Door het goud van de hockeymannen is Nederland in het medailleklassement van de Olympische Spelen Italië gepasseerd. TeamNL staat met in totaal elf gouden plakken nu op de achtste positie. Eerder op donderdag was openwaterzwemster Sharon van Rouwendaal al succesvol op de tien kilometer.
Naast de zeges van de hockeymannen en Van Rouwendaal was er meer Nederlands succes. Baanwielrenster Hetty van de Wouw won zilver op het sprintonderdeel keirin en kitesurfer Annelous Lammerts mocht brons mee naar huis nemen. Dat gold ook voor atlete Femke Bol op de 400 meter horden.
Nederland heeft momenteel 25 medailles verzameld: elf gouden, zes zilveren en acht bronzen. Op de laatste drie dagen van de Spelen komen nog meer kansen op gouden plakken. Zo spelen de hockeyvrouwen vrijdag de finale tegen China en verdedigen atlete Sifan Hassan op de 10.000 meter en baansprinter Harrie Lavreysen hun in Tokio behaalde titels.
Het medailleklassement van de Spelen van Parijs wordt weer aangevoerd door de Verenigde Staten, met 30 keer goud, 38 keer zilver en 35 keer brons. China zit daar kort achter met 28 keer goud. Australië, Frankrijk en Groot-Brittannië completeren de top vijf.
De Nederlandse hockeyers vieren de winst op Duitsland tijdens de finale op de Olympische Spelen. Foto Remko de Waal/ANP
Tijjani Reijnders ziet het vernieuwde Oranje-middenveld helemaal voor zich. Frenkie de Jong wordt „de meest controlerende” middenvelder die het spel verdeelt en de „aanvallen richting ons opzet”. ‘Ons’ is Ryan Gravenberch en Reijnders zelf: zij moeten het spel versnellen met hun dribbels, acties, passing en voor doelpunten en assists zorgen.
Door blessures speelden de drie nog maar één keer in die samenstelling bij Oranje, in november tegen Hongarije. Toch vinden ze elkaar makkelijk, deze week op de trainingen in Zeist ter voorbereiding op de WK-kwalificatieduels tegen Finland zaterdag in Helsinki en tegen Malta dinsdag in Groningen. Omdat ze „in de top” spelen gaat de afstemming „automatisch”, zegt Reijnders. „We ‘lezen’ van elkaar vrij snel wat we willen.”
Het is dit soort ontwikkelingen waardoor de verwachtingen rond Oranje toenemen. Na twee jaar met veel blessures, vormverlies, veranderingen in speelwijze, slechte optredens en zeer wisselvallige resultaten, kent bondscoach Ronald Koeman voor het eerst een periode zonder tegenslag. En een kwalificatiepoule die – met Polen, Finland, Litouwen en Malta – geen probleem mag zijn. Een jaar voor de start van het WK in de Verenigde Staten, Canada en Mexico, kan Koeman in relatieve rust bouwen aan een ploeg die onbetwistbaar veel potentie heeft – maar dat nog te weinig laat zien.
Reijnders werd blij van de lijst met opgeroepen spelers. Van de huidige selectie van 23 internationals, speelt meer dan de helft in de Europese top. Dinsdag in Zeist meldden veel spelers zich met een titel op zak, anderen maken mooie transfers – Jeremie Frimpong van Bayer Leverkusen naar Liverpool FC, Reijnders vrijwel zeker van AC Milan naar Manchester City.
Dat de concurrentie toeneemt, laat de status van PSV’ers Jerdy Schouten en Joey Veerman zien. Waar zij een jaar geleden bij het eerste duel op het EK in Duitsland nog het blok op het middenveld vormden, is dat nu ondenkbaar. Veerman, toch de regisseur van landskampioen PSV, is gepasseerd. Schouten herstelt van een blessure, maar zou nu niet meer in de basis staan. Ook voor Eredivisie-topscorer Sem Steijn heeft Koeman – vooralsnog – geen plek.
