Wanneer de hemel ’s avonds helder is, heeft Nick Verstand eigenlijk geen keus: hij móét naar zijn vakantiehuisje op de Veluwe, waar het donkerder is dan in zijn woonplaats Amsterdam. De rit is best een tijdsinvestering, maar het is „een soort regel” onder fanatieke astrofotografen zoals hij: als het licht goed is, mag je die kans niet laten schieten.
Drie jaar geleden zag hij een fascinerende video van iemand die haarscherp de ruimte had gefotografeerd. Toen die beelden gewoon vanaf iemands dak in Londen bleken te zijn gemaakt, besloot hij maandenlang technische tutorials te bekijken. Hij installeerde een app die elke dag nauwkeurig laat zien hoe helder de lucht is en kocht apparatuur, zoals een telescoop. „Ik las als kind al van die wetenschapsblaadjes, dus dit bleek helemaal m’n ding.”
In zijn propvolle studio in een creatieve broedplaats in Amsterdam-West – stellingkast met houten kratten met draad en gereedschap, rondslingerende festivalbandjes, gitaren, een piano – laat Verstand (39) trots zien wat hem na lang oefenen gelukt is op de Veluwe: het vastleggen van Andromeda, een sterrenstelsel aan de noordelijke hemelkoepel. Pas in de vijfde nacht lukte het hem de foto te maken, die zo scherp is dat hij nep lijkt. Het ovaalvormige sterrenbeeld is zacht- en donkeroranje en een beetje babyblauw, omgeven door een zwarte hemel met kleine en grote sterren.
„Ik vind het cool om een connectie te maken met een ander deel van de natuur, je kunt dit normaal gesproken niet observeren”, zegt hij, terwijl hij zijn hond Pillow, een bruine kooiker, aait. Zijn haar valt schuin over zijn voorhoofd. „En de patronen en kleuren gebruik ik in mijn werk. Kleuren als dieprood, ultraviolet, koud wit en indigo. Op de aarde heb je veel groen, maar in het heelal niet. Dat zie je dus ook niet vaak terug in mijn shows.”
Lichtkunstenaar wordt Verstand doorgaans genoemd, maar hij kan zich niet helemaal in die beschrijving vinden. Hij probeert eerder „een audiovisuele beleving” te verzorgen, waar licht onderdeel van is. „Je zou kunnen zeggen dat ik hele grote technische voorbereidingen tref voor iets wat uiteindelijk over emotie gaat.”
Sinds tien jaar ontwerpt Verstand installaties voor festivals als DGTL (elektronische muziek in Amsterdam) en concerttours als Cornucopia (2019) van Björk. Zijn werk is te zien geweest in het Design Museum in Gent (Kleureyck, 2021) en het Museum of Contemporary Art in Shanghai (The Question Mark, 2022). Tijdens het Lowlands-optreden van Eefje de Visser in 2022 verzorgde hij een half uur durende lichtshow: talloze lampen maakten het podium vuuroranje, alsof het in brand stond, halverwege werd een roze-paars verlichte ronde spiegelschijf langzaam omhoog getakeld, zodat een lichtzuil rond De Visser ontstond.
Als je naar een show van een popartiest of dj gaat, staat alleen hun naam op de poster, zegt Verstand. „Dat is niet eerlijk, want wat je ziet en ervaart is niet alleen hun werk. Ik probeer ervoor te strijden, ook bij festivals, dat iedereen credits krijgt. Dat mensen snappen hoe en waarom iets is gemaakt.”
In 2021 en 2022 stond Verstand met eigen shows in Carré, waarvoor hij samenwerkte met dansers en muzikanten. Hij maakte er onder meer een gigantische, zwevende lichtring voor. De aluminium constructie van tien diameter en tachtig kilo daalde aan het einde neer, terwijl de dansers omhoog werden getakeld. Zo vlogen ze door de halo.
Het team van zangeres Doja Cat zag de lichtring op Instagram en vroeg of die niet naar Amerika kon komen voor optredens. „Maar dat was technisch onmogelijk en veel te duur. Ze hebben hem moeten nabouwen.”
Superintens
„Vindingrijk en origineel”, noemt componist, pianist en schrijver Sarah Neutkens het werk van Verstand. Neutkens werkte met hem samen voor zijn eerste Carré-show Within Without. „Er zit zo’n ingewikkelde technologie achter, dat zie je aan de buitenkant niet.” Volgens Eefje de Visser, die in een video van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie over hun samenwerking vertelt, wordt haar muziek „superintens” beleefd door Verstands visuele toevoegingen. „Je wordt meegenomen in die reis van de muziek, in het hele verhaal.”
