Dat Bruce Springsteen meer muziek maakt dan hij kan uitbrengen, was al bekend. In 1998 ging de kluis voor het eerst open: toen verscheen de 4-cd-box Tracks, met 66 nummers uit de jaren 1970 en 80. In 2010 verscheen The Promise, een dubbel-cd met muziek die Springsteen opnam in een periode dat hij ruzie had met manager en platenmaatschappij, en vanwege juridisch gedoe helemaal niets mocht uitbrengen. En nu is er Tracks II: The Lost Albums, niet zo essentieel als The Promise, maar wel nog beter dan de eerste verzameling Tracks. Dat komt vooral doordat Springsteen ons nu verrast met zeven complete albums, en niet met een grabbelton aan demo’s, B-kantjes en outtakes. Slechts enkele nummers waren al bekend: het meeste horen we nu voor het eerst.
De vorm is geen gimmick: Tracks II bestaat uit zeven daadwerkelijk samenhangende albums, die geen van alle een modderfiguur zouden hebben geslagen als ze na voltooiing waren uitgebracht. Dit betekent nog niet dat het zeven meesterwerken zijn. Zo maakte Springsteen na het succes van zijn Oscar-winnende soundtracknummer ‘The Streets of Philadelphia’ een heel album in die stijl. In sommige kringen kreeg het mythische status, maar het niveau van de filmhit haalt Streets of Philadelphia Sessions niet. Het kabbelt en de wat gedateerde beats en synths doen de liedjes geen recht.
Western-soundtrack
L.A. Garage Sessions ’83 is vooral interessant omdat het de ontbrekende schakel vormt tussen de uitgebeende nummers van Nebraska (1982) en de commerciële klapper Born in the USA (1984). Faithless wordt door Springsteen aangekondigd als een soundtrack van een niet bestaande western; een mengeling van blues en gospel die soms doet denken aan Ry Cooders soundtracks uit de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw. Het is een typische soundtrack, al is de film nooit gemaakt: sterke liedjes afgewisseld met muziek die vooral ondersteunend klinkt. En er zit ook nog een verzamelaar bij: zeg maar de restjes van de restjes: Perfect World bestaat uit nog eens tien fijne liedjes die blijkbaar nergens meer bij passen, maar te goed zijn om weg te gooien.
Vier albums tussen ‘interessant’ en ‘leuk’: dan zijn er dus nog drie platen. En die zijn zo sterk, dat ze ontzag oproepen: dit kon dus gewoon op de plank blijven liggen, in een periode die bovendien niet bekendstaat als Springsteens hoogtijdagen.
De verrassendste van de drie is Twilight Hours. Hierop stapt Springsteen in de voetsporen van Elvis Costello, die in 1998 een album ballads uitbracht met Burt Bacharach. Springsteen doet het zonder de oude meester, maar overtuigt volkomen met een verzameling tijdloze liedjes, rijk gearrangeerd met strijkers en blazers, en verzorgd gezongen: nergens is hij schor. Springsteen als crooner: het idee klinkt als een pastiche, maar de muziek niet. Springsteen is integer in zijn poging om muziek te maken uit de tijd van zijn ouders. Hij maakte dit album vlak na Western Stars, waar hij iets vergelijkbaars deed met traditionele country, maar waar dat album soms wat vermoeid klonk, lijkt Springsteen hier zelfs zichzelf te verrassen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134398820-df1697.jpg|https://images.nrc.nl/YyAP_rURGKExP0Pl62AtwI02iYE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134398820-df1697.jpg|https://images.nrc.nl/lAI2AE6tYZ1dTUfJwJdyFuCiUIs=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134398820-df1697.jpg)
Tracks II: The Lost Albums van Bruce Springsteen.
Ook zeer Amerikaans, maar allerminst vermoeid, klinkt Inyo, genoemd naar de county waarin Death Valley ligt: zuidelijk, stoffig, warm en al een aardig eind onderweg naar Mexico. Springsteen werkte aan de liedjes tijdens de tournee voor The Ghost of Tom Joad. Dat album vertelde het verhaal van de arme witte boeren die te lijden hadden onder de Dust Bowl. Inyo vertelt vergelijkbare verhalen, met Mexicaanse personages. Het resultaat is indringend en desolaat. Eigenlijk onbegrijpelijk dat het op de plank terechtkwam, ook omdat Springsteen in de jaren daarna geen ander album uitbracht. Inyo kan probleemloos staan naast Devils and Dust (2005) dat hij jaren later zou opnemen; het had een klassieker kunnen zijn.
Dat geldt niet voor wat zonder twijfel het vrolijkste ‘lost album’ is: Somewhere North of Nasvhille. We horen een groep geweldige muzikanten die de grootste lol hebben met een verzameling countrykrakers waarin clichés niet geschuwd maar gevierd worden: ‘Poor Side of Town’, ‘Blue Highway’, dat soort titels. Het geheel is ongepolijst en spontaan, en wordt op een hoger niveau gebracht door de schitterende pedal steel van Marty Rifkin, die op deze ene plaat meer ruimte krijgt dan in de complete rest van Springsteens oeuvre. Twaalf liedjes in dik een halfuur, zonder veel pretentie en zonder grootse bedoelingen: terloops is Springsteen hier op zijn best.