Europees topland
Dinsdagavond sprak Koeman met zijn groep over het mooie tweeluik tegen Europees kampioen Spanje, in de kwartfinale van de Nations League in maart. Dat eindigde, na een 5-5 stand over twee duels, met een verloren strafschoppenserie. Belangrijk was dat Oranje, voor het eerst in Koemans’ tweede termijn, in langere fases kon domineren tegen een Europees topland.
Die duels tegen Spanje hebben „veel gedaan” met de groep, zei Koeman dinsdag tegen de pers. „De wijze waarop er gespeeld werd: hoe er druk is gezet op Spanje, de energie, het blijven lopen, echt als team spelen”, zei hij. „Ik merkte aan de jongens dat dit een lijn is die we vast moeten houden, ten koste van alles. Ongeacht de naam van de tegenstander.”
Zoals ze speelden tegen Spanje moet „eigenlijk normaal worden”, vindt Reijnders. „Als je ziet wat wij hebben aan kwaliteit, moeten wij dat ook kunnen.” Volgens Koeman is „de norm gezet”. Dat werd, na twee jaar, ook wel tijd. Zo heeft ‘Koeman III’ – na zijn eerste termijn in 2018-2019 en het EK vorige zomer – de ingrediënten uit te groeien tot een veelbelovend project.
Het geraamte van de ploeg is – op goede dagen – solide met centrale verdediger Virgil van Dijk en de weer volledig fitte Frenkie de Jong. Van belang is de koppeling tussen Van Dijk en middenvelder Gravenberch. Bij Liverpool FC draait de opbouw voor een belangrijk deel om de wisselwerking tussen die twee: Gravenberch die ruimte zoekt in de as, de inspeelpass van Van Dijk, vaak gevolgd door een snelle wegdraai-actie van Gravenberch.
Reijnders wordt mede door Manchester City gekocht – voor 55 miljoen euro volgens The Athletic – omdat hij in staat is het hele middenveld te bestrijken: van opbouw tot eindfase van de aanval. Eenmaal in die zone, is hij regelmatig beslissend met goals en assists. De speler waar hij vroeger veel naar keek was Kevin De Bruyne, de Belgische spelmaker van City, die vertrekt naar Napoli.
Nu moet hij hem opvolgen, na een goed jaar (beste middenvelder in de Serie A) bij een matig AC Milan. De relatief late en tegelijk ook snelle ontwikkeling van Reijnders, in juli wordt hij 27, is opvallend: nog maar twee jaar geleden stond hij onder contract bij AZ. Zijn vrouw zegt wel eens dat doordat hij later doorbrak, hij minder snel is opgebrand.
Probleem is de spitspositie
Op de flank heeft Koeman met Denzel Dumfries een van de beste aanvallend ingestelde rechterverdedigers ter wereld. Op de linkerzijde beschikt hij over goede opties met Nathan Aké en Micky van de Ven. Alleen de spitspositie blijft een probleem, die is dun bezet met Memphis Depay en Wout Weghorst.
De vraag is hoe Koeman het potentieel gaat ontwikkelen richting de zomer van 2026. Gaat hij elementen, zoals opbouwpatronen, van Liverpool gebruiken, nu vier belangrijke internationals – Van Dijk, Gravenberch, Cody Gakpo en Frimpong – daar komend seizoen spelen? „Ik heb nou niet het idee dat we allemaal in de war moeten raken, dat we allemaal ineens zo moeten gaan spelen als Liverpool”, zegt hij. „Want ja, met [Liverpool-sterspeler] Salah wordt het ook iets makkelijker.”
Heeft Koeman toch nog iets te klagen, want inderdaad: zo’n aanvaller heeft hij niet bij Oranje.
Frankrijk kon zijn laatste parlementsverkiezingen in drie weken organiseren, Ierland in drieënhalve week. Maar Nederland kan naar verwachting pas op 29 oktober naar de stembus, ruim vierenhalve maand na de kabinetsval. Het demissionaire kabinet wil daar deze vrijdag een besluit over nemen. Waarom duurt dat zo lang? Vijf vragen over de organisatie van de verkiezingen.
1Wie bepaalt de verkiezingsdatum?
