Niemand in het CDA gelooft nog in winst bij de komende verkiezing

CDA-campagne Komt het nog goed met het CDA? De komende verkiezingen worden als verloren beschouwd. De partij hoopt daarna, met een nieuw verhaal, het tij te keren.

CDA-lijsttrekker Wopke Hoekstra voert campagne op het Marktplein in Hilversum. „Denk er rustig over na”, zegt Hoekstra als iemand een flyer aanneemt.
CDA-lijsttrekker Wopke Hoekstra voert campagne op het Marktplein in Hilversum. „Denk er rustig over na”, zegt Hoekstra als iemand een flyer aanneemt.

Foto Koen van Weel/ANP

Wopke Hoekstra heeft een stapeltje folders vast. Het is zaterdag 4 maart, hij staat in de binnenstad van Amersfoort in zijn campagne-outfit: een spijkerbroek, sportschoenen, sportief jasje en CDA-sjaal. Om hem heen: vrijwilligers en kandidaten voor de Provinciale Staten en de waterschappen, in CDA-groene jassen en ook met CDA-sjaals. Maar waar zijn de mensen om folders aan uit te delen? De winkelstraat is bijna uitgestorven, het is net na tienen in de ochtend.

Hoekstra is bijna niet bezig met de paar mensen die er wél lopen. Hij kletst met zijn partijgenoten: minister van Binnenlandse Zaken Hanke Bruins Slot en de Utrechtse lijsttrekker Mirjam Sterk, met CDA-vrijwilligers. Een vrijwilliger oppert om naar het marktplein te lopen, „daar zal het drukker zijn”. De eerste die daar een folder aangeboden krijgt is een man die meteen begint over iets waar CDA’ers het liever niet over hebben. „Ik kan niet begrijpen”, zegt hij, „dat jullie Pieter Omtzigt hebben laten gaan.” Wopke Hoekstra loopt door.

Dat Omtzigt zich afsplitste „straalt gigantisch af op het CDA”, zegt de man. Mirjam Sterk blijft staan, ze luistert. „Ik baal er ook van”, zegt ze. En ook dat de partij desondanks door moet, zij heeft zich verkiesbaar gesteld.

Soms herkenning, soms een compliment, soms een snauw. Een enkele keer iemand die zegt op Hoekstra gestemd te hebben, vaker iemand die een folder weigert. „Denk er rustig over na”, zegt Hoekstra steeds als iemand wel een folder wil. „Mag ik u dan wel deze folder geven om in ieder geval naar te kijken”, als iemand niet wil. „We gaan wel stemmen”, zegt een vrouw, haar man knikkend naast haar. „Maar niet op het CDA.” Hoekstra loopt door.


Lees ook: Stikstof? Het CDA heeft het liever over gemeenschapszin

Verlies op verlies

Niemand in het CDA gelooft nog in winst bij de komende verkiezing. Het gaat allang niet meer over de vraag óf er verloren gaat worden, het is de vraag hoe fors. En wat er dan overblijft.

Alle voorspellende cijfers staan op rood, al een tijdje. Nu heeft de partij veertien zetels in de Tweede Kamer, in de meest gunstige peilingen blijft daar iets meer dan de helft van over. Nu heeft de partij negen zetels in de Eerste Kamer, in peilingen blijven daar vijf of zes van over.

Hoe lang kun je een partij machtig blijven noemen? Jan Peter Balkenende, premier tussen 2002 en 2010, vertrok als politiek leider nadat het CDA 21 zetels haalde bij de Tweede Kamerverkiezingen. Het was een absoluut dieptepunt, zo weinig had de partij nooit eerder gehad. Maar zoveel haalde het CDA er daarna nooit meer.

In de Eerste Kamer verliest de partij, al sinds 2007 – alleen in 2015 wist ze er een zetel bij te winnen. In het Europees Parlement zet het verlies door sinds 1994. Al meer dan twintig jaar lang lukt het de christendemocraten niet meer om bij gemeenteraadsverkiezingen het totaal aantal zetels te laten groeien. Van de landelijke partijen die aan die verkiezingen meedoen, is ze allang niet meer niet de grootste.

Er zijn afdelingen waar bijna niemand meer op de ledenvergadering komt, het samenstellen van kandidatenlijsten is voor provinciale en gemeentelijke afdelingen steeds moeilijker. Het CDA verloor afgelopen jaar bijna 7 procent van de leden, alleen bij 50Plus liepen er meer weg.

Het CDA gaat te veel mee in de natuur- en milieugekte.

Peter Roos voormalig CDA-raadslid

Hoe het CDA uit Ouder-Amstel verdween

In Ouder-Amstel kwam het vorig jaar allemaal samen. Daar kwam een eind aan wat altijd vanzelfsprekend was geweest.

