Aanvankelijk was Nederland terughoudend, maar nu is onder druk van oppositiepolitici toch besloten burgers terug te halen uit Libanon. Voor het Israëlisch grondoffensief in dat land sloegen volgens het Rode Kruis honderdduizenden op de vlucht. Nederland liet eerst weten dat burgers zelf moesten vertrekken „nu het nog kan”. Na kritiek van Kati Piri (GroenLinks-PvdA) en Jan Paternotte (D66) is alsnog tot evacueren besloten.
„Nederland zorgt in de komende dagen voor een militair luchttransport. Daarnaast blijven we ons inspannen om te helpen bij vertrek met commerciële luchtvaartmaatschappijen en staan we in contact met andere landen die vluchten organiseren”, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Overigens spreekt het ministerie van „repatriëring”, niet van evacuatie, wat doorgaans betekent dat een beperkte groep in aanmerking komt voor het transport. Dit betreft dan gestrande reizigers, zoals toeristen, mensen op familiebezoek of op zakenreis. Een woordvoerder van het ministerie kon dat vooralsnog niet bevestigen. Het ministerie adviseerde Nederlanders eerder om vluchten te boeken bij Middle East Airlines, maar die waren dinsdagochtend allemaal vergeven.
Canada reserveerde deze week achthonderd vliegtickets voor staatsburgers die Libanon willen verlaten. De Bulgaarse en Britse regeringen regelden chartervluchten. Daarnaast hebben de Britten zevenhonderd militairen op Cyprus klaarstaan, die met twee oorlogsschepen, helikopters en vliegtuigen onder meer Britten kunnen ondersteunen „mocht de situatie verslechteren”, aldus minister van Defensie John Healey.
Onduidelijk is exact hoeveel Nederlanders in Libanon verblijven, omdat het geen registratieplicht heeft. Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) heeft het over honderden Nederlanders, een exact aantal kan hij niet geven.
De grootschalige evacuatie uit Afghanistan na de machtsovername van de Taliban in 2021, verliep chaotisch. Die „was te beperkt [voorbereid] en kwam te laat op gang”, concludeerde een onderzoekscommissie.
Lees ook
Zo verliep de chaotische evacuatie uit Kabul
Vanuit Libanon naar Nederland
„Ik heb bijna een week niet geslapen”, zegt een Libanees-Nederlandse vrouw, die net in Nederland is aangekomen. Gezien ze niet legaal de grens overstak, wil ze anoniem blijven. Zes dagen geleden besloot ze met haar Libanese man, die in tegenstelling tot haar geen Nederlands paspoort heeft, te vertrekken.
Toen was vertrekken al moeilijk, vertelt ze. „We hebben explosies meegemaakt. De grond schudde. Vervelender nog vond ik de Israëlische vliegtuigen, die boven je hoofd zwermen.” Een betaalbare vlucht kon ze niet vinden, dus ze vertrok met de taxi naar Damascus, in Syrië, waar ze naar eigen zeggen twaalf uur in de file stond voordat ze de grens met Libanon kon oversteken. „Syrische vluchtelingen zonder papieren mochten het land niet uit. Honderden vrouwen en kinderen lagen op de grond”, vertelt ze aan de telefoon.
Syrische vluchtelingen zonder papieren mochten het land niet uit. Honderden vrouwen en kinderen lagen op de grond
Na de grens kwamen ze in een bergachtig „no mans land” terecht. Weer stonden ze vijf uur stil. „Het was superkoud, veel mensen hadden geen jas. Hulpverleners van de Syrische Rode Halve Maan deelden water en brood uit.”
Met haar man sliep ze vervolgens twee nachten in Damascus en wilde vanuit daar een vlucht boeken, maar veel websites werkten niet en haar creditcard werd niet geaccepteerd. Een bus bracht ze naar Jordanië, vanwege de „ongelooflijke files” duurde de reis zestien uur, in plaats van de normale drie uur. „Bij de grens werden alle koffers doorzocht.”
Eenmaal in Jordanië wachtten ze drie nachten totdat de vluchten goedkoper werden. De vrouw vloog naar Nederland, haar man naar Saoedi-Arabië, omdat hij geen kans zou maken op een Nederlands visum.
Kiezen om Beiroet niet te verlaten
De 33-jarige Tara Kenkhuis woont sinds negen jaar in Beiroet en zag het afgelopen jaar al veel mensen vertrekken. Met de Gaza-oorlog werd ook de dreiging voor Libanon groter, vanwege het conflict tussen Israël en Hezbollah. Zelf blijft ze voorlopig: ze acht de kans klein dat haar christelijke wijk Achrafieh wordt gebombardeerd. „Je moet niet te licht denken over vertrekken, want je weet niet wanneer je terug kan komen. Het is een zware beslissing.”
De Nederlandse houding ten opzichte van het terughalen van staatsburgers is anders dan in 2006, toen Israël ook Libanon binnenviel en de overheid wél overging tot een algehele evacuatie. De grootste groep Nederlanders werd toen met bussen naar Aleppo gebracht, in Syrië. Op de daken werden Nederlandse vlaggen gebonden, om duidelijk te maken aan Israëlische vliegtuigen dat het om een konvooi van Nederlandse burgers ging.
Lees ook
Israël maakt in Libanon optimaal gebruik van de Amerikaanse onmacht