten. „Duizenden jaren aan ervaring en kennis verdwenen zo”, zegt Giunco. Hij vergelijkt de versimpelde organisatie met die van Zara en H&M „of elk ander inwisselbaar modemerk”.
Afgelopen voorjaar kreeg Nike felle kritiek over de nieuwe honkbaltenues die de fabrikant voor de MLB-competitie had ontworpen. Spelers en fans klaagden dat de stof te doorschijnend was en dat spelersnamen in te kleine letters op de shirts stonden. Een oud-medewerker zei tegen de Financial Times dat het fiasco te wijten was aan het schrappen van de sportspecifieke teams.
Enorme koersdaling
In juni dit jaar presenteerde Nike voor de derde keer in dat boekjaar teleurstellende kwartaalcijfers en moest het zijn verwachtingen voor 2025 naar beneden bijstellen. Het leidde tot een bloedbad op de beurs: in één dag zakte de notering van Nike met 20 procent omlaag. Ruim 28 miljard dollar aan beurswaarde verdampte.
Nieuwe, innovatieve schoenen had Nike nauwelijks te bieden als antwoord op de verminderde populariteit van de retromodellen. Tijdens een gesprek met beursanalisten in juni gebruikten Donahoe en financieel topman Matthew Friend herhaaldelijk het woord ‘newness’, om vervolgens te verwijzen naar de Dunk-retroschoen en te stellen dat er uit de bedrijfsarchieven nog veel meer nieuwigheid te halen viel. Kort na de beursklap moest Donahoe het veld ruimen.
Het woord ‘newness’ gebruikte zijn opvolger Hill maar één keer tijdens zijn eerste gesprek met beursanalisten: „De vraag in onze directe verkoopkanalen is teruggevallen, omdat we te weinig newness hadden in onze producten.”
„Voortaan zal sport weer leidend zijn en zullen we sporters centraal zetten bij elke beslissing die we nemen. Onze scherpheid in elke sport is wat ons uniek maakt als merk en bedrijf en wat onze cultuur drijft.” Ook erkende Hill dat de relatie met winkeliers door de vorige strategie was verslechterd. „We werken aan het terugwinnen van hun vertrouwen.”
„Ze leggen nu weer veel nadruk op innovatie, maar zo snel loopt dat niet. Het duurt nog even voor we daar iets van terugzien”, zegt Tjin. „Ik denk wel dat Nike gaat terugkomen. Maar ik weet niet hoelang dat gaat duren, het kan een of twee jaar zijn, maar ook vijf jaar.”
Drie schoenen die Nike pijn doen
Nike Dunk Panda
Deze zwart-witte schoen staat symbool voor het Nike van Donahoe. „Het is nu de meest gehate schoen”, zegt sneakerverkoper Tjin. „Die is te uitgekauwd, sneakerliefhebbers zeggen dat ze die niet meer willen zien. Nike heeft er te veel van verkocht en dan wil je ze niet meer.”
Jurre de Jong van sneakerwinkel Koru Lifestyle in Breda herkent de afnemende vraag. „De Panda Dunk is in zulke grote aantallen uitgekomen dat hij te makkelijk te verkrijgen is en daardoor niet populair meer is”, zegt hij. „Voor corona kon ik die voor gemiddeld twee-, driehonderd euro verkopen. Nu zit ik onder de prijs die Nike zelf rekent, zo rond de 100 euro.”
Op StockX, een marktplaatsplatform waarop veelgezochte producten zoals sneakers, designertassen en horloges worden verhandeld, zijn bijna drieduizend verschillende Dunk-varianten te vinden. De goedkoopste, een hoog model in blauw en wit, mag al voor 30 euro weg.
Het aanbod laat ook zien wat exclusiviteit met de prijs doet. Zo maakte Nike in 1999 geel-zwarte Dunks voor rapformatie Wu-Tang Clan. Die schoen heeft een bijna mythische status gekregen in sneakerland: er zijn slechts 36 paren van (naar het debuutalbum, Enter the Wu-Tang (36 Chambers)). Af en toe duikt er een paar op, dat dan voor vele tienduizenden dollars verkocht wordt.
Afgelopen november werden de Wu-Tang-Dunks opnieuw uitgebracht, in een iets donkerdere geeltint en in een veel hogere oplage. Vraagprijs op StockX: rond de 170 euro. Maar een klein beetje hoger dan de 150 euro die Nike rekende tijdens de drop in november.
Adidas Samba
Terwijl de Dunks uit de mode raakten, ontstond er in de zomer van 2022 een hype rond een sneaker van aartsrivaal Adidas. De Samba, een nog veel ouder model dat in 1949 voor het eerst werd uitgebracht, is sindsdien enorm in trek.
De plotselinge populariteit kwam Adidas goed uit, want het merk had net een eigen crisis te verwerken. Eind 2022 werd een langdurige samenwerking met Kanye West beëindigd nadat de rapper antisemitische uitspraken had gedaan. Zijn Yeezy-schoenenlijn was de grote winstmotor van Adidas en die viel in één keer weg. Afgelopen oktober werd met een schikking een einde gemaakt aan onderlinge juridische procedures tussen West en Adidas.
„De Samba’s gingen viral op TikTok en vervolgens wilde iedereen ze”, zegt Woei Tjin van de Rotterdamse sneakerzaak Woei. „Dat was geen strategie van Adidas, ze hebben daar heel erg geluk mee gehad.” Ook andere „lage modelletjes” van het Duitse sportmerk – de Gazelle en de Campus – doen het erg goed, ziet hij. „Het is een beetje als die Dubai-chocoladereep, het komt op TikTok en iedereen koopt het.”
