Niemand kocht Zuid-Afrika’s eigen coronavaccin


Reportage

Vaccinongelijkheid Het Afrikaanse continent moet voor zijn vaccins niet langer afhankelijk zijn van het Westen, was de les uit de coronacrisis. Een Zuid-Afrikaanse vaccinoloog en een farmaceutisch bedrijf pionieren op dit gebied, maar lopen ook tegen obstakels aan.

Een jongetje in het township Diepkloof bij Johannesburg wordt gevaccineerd tegen het coronavirus.
Een jongetje in het township Diepkloof bij Johannesburg wordt gevaccineerd tegen het coronavirus.

Foto Denis Farrell/AFP

Een kwartier rijden van het Apartheidsmuseum van Johannesburg staat het grootste ziekenhuis van het Afrikaanse continent: het Chris Hani Baragwanath Hospital. In 1976 bereikten de protesten tegen het apartheidsregime een hoogtepunt toen zwarte scholieren hier begonnen te betogen tegen het verplichte gebruik van Afrikaans op scholen, de taal van de onderdrukker. Nadat de apartheidssregering de demonstraties hardhandig neersloeg, met vele doden als gevolg, legde de internationale gemeenschap Zuid-Afrika sancties op.

Ruim veertig jaar later wordt op deze historische plek, in het township Diepkloof, opnieuw gestreden tegen groot onrecht: de ongelijke verdeling van coronavaccins in de wereld. Tijdens de pandemie kochten rijke landen massaal de beschikbare vaccins op. Afrika stond achterin de rij toen eind 2020 de eerste vaccins waren goedgekeurd en er na maandenlange lockdowns wereldwijd een sprankje hoop ontstond. Nu wordt hier in Johannesburg grootschalig vaccinonderzoek gedaan, in de hoop dat Zuid-Afrika en andere Afrikaanse landen in de toekomst minder overgeleverd zijn aan de grillen van de markt. De Afrikaanse Unie streeft ernaar om in 2040 60 procent van de Afrikaanse behoefte aan vaccins op het continent te produceren.

Naar het ziekenhuis in Diepkloof komen patiënten uit allerlei landen voor de beste specialistische zorg. Het krioelt er van de mensen in rolstoelen, op krukken en in taxi’s. Met een oppervlakte van 170 hectare, een doolhof van gangen en een veelvoud aan gebouwen, weten zelfs de receptionisten niet hoe je bij elke afdeling komt. Een beveiliger kent de plattegrond wel uit zijn hoofd. “Het Wits-VIDA instituut? Dan moet je weer in de auto stappen, de weg volgen en de eerste links afslaan”, zegt hij.

Andere plek, andere dynamiek

Van de buitenkant stralen de twee lichtbeige rechthoekige gebouwen van het instituut, een soort bunkers, niet uit dat dit de plek is waar vernieuwende ontdekkingen wordt gedaan. Alleen het bord voor de ingang verraadt wat er gebeurt: South African vaccine trial. In het Wits-VIDA instituut werden voor het eerst in Afrika coronavaccins getest.

„We werven onder meer patiënten uit het ziekenhuis om mee te doen met onze trials”, vertelt dokter Megan Dempster, gekleed in een babyblauw dokterskostuum en met opgestoken haar en blote voeten in Birkenstocks. „We doen ook controles bij long covid en kijken naar bijwerkingen van de vaccins.”


Lees ook Zuid-Afrika produceert miljoenen vaccins. Maar niet voor de eigen burgers

„Het viel me op dat farmaceutische bedrijven bij de eerste onderzoeken met coronavaccins alleen testen deden op het noordelijk halfrond, zoals meestal gebeurt met nieuwe vaccins”, vertelt professor Shabir Madhi van het instituut. „Maar je kunt resultaten niet meenemen van de ene plek naar de andere plek. De context is anders en de dynamiek van de overdracht van het virus ook.”

De professor vaccinologie aan de universiteit van de Witwatersrand doet al sinds 1997 proeven met vaccins voor allerhande ziektes. Hij won verschillende prijzen met zijn werk en was adviseur voor onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Door zijn jarenlange ervaring en contacten met onder meer de universiteit van Oxford lukte het snel om geïnteresseerden te vinden voor coronavaccinonderzoek in Zuid-Afrika zelf. „Wij ontdekten als eersten ter wereld dat de eerste generatie AstraZeneca- en Novavax-vaccins maar gedeeltelijk beschermde tegen de betavariant”, vertelt hij vanuit zijn kantoor in Johannesburg.

De 75-jarige Waldemar Osiecki deed mee aan een van de onderzoeken. „Ik heb diabetes type 2, en dacht, ik kan dit maar beter serieus nemen”, vertelt hij in een koffietent. „Vóór de onderzoeken moest ik online vragenlijsten invullen en naar het ziekenhuis komen voor controles”, zegt de gepensioneerde journalist aan een tafel, bezaaid met kranten.

Doodskisten worden afgeleverd bij een uitvaartcentrum in Kaapstad. Hoewel het Afrikaanse continent minder hard door corona werd getroffen dan veel andere delen van de wereld, eiste het virus in Zuid-Afrika ruim honderdduizend levens.

