Nederlandse EU-kritiek is veelvormig, maar dat betekent nog geen Nexit

Dat veel Nederlanders kritisch zijn over de Europese Unie, wil niet zeggen dat ze die afwijzen, concludeert socioloog Elske van den Hoogen in een onderzoek waarop zij vrijdag in Rotterdam promoveerde. Hun kritiek is pas te duiden als je begrijpt wat Europa eigenlijk voor ze betekent.

Of burgers voor of tegen Europese samenwerking zijn, daar wordt al sinds de jaren vijftig onderzoek naar gedaan. Maar die vraag alleen is niet toereikend, stelt u. Waarom?

„Er moet een stap bij. Onderzoekers gaan er nu vaak van uit dat de EU voor iedereen hetzelfde betekent. Terwijl: als iemand negatief is over de staat van de Europese democratie, weet je nog niet zoveel over wat dat betekent. Zijn ze kritisch omdat ze vinden dat landen zelf meer autonomie moeten hebben, of vinden ze juist dat er meer zeggenschap in Brussel moet liggen?

„Nederland is een hele interessante casus, omdat het een van de grondleggers van de Europese samenwerking is, en toch zijn we niet erg eensgezind in enthousiasme. Wat betekent bijvoorbeeld het ‘nee’ tegen de Europese grondwet in 2005, of de afwijzende houding in het Oekraïne-referendum? Het kan heel goed dat een groot deel van die mensen pro-EU is, maar de status quo wilde behouden.”

Wat u zag: Nederlanders van allerlei politieke gezindten hebben op dezelfde onderwerpen kritiek.

„Iedereen die ik sprak kwam met dezelfde drie kritiekpunten: de democratie, hoe geld wordt besteed, en het gebrek aan transparantie. Iemand zei: ‘Het duurt eeuwen voordat mijn stem in Brussel aankomt.’ Dat kan teleurstelling zijn omdat iemand het graag efficiënter zou zien, of het kan iemand juist bevestigen in de overtuiging dat het een schijndemocratie is.”

U onderscheidt onder Nederlanders vier grondhoudingen tegenover Europa, daarvan is maar één tegen het Nederlandse lidmaatschap van de EU.

„Ja, die groep omschrijf ik als anti-establishment. De houding van die groep verraste mij soms. Ik hoorde bijvoorbeeld dat de EU een anti-Westerse samenzwering is, een tactische coup. De steun voor de EU komt in veel meer smaken: federalistisch, pragmatisch en onverschillig.”

Van den Hoogen concludeert dat de vier houdingen ongeveer evenredig verdeeld zijn over de samenleving. „Bij elke groep klinkt er kritiek op de EU, maar met verschillende motivaties.” Het meest bevlogen in Europasteun zijn de federalisten, zij beschouwen de EU als een onaf project, en werken toe naar een Verenigde Staten van Europa. De pragmatici, die Van den Hoogen onderscheidt als derde groep, zien vooral een meerwaarde op migratie, klimaat, veiligheid: zaken die Nederland niet alleen kan regelen.

„En dan zijn er de ‘onverschilligen’, mensen voor wie de EU ‘weinig betekent’. Als je hen vraagt om associaties te geven, dan gaat het meestal niet verder dan: ‘Oh ja, die vlag met die sterren en Brussel en de euro.’ En dat is interessant: we moeten niet denken dat de EU voor iedereen zo belangrijk is.”

Kan je dit zien als onderdeel van de volwassenwording van de EU, dat we van een zwartwit-debat toeschuiven naar een discussie met ruimte voor grijstinten?

„Bepaalde aspecten van de Europese Unie zijn nu niet meer weg te denken, zoals de open grenzen, dataroaming, de euro. Die zijn onderdeel van Nederland. Tegelijkertijd zijn er nog steeds discussies te voeren, over het wel of niet toelaten van nieuwe lidstaten bijvoorbeeld, of over het behouden van het vetorecht. Maar je ziet dat het spectrum van euroscepsis tot eurofilie niet meer de lading dekt.”

Heeft het kennisniveau ook invloed op hoe mensen naar de EU kijken?

„Bij veel Europese informatiecampagnes wordt impliciet uitgegaan van het idee: als burgers meer weten over de EU, dan gaan ze er positiever tegenover staan. Wat ik merkte, is dat er weinig verschil zit tussen respondenten die wel of geen informatief filmpje te zien kregen. Eigenlijk alleen de groep die écht laag scoorde op Europakennis, gingen wat positiever kijken. Bij de andere respondenten had aanvullende kennis geen effect op hun positieve of negatieve houding.”


Lees ook
Brexit blijkt geen reclame voor Nexit, Frexit of Italexit

Voorstanders van Brits lidmaatschap van de Europese Unie eisen tijdens een betoging in Londen  in oktober dat het Verenigd Koninkrijk de Brexit terugdraait.

Is het eigenlijk een probleem dat de EU voor iedereen iets anders betekent?

„Het gaat mij er om de verschillen in houding te laten zien, het is verder niet aan mij on te bepalen of dat een probleem is of niet. Maar het is wel belangrijk dat er rekening mee wordt gehouden, zeker in de communicatie vanuit de EU.

„En stel, ik hoor PVV-leider Geert Wilders eigenlijk nooit meer over de Nexit, maar als het toch een rol gaat spelen in bijvoorbeeld de formatie is het ontzettend belangrijk dat we weten: de EU betekent verschillende dingen. En kritiek op de Unie betekent niet automatisch dat mensen uit de EU willen.”

Kritiek is dus juist een belangrijk onderdeel van een gezonde Europese democratie.

„Ik zou durven stellen dat een groot gedeelte van Nederland ontzettend kritisch op de EU is, maar diezelfde mensen willen echt niet per se een Nexit.”