Nederlands basketbal leeft op met liefst vier jonge talenten in de NBA

‘You’ve got mail! Quinten Post does it again!”, roept de commentator bij de basketbalwedstrijd tussen de Golden State Warriors en Orlando Magic wanneer Post de bal in de basket dunkt. „Delivering postcards all over the place, this man”, lacht de commentator. De Nederlandse speler mag dan nieuw zijn, hij is flink aan het stunten in de Amerikaanse NBA, werelds meest prestigieuze basketbalcompetitie. „Hij kan Rik Smits worden mét een driepuntschot”, vatte NBA-commentator Matthijs van den Beukel Post als speler samen bij sportzender ESPN.

De 24-jarige Post debuteerde eind december als achtste Nederlander ooit in de NBA. Ondertussen is de 2,13 meter lange Amsterdammer vaste prik geworden op het veld voor zevenvoudig kampioen Golden State Warriors uit San Francisco, thuisbasis van grote namen als Draymond Green, Stephen Curry, coach Steve Kerr en sinds kort Jimmy Butler III.

Als rookie je plek veroveren in een sterrenteam is geen gemakkelijke taak. Post moest het in z’n eerste wedstrijden doen met garbage time: de periode in de slotfase van de wedstrijd waarin de uitslag toch al vastligt. Deze schaarse minuten zijn voor nieuwe spelers het moment om zich te bewijzen. Zijn debuut mocht dan maar 49 seconden duren, in de wedstrijden die volgden kreeg hij steeds meer minuten én ging hij steeds meer scoren. Met nog iets meer dan een maand te gaan tot de playoffs voor het kampioenschap, sprak NRC Post woensdagmiddag tussen twee wedstrijden tegen de teams uit New York in.

Hij kan Rik Smits worden mét een driepuntschot

Matthijs van den Beukel
Basketbalcommentator

„Voor mij was mijn echte doorbraak eind januari tegen de Chicago Bulls, waar ik twintig punten maakte”, vertelt de boomlange Post, die zich in sportkleding opgevouwen heeft op een bank achterin de lobby van het chique hotel waar hij met het team verblijft. De avond ervoor won zijn team in een uitverkocht Madison Square Garden tegen de New York Knicks; hij maakte één driepunter. „Ik had al wat wedstrijden gespeeld, maar er is een verschil tussen er op het laatst in worden gegooid en de rotatie, waarbij de coach al van tevoren heeft bepaald dat je gaat spelen. Ik breng iets aan het team dat eerder nog miste, namelijk schieten vanaf de center positie.”

Afgelopen maanden werd het de Warriors duidelijk hoe waardevol Post is voor het team en ze beloonden hem met een tweejarig standaardcontract. Met dit contract staat het vast dat hij dit seizoen bij het team blijft en hebben de Warriors volgend seizoen de optie Post te behouden.

Malevy Leons stormt richting de basket tijdens zijn debuutwedstrijd op 1 november 2024 in Portland.
Foto Cameron Browne / Getty Images

Vier talenten uit Amsterdam

De doorbraak van Post staat niet op zichzelf. Het Nederlandse basketbal heeft dit jaar flinke sprongen gemaakt. Nadat de 3×3 basketballers deze zomer op de Olympische Spelen in Parijs goud binnensleepten, heeft een viertal talentencontracten getekend bij verschillende NBA-teams. Behalve Post zijn dat Jesse Edwards (24), Tristan Enaruna (23) en Malevy Leons (25) – allemaal afkomstig van de Amsterdamse club Apollo.

De mannen, die de afgelopen jaren al actief waren in het universiteitsbasketbal in de VS, zaten in juni, met de start van het nieuwe NBA-seizoen in zicht, vol spanning te wachten op de uitslag van de jaarlijkse ‘draft’. Voor jonge spelers is dit hét moment om het basketbalwalhalla binnen te treden.

Tijdens de draft krijgen de clubs de mogelijkheid om uit een pool van jonge spelers nieuwe aanwinsten te kiezen. Anders dan bij het transfersysteem van Europees voetbal, waarbij de rijkste clubs dominant zijn op de markt voor jong talent, zorgt de draft voor een gelijker speelveld. Dankzij de draft kunnen zwakkere clubs een team rond een talent opbouwen waardoor ook zij in het nieuwe seizoen een gooi kunnen doen naar het kampioenschap.