Het CDA had een paginagrote advertentie laten plaatsen in de lokale krant, Weekblad voor Ouder-Amstel. Met een foto van de laatste raadsleden, Luuk de Vré en Peter Roos, voorzichtige glimlach. In de tekst: „CDA-Ouder Amstel wil vier jaar door, help mee!” Het was een oproep, of mensen zich wilden melden omdat ze de kieslijst niet gevuld kregen. Er waren reacties binnengekomen, dat het zonde zou zijn als het CDA zou verdwijnen. Maar aanmeldingen? Nee. Ze hadden geprobeerd een borrel te organiseren om mensen te verleiden, maar vanwege een coronalockdown werd dat een online bijeenkomst – met minder aanwezigen dan ze hadden gehoopt. De fractievoorzitter van D66 had zelfs aangeboden te helpen zoeken. Het lukte niet. „Ik was best bereid het nog een ronde te doen”, zegt Luuk de Vré (71) aan zijn keukentafel in Duivendrecht. „En Peter ook. Maar we hadden meer mensen nodig.”

Het CDA had in Ouder-Amstel altijd meebestuurd, wethouders geleverd. Nooit in de oppositie gezeten. En dan zo’n abrupt eind? De Vré: „Landelijk was het beeld van het CDA pikzwart. Dat gedoe met Pieter Omtzigt, hoe Wopke Hoekstra toch partijleider werd. Dan kun je wel denken: in de regio doen we het toch goed? Maar uiteindelijk meten leden een partij af aan wat er landelijk gebeurt. En niemand wilde voor deze partij op een verkiesbare plek op de lijst.”

Daarna: het besluit niet mee te doen, teleurstelling. Er zijn nog „een stuk of twintig” leden, „een voormalig wethouder zegde zijn lidmaatschap op.” Heel veel was er niet meer over. De Vré: „Er werden nog pogingen ondernomen door een andere oud-wethouder en door Peter Roos om voor de verkiezingen van 2026 nieuwe mensen te vinden. Maar Peter is inmiddels ook afgehaakt. En ik ben dan 75, ik ga het niet meer doen.”

Door de polder, langs weilanden, naar Peter Roos (58). Het is zoeken naar CDA-borden en spandoeken. Waar je niet naar hoeft te zoeken: de aanwezigheid van BBB. Posters, spandoeken, gigantische borden in weilanden. Uit de verte vallen de twee vlaggen op die aan het begin van zijn erf wapperen: een boerenzakdoek met #trotsopdeboer en de Nederlandse vlag op de kop, in proteststand. Twee dagen geleden zijn er lammetjes op zijn boerderij geboren, ze liggen dicht tegen elkaar aan. Ervoor staat Roos, te vertellen dat het CDA „een grachtengordelpartij” is geworden. Hij heeft, zegt hij, waardering voor landbouwwoordvoerder Derk Boswijk. „Maar het CDA gaat te veel mee in de natuur- en milieugekte.”

Roos raakte zijn CDA-lidmaatschap kwijt door een administratieve fout, hij was vergeten te betalen. Niemand had hem gebeld, gevraagd waarom hij geen lid meer was, een poging gedaan hem erbij te houden. Tien jaar lang was hij actief voor de partij geweest, waarvan acht jaar in de raad. Het had hoe dan ook niet veel uitgemaakt. Zijn stem zou naar BBB gaan. „Ik ben veehouder, ik heb natuurlijk ook een belang.”

Verkiezingsposters van BBB en CDA in Gelderland.
Foto Flip Franssen/ANP/HH

Meer luisteren

Kabinetsleden van het CDA moesten meer gaan luisteren. Het idee was ontstaan na aanhoudende onrust in de achterban, na de presentatie van de zogenoemde stikstofkaartjes van minister Christianne van der Wal (Stikstof, VVD). Daarop, in kleuren, per regio de reductiedoelen. Of: waar boeren door kunnen gaan en waar boeren hoogstwaarschijnlijk weg moeten. Bij een CDA-bijeenkomst over stikstof in juli had er ongekend harde kritiek geklonken op Wopke Hoekstra. Door leden en door CDA-bestuurders. Wat voor die tijd alleen anoniem had geklonken, werd hardop gezegd. Waarom had Hoekstra niet ingegrepen? Hij was er toch voor het CDA? Waar wás hij?


Lees ook: Ongekend harde kritiek vanuit het CDA op partijleider Wopke Hoekstra. ‘Waar was jij, Wopke?’

