Negatieve prijzen op de stroommarkt: je auto opladen en geld toe krijgen

Energieproductie Zonnepanelen en windparken wekken deze woensdag maximaal energie op, terwijl de vraag beperkt is. Negatieve prijzen op de stroommarkt zijn het gevolg.

Zonnepanelen én een dynamisch energiecontract? Dan kan stroom leveren opeens geld kosten.
Zonnepanelen én een dynamisch energiecontract? Dan kan stroom leveren opeens geld kosten. Foto Ramon van Flymen / HH / ANP

Een strakblauwe lucht in combinatie met een stevige wind. Dat betekent met al die zonnepanelen en windparken in Nederland natuurlijk goedkope stroom. Sterker, deze woensdag is het, aan het begin van de middag, de eerste keer dit jaar dat huishoudens geld toe krijgen als zij stroom gebruiken.

Wie tussen 13.00 en 16.00 uur zijn auto oplaadt, kan volgens energieleverancier Zonneplan 165 kilometer rijden en krijgt ook nog eens ruim 2 euro uitbetaald. Van dat bedrag zijn de belastingen al af. Voor wie in deze uren een wasje draait, blijft het voordeel beperkt tot enkele centen.

Jammer is dat alleen mensen met een dynamisch energiecontract van het voordeeltje kunnen profiteren. Bij dit soort contracten wisselen de stroomtarieven per uur en krijgt aardgas dagelijks een andere prijs. Inmiddels hebben volgens toezichthouder ACM 129.000 huishoudens een dynamische energiecontract, een ruime verdubbeling ten opzichte van de eerste gepubliceerde meting in december vorig jaar.

Zij profiteren van de negatieve prijzen op de spotmarkt, waar de prijs voor de volgende dag tot stand komt. Daar zie je vaker negatieve prijzen, maar deze woensdag heeft voor 2023 de primeur. Vorig jaar kwam het al gedurende veertien uur voor – meestal in het weekeinde, als er minder vraag naar stroom is.

Dumping op het net

Feest bij de leveranciers van dynamisch geprijsde energie? Dat valt erg mee. Thomas Hulshof, oprichter van Frank Energie, dat met dynamische contracten werkt: „Natuurlijk is dit commercieel leuk voor ons, en zijn de mensen die hun auto opladen spekkoper. Maar die negatieve prijzen bewijzen ook dat alle productie maar op het net wordt gedumpt. Je zou die stroom eigenlijk willen opslaan voor de momenten dat er meer behoefte is aan elektriciteit. Daarmee verlicht je de huidige problematiek van overvolle stroomnetten.”

Hulshof zou bijvoorbeeld liever zien dat mensen hun zonnestroom thuis met behulp van een batterij opslaan. Dat scheelt ook discussies met bezitters van zonnepanelen én een dynamisch contract. Die krijgen op dit soort dagen voor levering van hun stroom een ‘negatieve vergoeding’.

Het kan ook zijn dat de zonnepanelen deze woensdag juist weinig stroom leveren. Door hoge lokale productie kan de spanning in het netwerk serieus oplopen, en dan gaan de panelen voor korte of langere tijd uit. Een woordvoerder van netbeheerder Stedin: „Het voltage in het netwerk mag maximaal 10 procent hoger of lager zijn dan de gebruikelijke 230 volt. Omvormers zorgen ervoor dat de panelen worden uitgeschakeld als de spanning te hoog wordt.”

De kans dat zonnepanelen uit worden gezet is in het vroege voorjaar groter dan in de zomer. De zegsman van Stedin: „De zon heeft nu al veel kracht, maar de temperatuur is nog niet hoog. Dat betekent dat de panelen erg efficiënt werken. Als het in de zomer dertig graden is, produceren die zonnepanelen door die hitte sowieso minder.”

Hoogspanningsnet

In plaats van afschakelen kan het op dit soort dagen ook gebeuren dat een deel van de lokaal geproduceerde stroom naar het hoogspanningsnet wordt geleid. „Wij hebben dat vorig jaar voor het eerst zien gebeuren”, zegt een woordvoerder van Tennet, ‘regisseur’ van het hoopspanningsnet. „Toen werd de spanning in het laag- en middenspanningsnet te hoog.” En dat zal vaker gebeuren: „Dan worden de overschotten naar het buitenland getransporteerd. Als het aanbod echt te groot wordt, kunnen windparken worden uitgeschakeld.”