Nederlandse basketbalfans zaten thuis vol verwachting mee te kijken. Want al sinds 2012 deden er geen Nederlanders meer mee in de league. En dat is niet omdat de NBA alleen maar Amerikaanse spelers kent. Juist in de afgelopen jaren domineren Europese basketballers – zoals Nikola Jokić, Giannis Antetokounmpo, Victor Wembanyama en Luka Dončić – de top.

Post kwam bij de felbegeerde draft als gelukkige uit de bus en kreeg een zogeheten two-way contract aangeboden. Met dit contract zou hij spelen voor de tweede ploeg van de Warriors in de G-league, de opleidingscompetitie van de NBA, en kon hij opgeroepen worden voor wedstrijden in de hoogste A-league. Edwards, Leons en Enaruna hoorden hun namen niet, maar kregen ná de draft wel contracten aangeboden.

Edwards tekende vrijwel direct een ‘two-way’ bij de Minnesota Timberwolves, terwijl Leons en Enaruna een variant hierop kregen bij respectievelijk Oklahoma en Boston.

Zo ontstond het unicum dat er aan het begin van dit NBA-seizoen vier Nederlandse spelers zich in de allerbeste basketbalcompetitie bevonden. Maar een contract staat niet gelijk aan speeltijd, die is afhankelijk van het speelplan van de coach. Nieuwe spelers worden lang niet altijd meteen het veld ingestuurd, zeker als er al een grote speler op dezelfde positie in de basis staat.

Tristan Enaruna voor de Maine Celtics op 20 februari in Indianapolis.
Foto Ron Hoskins / Getty Images

Leons mocht als eerste debuteren

Het seizoen was al even op gang voor de Nederlandse talenten in actie mochten komen. Het kwam als grote verrassing dat niet Edwards of Post, met hun prestigieuzere contracten, als eersten debuteerden, maar Malevy Leons. Begin november zette de power forward zijn handtekening bij Oklahoma City Thunder, het team van sterspeler Shai Gilgeous-Alexander. Een paar dagen later mocht Leons in de slotfase invallen in een uitwedstrijd tegen de Portland Trail Blazers. Met succes: hij wist zelfs een puntje te scoren.

Dat succes was van korte duur. Door blessures bij het team en de rookie-status van Leons werd zijn contract, maar enkele weken nadat hij dit had getekend, ontbonden. Na zes duels en 21 speelminuten in de A-league moet Leons zich voorlopig weer bewijzen in de G-League.

Na het debuut van Post eind december, was Jesse Edwards afgelopen week de derde uit de groep die zijn debuut maakte. Met nog anderhalve minuut op de klok en een grote voorsprong mocht Edwards in een uitwedstrijd tegen de Phoenix Suns het veld in. Een paar dagen later, tegen Philadelphia 76ers, speelde hij wederom een paar minuten.

Jesse Edwards maakt een dunk in een voorseizoenwedstrijd tegen de Denver Nuggets op 17 oktober in Minnesota.
Foto David Sherman / Getty Images

Weinig zaalruimte in Nederland

Het debuut van Tristan Enaruna bij de Boston Celtics laat nog op zich wachten. Als dat gebeurt, zou dat het summum zijn voor basketbalclub Apollo Amsterdam. Hier heeft coach Wierd Goedee alle vier de talenten in hun jeugd onder zijn hoede gehad. „Toen konden we natuurlijk zien dat de gasten zich goed ontwikkelden”, vertelt hij telefonisch aan NRC. „Het is geen toeval dat deze jongens allemaal van Apollo komen. In hun jeugd konden ze zich aan elkaar optrekken.”

Toch is het internationale succes van het Nederlandse basketbal volgens Goedee niet te danken aan de kwaliteit van de jeugdopleidingen. „Populariteit van basketbal is er altijd al geweest”, zegt Goedee. „Maar de [olympische] gouden medaille en de uitgekomen NBA-droom van dit viertal, heeft voor een extra boost gezorgd.” Die successen, ziet Goedee, leven enorm bij Nederlandse clubs, bij de jeugd, bij hun ouders en bij volgers van de NBA. Maar hij ziet een keerzijde: gebrek aan infrastructuur voor het opleiden van jong baskettalent. Door een tekort aan zaalruimtes en coaches zijn de wachtlijsten voor clubs lang, vooral in grote steden. Hierdoor komen veel jonge enthousiastelingen niet aan de bak.

Ondanks dat Nederlanders gemiddeld genomen hun lengte mee hebben – volgens onderzoek van het CBS is het Nederlandse zelfs het langste volk ter wereld – blijft een dominante basketbalcultuur in Nederland uit. Met slechts 40.000 leden heeft de basketbalbond een relatief kleine achterban. De hockey- en voetbalbond hebben respectievelijk 200.000 en 1,2 miljoen leden. Dit vertaalt zich al decennialang naar gering internationaal succes, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Frankrijk en voormalig Joegoslavië.