In de weken erna was er overleg geweest in de partijtop. De bewindspersonen moesten het land in, luisteren. Er was een woord voor bedacht: ‘luistertour’. Op sociale media verschenen foto’s van ze, in stallen, in gesprek met boeren. En aan het eind van de zomer zei Wopke Hoekstra in een interview met Algemeen Dagblad dat wat het CDA betreft de kabinetsafspraak om de stikstofuitstoot voor 2030 te halveren „niet heilig” was. Het maakte veel los, in het kabinet werd erover geruzied, ook in de CDA-fractie klonk kritiek. Het werd roekeloos gevonden, was het CDA écht bereid er consequenties aan te verbinden als de andere coalitiepartijen zouden vasthouden aan dat jaartal? En wat opviel: Wopke Hoekstra wilde er publiekelijk niks meer over zeggen. Het leek alsof ook hij ervan geschrokken was.

Hoekstra is daarna blijven luisteren. Vorig jaar bezocht hij tien provincies, sommige meer dan eens. Dit jaar bezocht hij alle twaalf de provincies. Hij is met Groningers gaan praten, met boeren en ondernemers. En wat hij dan hoort?

Wat er verdwijnt

„Waar wij altijd een natuurlijke bondgenoot waren van het CDA, is dat de afgelopen jaren eigenlijk gewoon… weggeëbd”, zegt kapitein Harm Slomp van het Leger Des Heils. Wopke Hoekstra, naast hem, hoort hem aan. „En daar is een betere samenwerking voor in de plaats gekomen met de ChristenUnie, de linkse partijen, zelfs met de VVD.” Het is een beladen mededeling, CDA’ers zeggen graag dat hun partij geworteld is in het maatschappelijk middenveld.

Het is begin februari, Hoekstra is in Hilversum, in een ‘warme kamer’ van het Leger des Heils. Die zijn bedoeld voor wie vanwege de hoge energiekosten de verwarming thuis niet aan kan, durft of wil zetten.

„Kom een keer naar Den Haag”, zegt Hoekstra tegen Slomp, „naar mij of naar [fractievoorzitter] Heerma. Laten we daar werk van maken.”

Hoekstra is er om te praten met mensen die gebruikmaken van de warme kamer. Maar die zijn er bijna niet, het zijn er drie of vier. De ruimte is vooral gevuld met CDA’ers. Dat komt, zegt iemand van het Leger des Heils achteraf, omdat ze normaal zo vroeg nog gesloten zijn. Het is net na tienen, ze zijn speciaal voor Hoekstra eerder geopend. Hij heeft zijn campagneoutfit aan, later zal hij flyeren op de markt van Hilversum. Hij zal er zijn stapeltje folders niet kwijtraken.

Zoekende partij

Het was 2000, het tweede paarse kabinet was halverwege en het CDA zat alweer – of nog steeds – in de oppositie. Dat gaf ruimte om na te denken over het Nederland van twintig, dertig jaar later. Wat was er nodig voor de arbeidsmarkt, de zorg, het onderwijs? Het leverde een serie stukken op, onder de titel Het wachten moe. Ab Klink, directeur van het Wetenschappelijk Instituut (WI), was initiatiefnemer. Jan Peter Balkenende, die er eerder ook had gewerkt en nu Tweede Kamerlid was, schreef en dacht soms mee. Een jaar later werd hij premier. Bouwen aan ideologie, was de conclusie, had geholpen.

Nu wilde het WI dat weer. Sinds de zomer van 2021 publiceert het, samen met de fractie in de Tweede Kamer, visiestukken. Over landbouw, over klimaat, recent over gezinspolitiek.

Daarnaast trekt fractievoorzitter Pieter Heerma al een tijdje door het land. Dit jaar begon hij ‘café2025’, waarmee hij alle provincies bezoekt om in gesprek te gaan met leden. Hij maakt gebruik van een beeldbank vol data, cartoons, grafiekjes die hij verzameld heeft om zijn verhaal over regionale ongelijkheid te onderbouwen.

Vorige maand presenteerde de fractie een rapport over die ongelijkheid, met ideeën om die terug te dringen. Het is iets wat opvalt aan de campagne van het CDA: dat probeert die dit keer zo inhoudelijk mogelijk te voeren. Het contrast met 2021, voor de Tweede Kamerverkiezingen, is groot. Toen ging het vooral om de soundbites en om Wopke Hoekstra. Die bleek meermaals zijn eigen verkiezingsprogramma niet te kennen.

In Amersfoort lukt het Wopke Hoekstra begin maart weer niet om het stapeltje folders op te krijgen. Een marktkoopman bij een bloemenkraam roept Hoekstra en doet hem een bos tulpen cadeau. Er staat een jonge marktkoopman bij, die de CDA-sjaal van Sterk krijgt. Hij doet hem om, ze gaan op de foto. De sjaal mag hij houden. Als ze weg zijn, bekent de jongen geen idee te hebben van wie hij nou een sjaal heeft. Het CDA? „Ik ben vijftien, ik mag nog helemaal niet stemmen.” En als dat straks wel kan, dan op het CDA? Hij haalt zijn schouders op. „Mwah, denk het niet.”