„Hij heeft het wel gemaakt, om het maar even zo te zeggen”, zegt kunsthistoricus Cathelijne Blok, die Verstand opnam in haar boek Maar is het kunst? (2024). „Hij wordt niet voor niets gevraagd voor internationale samenwerkingen. Hij is zo’n maker die je echt op je radar moet hebben, al geloof ik dat veel mensen zijn werk bewust of onbewust wel kennen; van feestjes, optredens of musea. Hij trekt een breed publiek en maakt dingen waar mensen voor blijven hangen.”
Verstand heeft ongeveer één project per maand, vertelt hij. Daarmee verdient hij genoeg om er niets naast te hoeven doen. Meestal werken er tussen de vijf en tien freelancers mee aan een project. Verstand doet bijna altijd de aanzet voor een idee, maar heeft zijn team nodig om het daadwerkelijk te kunnen maken. „De mensen met wie ik werk zijn technisch heel goed en ook geïnteresseerd in het kunstwerk.”
Buiten Verstands geluidsdichte studio staan in de gang een aantal robots. Het lijken een soort spinnen, met hun acht poten. Ze kunnen onder meer de omgeving verlichten, en er zit een rookmachine onder elke poot. Hij bouwde ze onlangs met een freelancer om „iets nieuws, kinetisch” te proberen.
Nachtleven
Verstand groeide op in Utrecht, in een gezin waar vaak kritisch over kunst werd gepraat. Zijn vader was kunstenaar en architect, als kind kwam hij regelmatig in het Kröller-Müller Museum. „Daar zag ik dan een vriend van mijn vader een Van Gogh restaureren, of zo. We waren er thuis altijd heel serieus mee bezig, dus ik ben ook kritisch naar mezelf. De dingen die ik maak zou je heel flashy, bijna episch kunnen presenteren, maar ik probeer dan te denken: oké, waarom doe ik dit nou echt?”
Na de middelbare school probeerde hij verschillende studies uit: bedrijfskunde in Groningen, economie in Amsterdam, muziek en technologie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Die laatste maakte hij af, al zat hij met zijn hoofd al bij het dj’en, waar hij op zijn zestiende mee begonnen was. „Voor schoolfeesten maakte ik met een crappy muziekprogramma al mash-ups van elektronische liedjes. Ik heb tot mijn dertigste in het nachtleven gezeten: als dj, artiestenmanager en organisator van feestjes. Ik zat de lichtmensen toen al enorm op de huid. De impact van de muziek is gewoon veel minder groot als het licht bijvoorbeeld net na de climax komt.”
Toen Verstand dertig werd, was hij wel klaar met het dj’en en feestjes organiseren. Hij had het gevoel dat hij het nachtleven wel had uitgespeeld, dat hem ook steeds zwaarder viel. Net in die periode werd hij gebeld door Amsterdam Dance Event. „Of ik een evenement wilde opzetten. Ik heb toen voorgesteld om een expositie te organiseren in plaats van een feest, en daar gingen ze mee akkoord.” Budget had hij amper, maar wel een idee. Het moest iets lichtgevends worden dat aanvoelde als een eigen entiteit, een soort levend wezen. Verstand had zoiets gezien in Sphere, een sciencefictionfilm uit de jaren negentig. „Een hele coole film met een gouden, buitenaardse bol. Die bol lijkt haast vloeibaar, dat vond ik heel krachtig. Licht is snel, ongrijpbaar en veelzijdig, dat vind ik er zo interessant aan.”
Omdat Verstand geen flauw idee had hoe hij dit moest maken, plaatste hij oproepjes op Facebook. Zo kwam hij via via terecht bij Duitse softwareontwikkelaars en een Schots bedrijf dat een bolvormig projectiesysteem had ontwikkeld dat hij één week gratis mocht gebruiken. Het geluid regelde hij via een oud-studiegenoot. „De wereld is superklein en connected tegenwoordig. Als je bereid bent om dingen met anderen te doen, kun je eigenlijk alles maken wat je wilt.”
Vloeibaar
Het werk van twee meter doorsnede kreeg de naam ANIMA. De bol – die wat wegheeft van een planeet – wordt van binnenuit belicht via een combinatie van een projector en een lens, en reageert op de beweging van de toeschouwer: hoe dichter je in de buurt komt, hoe harder de bol gaat draaien. Door de belichting lijkt het kunstwerk van buitenaf, net als in Sphere, vloeibaar.
ANIMA bleek zo’n succes dat het al tien jaar rondreist over de wereld. Zo was het in 2018 onderdeel van muziek-, film- en technologiefestival SXSW in Austin, en in 2023 van lichtfestival Llum BCN in Barcelona. Tot 27 oktober is het te bezichtigen in het Centre for International Light Art in het Duitse Unna.
Verstand wil niet voor anderen invullen wat het werk betekent, omdat zij „het zelf moeten afmaken met hun achtergrond, referenties en emoties”. Soms vraagt hij bezoekers wat ze ervan vinden, zoals een vrouw die een half uur voor de lichtbol stond. „Zij zei: ik heb een traumatische ervaring gehad, maar hier lukt het me weer om te glimlachen.”