Toch doet het succes van de Samba denken aan hoe het mis ging met Nike’s Dunks. Ook Adidas brengt doorlopend nieuwe kleurcombinaties uit. „Ik denk dat het volgend jaar weer weg is”, zegt Tjin over de populariteit van de schoen.
Eerder dit jaar werd de schoen al doodverklaard toen de toenmalige Britse premier Rishi Sunak met Samba’s gefotografeerd werd. Tijdschrift GQ schreef dat Sunak „een eeuwig coole sneaker voor iedereen heeft verpest”, waarna de conservatieve politicus zijn excuses aanbood aan fans van de schoen.
Salomons (en andere opkomende merken)
Toen Nike besloot om zich te richten op rechtstreekse verkoop aan consumenten, kampten schoenenwinkels met lege schappen. Kleinere concurrenten zoals de Franse merken Salomon en Hoka en het Japanse Mizuno kregen zo de kans om zich meer in het zicht te spelen. In 2022 noteerde sneakermarktplaats StockX een groeipercentage van maar liefst 2.277 procent in de handel in Salomons.
Wat opvalt: de schoenen van de opkomende merken zijn veel meer ‘echte’ sportschoenen die geschikt zijn om op hard te lopen of te wandelen. „Hoka maakt de bestverkochte renschoenen van dit moment”, zegt Tjin. „Gezondheid en bewegen zijn populair.” Het merk groeit razendsnel: elk kwartaal rapporteert het groeipercentages van rond de 30 procent. Sinds 2023 is de omzet gegroeid van 1,4 miljard dollar naar ruim 2 miljard in de laatste vier kwartalen.
„Sportievere schoenen zijn nu populair”, zegt ook Jurre de Jong. „Nike neemt dat nu weer een beetje over met modellen als de Vomero en de P-6000. Ze proberen er nieuw leven in te brengen.”
Maar zoals bij alle schoenentrends speelt ook bij de nieuwe spelers een risico op overpopulariteit. Zo heeft Tjin niets met Salomons. „Die liggen overal, dan heeft het geen nut meer. Ze begonnen in speciaalzaken en liggen nu ook in alle grote ketens. Het is te commercieel geworden.”
„Nu mensen wijdere broeken dragen, willen ze daar ook grotere schoenen onder, zoals de 9060 van New Balance”, zegt De Jong. „Maar dat kan volgend jaar weer anders zijn. De fashionwereld verandert constant.”
Sinds 1 december staat dierenrechtenactivist Peter Janssen te hongerstaken bij het ministerie van Landbouw. Hij eist aandacht voor het lot van kalfjes in Nederland, maar veel aandacht heeft hij nog niet gekregen. Zijn andere wens – een gesprek met minister Wiersma – is ook nog niet ingewilligd. Hij wil haar spreken over de langeafstandstransporten, het onthoornen van kalfjes en de verkoop en het gebruik van anti-drinkbeugels – een soort neusklemmen met uitsteeksels die het voor kalveren onmogelijk maken te sabbelen, of dat nu aan hun moeders is of aan medekalfjes waar ze samen mee worden opgesloten.
Na achttien dagen hongerstaking kreeg Janssen eindelijk aandacht uit hoge politieke sferen. Voor een sanitaire stop en wat water was hij, zoals elke dag, het ministerie in gelopen. Daar raakte hij met BBB’s Eerste Kamerlid Gert-Jan Oplaat „in gesprek”. De uitwisseling eindigde buiten waar – zegt Janssen – Oplaat hem vastgreep en bedreigde. De activist heeft aangifte gedaan.
Voor wie hem niet meteen op het netvlies heeft: Peter Janssen is die gast die half naakt in arena’s springt waar stieren worden doodgemarteld ter volksvermaak. Vanwege dat schaars gekleed rondrennen met die slordig geschreven teksten op zijn lichaam, dacht ik altijd: die gozer spoort niet helemaal. Ik was vast niet de enige. Vorig jaar las ik in het boek De dierenbevrijders over de reden voor die strategie: teksten op spandoeken kunnen beveiligers afpakken, maar met teksten op je huid is dat lastiger. Een aanwijsbare logische redenering hoeft natuurlijk niet te betekenen dat Janssen een oase is van psychisch evenwicht – zie het opzetten van een partytent naast het ministerie, in december, en daar in hongerstaking gaan.
Minister Wiersma heeft hij intussen hooguit op foto’s in de media gezien. Op een daarvan stond ze samen met BBB-staatssecretaris Rummenie, een gerespecteerd staatsman die een verbod op het levend koken van kreeften maar blijft vertragen. Om media-aandacht zitten deze Cruella-types nooit verlegen. In talkshows en dagbladen mogen zij ongestoord uitweiden over hoe goed het voor dieren is om uitgebuit te worden door Nederlandse ondernemers. Kreeften kook je levend, stroomstoten zijn prikjes, koeien zijn erbij gebaat als je hun kalfjes vroeg afpakt, in slachthuizen gebeuren diervriendelijke dingen, dieren in de veehouderij hebben een goed leven en de dood in een stalbrand is pijnloos. Die waanzin vinden we wel sporen, sterker: de diereneter hoort die graag. Anders moet hij toegeven dat het krankzinnig is wat niet-menselijke dieren wordt aangedaan door zijn koopgedrag. Het is makkelijker te doen of de dierenactivisten gek zijn, dan in te zien dat je kerstdiner vooral druipt van dierenleed. De gek is de man in het tentje, weldenkend zijn de psychopaten in het regeringsgebouw. Het is de omgekeerde wereld, nu in een beeld te vangen, pal voor het ministerie van Landbouw.