N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Planten maken geluiden die een aantal meter ver reiken, blijkt uit een onlangs gepubliceerd onderzoek van de Universiteit van Tel Aviv. Onderzoekers wisten al dat planten ultrasone geluiden maken, te hoog voor mensen om waar te nemen, maar dit onderzoek laat zien dat het niet beperkt blijft tot het ruisen van hun bast. En het zijn niet zomaar geluiden. De onderzoekers sneden in de planten en lieten ze uitdrogen. Planten die stress ervaren blijken meer geluid te maken dan planten die dat niet doen, en er zijn verschillen tussen soorten: tomatenplanten, tabaksplanten, maïs, cactussen en druiven hebben allemaal hun eigen alarmroepen. Tomatenplanten zijn normaliter erg stil, ze maken alleen geluid als ze stress ervaren, vertelt hoofdonderzoeker en bioloog Lilach Hadany. Ze noemt het onderzoek belangrijk voor de tuinbouw.
Het belang voor de tuinbouw is echter het belang voor de mens, en dit onderzoek roept juist vragen op over de belangen van de planten zelf. Zoals de vraag wat die belangen zijn, hoe we moeten (en kunnen) nadenken over andere vormen van ervaring dan de dierlijke (waaronder de menselijke), en wat de verdere ethische implicaties zijn van dit onderzoek.
Wereldwijd zijn er talloze biologen bezig met het onderzoeken van communicatie van planten, soms via of met schimmels, en hun sociale levens. In de geesteswetenschappen winnen de planten momenteel ook in snel tempo terrein. Plantfilosofen zoals Michael Marder onderzoeken de morele gevolgen van inzichten over plantcognitie: planten blijken andere wezens te zijn dan we dachten, en dat heeft gevolgen voor hoe we ze zouden moeten behandelen. Nieuwe vakgebieden zoals de ‘critical plant studies’ buigen zich over de vraag hoe we samen kunnen leven met planten op een manier die hen recht doet.
Plantengemeenschap
Dat we planten moreel niet serieus nemen is geen uitzondering. Het westerse denken is sterk mensgericht en notoir slecht in het inschatten van de ervaring en morele waarde van anderen. Niet alleen dieren, ook mensenbaby’s werden lang niet als sentient beschouwd, oftewel in staat tot het hebben van een subjectieve ervaring, ook wel gedefinieerd als het vermogen tot het voelen van pijn en plezier. Van mensenbaby’s, zoogdieren, vogels, vissen en veel andere dieren wordt de sentience tegenwoordig niet meer betwist. Momenteel richten biologen zich op de innerlijke levens van insecten. Bijen hebben bijvoorbeeld emoties, dromen, en een ervaring van hun leven. Hommels zijn goed in het oplossen van puzzels en geven dat ook door aan anderen, ze hebben tradities en cultuur.
Lees ook: Waarom hebben planten eigenlijk geen rechten?
Hoewel planten anders zijn dan dieren, zijn er parallellen. Met de uiteindes van hun wortels winnen planten bijvoorbeeld informatie in over hun omgeving en reageren daarop op een manier die henzelf en hun gemeenschap ten goede komt. Ondanks dat een plant geen centraal brein heeft, wordt die informatie van wortel tot blad doorgeven met vergelijkbare ‘neurologische’ processen als bij dieren. Dat planten geluid maken bij stress is natuurlijk ook een heel sprekend voorbeeld: als we het zouden horen, zouden we misschien anders handelen.
Net als in het geval van de dieren zou voortschrijdend wetenschappelijk inzicht moeten leiden tot een gedragsverandering bij de mens. Hiermee willen we niet zeggen dat we planten niet meer kunnen eten, want planten kunnen blijven leven als we dat op de juiste manier doen. Het betekent wel dat we ons rekenschap moeten geven van hun bestaan, en hun wijzen van floreren. Inheemse culturen doen dat overigens allang, zoals Robin Wall Kimmerer laat zien in haar onlangs vertaalde boek Een vlecht van heilig gras, bijvoorbeeld door alleen van een plant te plukken op plaatsen waar voldoende planten groeien, en niet meer dan een derde. De plant bedanken hoort ook bij een respectvolle houding.
Leefbare aarde
In Nederland blijft het denken over planten nog achter, en geeft de politiek zich geen rekenschap van hun belangen. We willen daarom een aantal aanbevelingen doen.
Ten eerste moet er meer onderzoek worden gedaan naar de normatieve implicaties van nieuw plantenonderzoek. Dat betekent onderzoek naar hoe we beter met planten om kunnen gaan – ze minder stress kunnen bezorgen en uiteindelijk laten floreren – en filosofisch onderzoek naar begrippen als ‘ervaring’ of ‘taal’ in relatie tot planten. Hierin hoeft de westerse wetenschap niet het wiel uit te vinden: in andere culturen bestaat er al veel kennis over. Daarnaast moeten we kritisch naar bestaande culturele aannames over planten kijken.
Ten tweede zou het floreren van planten meegewogen moeten worden in politieke besluiten. Nu wordt ‘natuur’ vaak beschreven als decor of noodzakelijkheid voor de mens, maar natuur bestaat uit levende wezens. Planten maken 82 procent van het leven op aarde uit.
Ten derde hebben we nieuwe vormen van landbouw nodig. Er moet bijvoorbeeld een einde komen aan de monocultuur. De agro-ecologische beweging zet zich hier al voor in.
De belangen van planten staan niet los van die van mensen en andere dieren: we hebben allemaal een leefbare aarde nodig en zijn van elkaar afhankelijk. Beter samenleven met planten is van levensbelang.
Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!
Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.