De kans is niet al te groot dat Nederland een blijvende positie krijgt in de internationale basketbalwereld. Voor de Orange Lions, het team dat Nederland vertegenwoordigt in internationale wedstrijden, valt het te bezien hoeveel de Nederlandse NBA-spelers kunnen betekenen. In tegenstelling tot de Europese competitie krijgen NBA-spelers tijdens het reguliere seizoen geen vrijstelling voor wedstrijden van het nationale team. Na juli, wanneer het reguliere seizoen en de Summer League voorbij zijn, kunnen ze mogelijk aansluiten, indien hun drukke schema’s dat toelaten.

Daar komt bij dat het competitieve basketbal, met name de NBA, gekarakteriseerd wordt door snelle deals en grote onzekerheid bij de spelers.

Voor Post betekent dit dat hij moet blijven presteren. „De NBA is een soort roterende machine”, legt hij uit. „De competitie bestaat uit 450 spelers, 540 zelfs als je de ‘two-ways’ meetelt. Elk jaar worden er zestig jongens gedraft, wat ook betekent dat er zestig jongens uitliggen. De kern van de league bestaat uit 300 tot 350 spelers, dit zijn de supersterren en vaste rolspelers. Maar zelfs zij zijn niet allemaal safe.” Post refereert aan de plotselinge ruil-transfer, eerder dit jaar, van de Sloveen Luka Dončić, al jaren de grote ster bij Dallas Mavericks. Dončić behoort tot de vijf beste spelers ter wereld, en werd begin februari ineens geruild voor Anthony Davis van de LA Lakers.

Quinten Post baant zich een weg door de verdediging van de Brooklyn Nets op 6 maart in Barclays Center, New York. Foto Nathaniel S. Butler / Getty Images
Foto Nathaniel S. Butler / Getty Images
Quinten Post neemt een driepuntsschot tegen de New York Knicks op 4 maart in Madison Square Garden
Foto Brad Penner / Imagn Images

Minmaal een miljoen dollar

De druk in Amerika mag dan hoog zijn, het gaat gepaard met bedragen die Nederlandse profs bij lange na niet gewend zijn „In Nederland verdienen de beste spelers misschien tachtig tot honderdduizend euro per jaar”, zegt Quinten Post openhartig. Het minimum jaarcontract bij een NBA-club ligt volgens hem al boven een miljoen dollar (ruim 920.000 euro), en dan, zegt Post, „zit je helemaal onderaan de schaal”.

Een miljoenencontract of niet, veel tijd om geld uit te geven heeft Post niet. Bijna om de dag is er een wedstrijd en op de vrije dagen moet er worden getraind. Zijn plannen voor de laatste maanden van het seizoen zijn duidelijk: beter worden en de play-offs halen, de laatste fase van de competitie tussen de zes beste ploegen. Post kent zijn eigen sterke én zwakke punten. „Ik ben groot en sterk, maar minder snel en atletisch dan anderen. En aan het begin van mijn tijd hier bestond er twijfel over mijn verdedigende kunnen.”

De Amsterdammer, die deze maand 25 jaar wordt, licht op bij de vraag wát hij specifiek wil verbeteren aan zijn spel. „Ik moet slim spelen om te compenseren en uiteindelijk op de juiste plek in het veld staan.” Om dat te bereiken kijkt hij met zijn teamgenoten veel wedstrijden terug. Post: „Bij een slechte pot is dat soms wel confronterend, maar juist die moet je terugkijken. Dan weet je wat je de volgende keer beter moet doen.”

Het spel lezen, bewegingen anticiperen, en onder druk de juiste keuzes maken wordt door NBA-kenners ‘basketball IQ’ genoemd. Wanneer Post dit in een wedstrijd doet, spreken commentatoren over ‘IQP’, een verwijzing naar zijn initialen. Volgens Ron Adams, assistent-coach van de Warriors, is dit juist één van Posts sterke kanten. „Hij is gefocust en intelligent”, vertelt Adams op het veld vlak voor de wedstrijd tegen de New York Knicks begint.

Ondertussen kijkt Adams naar Post, die tussen zijn ervaren teamgenoten Curry en Green aan het opwarmen is. Terwijl het stadion volloopt met een kleine twintigduizend fans schieten de spelers bal na bal het net in. Ja, zegt Adams enthousiast, „de rookie doet het echt heel erg goed”.