Verstand kent grote symbolische waarde aan licht toe – „het is iets spiritueels, verlichts” – en denkt daarom dat lichtkunst mensen zo kan prikkelen. „Zeker in combinatie met de juiste muziek en ruimte kan het een diepe ervaring opleveren. Goede lichtkunstenaars hebben vaak een geschiedenis met geluid of clubs, dat is geen toeval.” De geluiden voor zijn installaties maakt hij af en toe nog zelf.
Toen Verstand tien jaar geleden begon met het maken van kunst, stapte hij in een gat. Lichtinstallaties waren in de underground scene wel opkomend, maar nog niet zo belangrijk als nu. Inmiddels zit mediakunst, een verzamelnaam voor kunstvormen die gebruikmaken van nieuwe media en technologie, al jaren in de lift. Ook clubs pakken steeds meer uit met licht. Volgens Verstand komt dat onder meer door toegankelijkere technologie, zoals relatief laagdrempelige visuele software, en sociale media als Instagram. „Iedereen wil een foto van zichzelf bij een lichtinstallatie posten.”
Volgens Verstand is de trend zó groot dat AURA, een bewegende laserinstallatie die hij zeven jaar geleden voor de Dutch Design Week maakte, nu door commerciële partijen wordt gekopieerd en verkocht als licht voor trouwerijen. De installatie projecteert licht in de vorm van meerdere hoge kegels, die van kleur veranderen als mensen de ruimte inkomen.
Madonna
Zijn werk lijkt ook gekopieerd te worden door sterren als Alicia Keys en Madonna, zegt Verstand. „Zij hadden een zwevende lichtring en kegelprojectie in hun show zitten die exact op die van mij lijken; het is alsof ik naar mijn eigen Instagram zit te kijken. Dat vind ik wel één van de lelijke dingen van deze scene, moet ik eerlijk zeggen. Waarschijnlijk ben ik ergens op een moodboard beland, en dan maken ze het gewoon na. Had me even een berichtje gestuurd, denk ik dan. Tegelijkertijd vind ik het tricky om te zeggen dat ik de uitvinder van de cirkel ben, want daar is de vorm natuurlijk veel te universeel voor.”
Grote inspiratiebronnen voor Verstand zijn de Amerikaans James Turrell en de onlangs overleden Nederlander Jan van Munster, kunstenaars die zich in de jaren zestig en zeventig al met lichtkunst bezighielden. Verstand: „Van Munster is gewoon een soort icoon. Het is heel inspirerend hoe Van Munster op een minimalistische manier neon presenteerde. Turrell weet dan weer goed licht te vangen in een ruimte, en zo ook iets te zeggen over hoe we naar de wereld om ons heen kijken.” Bij nieuwer lichtwerk, zoals dat van Verstand, speelt technologie een grotere rol. Het is ook „ervaringsgerichter”, zegt hij. „Het gaat tegenwoordig vaak niet alleen om licht, maar ook om geluid en animaties.”
Foto’s Aad Hoogendoorn
„Het werk van Nick Verstand sluit mooi aan bij één van onze belangrijkste lijnen in de collectie, die teruggaat tot de jaren zestig”, zegt Catrien Schreuder, hoofd kunst en geschiedenis van het Stedelijk Museum Schiedam. Het museum kocht in 2023 Verstands Liquid Logic aan, een rode laserprojectie. De lichtgevende rode lijn op de wand is continu in beweging en wordt steeds net geen cirkel. „We hebben veel werk van kunstenaars die verbonden waren aan de Nederlandse beweging Nul. Zij experimenteerden met andere materialen en technieken dan schilderkunst en steen, zoals licht.”
Verstand maakt werk waar je in kunt verdwijnen, zegt Schreuder. Het werk verwijst naar niets anders dan het werk zelf, waardoor het bijna „een soort hypnotiserend effect” krijgt. „We zien dat er een grote vraag is naar belevingsgerichte kunstvormen. Het is moeilijk te duiden waarom, maar misschien heeft het te maken met een behoefte aan bezinning. Je ziet dat er een andere, jongere doelgroep op afkomt, die het leuk vindt om lichtkunst los van een event te zien. In een museum biedt zo’n werk weer net een ander soort ervaring, misschien omdat je er geconcentreerder naar kijkt.”
Verstand beschrijft zijn werk als iets wat in potentie kan „verbinden”, alsof het een reactie is op het toenemende gebrek aan het collectief. Lichtkunst kan iets „magisch” brengen, een gevoel dat hij ook krijgt als een ruimtefoto goed gelukt is. „Vroeger kon je samen misschien wat makkelijker in een staat komen die wat verder ging dan het alledaagse, bijvoorbeeld in de kerk. Ik zie het als het hoogst haalbare doel om zoiets voor mensen te creëren, bijna als een soort moderne, religieuze ervaring.”