Foto Nardus Engelbrecht/AP

Sinds het uitbreken van de coronapandemie zijn in Zuid-Afrika 103.000 mensen overleden aan het virus, op een bevolking van zestig miljoen. De omikronvariant werd er eind 2021 voor het eerst ontdekt, waarna de besmettingen in hoog tempo opliepen. „Ik ken veel mensen die zijn overleden aan het virus, onder wie een 43-jarige, kerngezonde vriend”, zegt Osiecki.

Een keerpunt

Behalve onderzoek doen wil Zuid-Afrika ook eigen coronavaccins produceren. Dat gebeurt onder meer aan de zuidkust van Zuid-Afrika, in de stad Gqeberha. Tegenover het Nelson Mandela Bay stadion, waar in 2010 WK-voetbalwedstrijden werden gespeeld, staat een fabriek van de Zuid-Afrikaanse farmaceut Apsen Pharmacare. „Toen we als land bouwden aan een toonaangevend voetballand, bouwde Aspen geavanceerde technologieën van wereldklasse”, zegt de directeur strategische handel Stavros Nicolaou.

In november 2021 werden in deze fabriek de eerste coronavaccins op het Afrikaanse continent verpakt en verkocht. De WHO noemde de deal van Aspen Pharmacare met Johnson & Johnson een „keerpunt” in de bestrijding van de vaccinongelijkheid. Aspen verwierf bovendien een licentie om Johnson & Johnson onder een eigen merknaam – Aspenovax – te produceren en op de markt te brengen.

Aspen Pharmacare, dat in 1997 is opgericht, heeft ervaring met epidemieën. Tijdens de aidscrisis begin jaren 2000, waarbij zo’n 330.000 Zuid-Afrikanen overleden, produceerde het bedrijf aidsremmers. Naar eigen zeggen was Aspen de eerste producent die de prijs van de dure behandeling naar beneden kreeg van achtduizend dollar naar 180 dollar.

Eind november reisde directeur Nicolaou mee met president Cyril Ramaphosa naar het Verenigd Koninkrijk voor een werkbezoek om de handelsrelatie tussen de twee landen te verbeteren. „Op het hoogtepunt van de coronapandemie kwamen Europese leiders naar ons toe voor de aankoop van anesthetica.” Hoewel de situatie in Zuid-Afrika slechter was dan in andere Afrikaanse landen, werd het Westen over het algemeen veel harder door het virus geraakt dan Afrika. „Normaal gesproken is het andersom, zoeken Afrikaanse regeringen hulp in Europa.”

Dat laat zien dat Afrikaanse bedrijven mondiaal succesvol kunnen zijn, meent Nicolaou, en dat de producten die hier gemaakt worden, betrouwbaar genoeg zijn om over de hele wereld te worden verkocht. „Dat was belangrijk voor de positionering van Afrika in de wereldwijde farmaceutische gemeenschap.” Aspen Pharmacare laat in de coronacrisis zien dat de gezondheidszorg in Afrikaanse landen wat betreft kennis en capaciteit niet afhankelijk hoeft te zijn van het Westen.

De farmaceut onderschrijft het doel van WHO om in 2040 meer dan de helft van vaccins voor Afrikaans gebruik op het continent te produceren. Dat is nu 1 procent. Het bedrijf wil naast coronavaccins ook vaccins voor andere infectieziektes gaan maken. Maar daarvoor moet nog wel het een en ander gebeuren. Ondanks de juiste vergunningen en capaciteit vond het Zuid-Afrikaanse vaccin Aspenovax geen enkele afnemer. Afrikaanse landen kochten enkel vaccins buiten Afrika.

De regering heeft te weinig oog voor investeren in de eigen wetenschap en productiecapaciteit, vinden Nicolaou en professor Madhi allebei. Nicolaou: „Als we geen enkele vaccinbestelling krijgen, zal er weinig reden zijn om de infrastructuur te behouden die we nodig hebben voor productie.”


Lees ook: Vaccingebrek speelde Zuid-Afrika te lang parten

Madhi: „De regering draagt slechts 3 procent bij aan de financiering van medisch onderzoek in Zuid-Afrika. De meeste financiële hulp komt van externe bronnen, zoals van de Bill & Melinda Gates Foundation. De South African Medical Research Council, waarvan de regering eigenaar is, heeft 10 procent bijgedragen aan het coronavaccinonderzoek van Madhi. Maar zij krijgen niet de grote som geld bij elkaar die nodig is voor dit soort onderzoek”, zegt hij.

Dat is des te zorgelijk omdat de coronapandemie de aandacht heeft afgeleid van andere gevaarlijke ziektes. „Veel Afrikaanse landen, waaronder Zuid-Afrika, zagen in 2022 uitbraken van de uiterst besmettelijke mazelen, omdat de kindervaccinatieprogramma’s daartegen achterblijven”, zegt Madhi. Ook het Aidsfonds waarschuwt dat het aantal hiv-gevallen in 45 landen toeneemt, zoals in Kenia en Oeganda. Daarnaast wordt nu door maar vijf bedrijven wereldwijd onderzoek gedaan naar opkomende infectieziekten en zijn landen volgens Access to Medicine niet voorbereid op een nieuwe pandemie.