Als er na een kabinetsval nieuwe Tweede Kamerverkiezingen worden georganiseerd, beslist het demissionaire kabinet over de datum. Daarbij wordt bijna altijd afgegaan op het advies dat de Kiesraad hierover uitbrengt op basis van de wet en praktische uitvoerbaarheid. Nu adviseert de Kiesraad de verkiezingen op woensdag 29 oktober te houden.
Verkiezingen zijn in Nederland vrijwel altijd op woensdag. Om zoveel mogelijk mensen te laten stemmen vallen de religieuze dagen vrijdag (islam), zaterdag (jodendom) en zondag (christendom) af. De maandag valt af omdat de voorbereidingen dan in het weekend zouden vallen. Een voordeel van de woensdag is dat veel basisscholen, die vaak een stemlokaal huisvesten, dan een halve lesdag hebben.
2Is Nederland echt zo traag vergeleken met het buitenland?
„Het woord traag zou ik niet gebruiken”, zegt Henk van der Kolk, bijzonder hoogleraar electorale politiek aan de Universiteit van Amsterdam. „Dat lijkt alsof we iets verkeerd doen. Maar het duurt bij ons inderdaad relatief heel lang. We zijn uitzonderlijk zorgvuldig en precies.” Van der Kolk publiceerde hier in december een onderzoek naar, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Dat Frankrijk en Ierland hun verkiezingen in een paar weken kunnen organiseren is uitzonderlijk snel. Maar ook andere Europese landen zijn vaak sneller en organiseren hun tussentijdse verkiezingen vaak binnen twee of drie maanden na de kabinetsval. In Nederland duurt het eigenlijk altijd drie tot vierenhalve maand, schrijft Van der Kolk in zijn onderzoek.
3Waarom duurt het hier zo lang?
Snelheid is in Nederland ondergeschikt aan andere belangen. Nieuwe politieke partijen wordt nog een kans gegeven om zich te registreren, waar ze in andere landen gewoon te laat zouden zijn na een kabinetsval. Nieuwe partijen moeten zich volgens de Kieswet tot uiterlijk 86 dagen voor de verkiezingen kunnen melden. Daarmee zit je al bijna op drie maanden.
Er wordt ook veel moeite gedaan voor kiesgerechtigden in het buitenland. Zij moeten hun stempas en retourenvelop volgens de wet uiterlijk 84 dagen voor de verkiezingen krijgen. Dat is anders dan in Duitsland, waar dit soort termijnen bij tussentijdse verkiezingen gehalveerd worden omwille van de snelheid. Van der Kolk: „Dat betekent misschien dat minder kiezers in het buitenland hun stem kunnen uitbrengen. Maar dat wordt daar geaccepteerd, vanuit het idee dat de effecten op de uitslag minimaal zullen zijn.”
Ook houdt Nederland veel rekening met vakanties. De Kiesraad heeft woensdag 8 oktober overwogen als verkiezingsdatum. Maar dan zouden de partijen hun kandidatenlijsten in de zomervakantie moeten inleveren en zou de eerste vergadering van de Tweede Kamer in de herfstvakantie zijn. Woensdag 15 en 22 oktober vielen ook af door de herfstvakantie: de opkomst kan dan lager zijn en er zijn minder vrijwilligers voor de stembureaus.
4Zou het sneller kunnen én moeten?
Het kan. En er zou in ieder geval een politiek debat over moeten zijn, vindt Van der Kolk. Waarbij zorgvuldigheid en uitvoerbaarheid worden afgewogen tegen de noodzaak om snel een nieuwe regering te hebben. „Dat is een politieke afweging.”
Als gekozen wordt voor meer snelheid en buitenlandse kiezers krijgen bijvoorbeeld minder tijd voor het uitbrengen van hun stem, dan kan dat de einduitslag beïnvloeden. En ook al zal dat effect doorgaans klein zijn, het kan toch tot discussie leiden, zegt Van der Kolk. „Wat als een nieuwe coalitie net één zetel tekort komt? Gaat iedereen dan moord en brand schreeuwen dat buitenlandse kiezers niet genoeg gehoord zijn? Je moet vooraf goed bedenken of je dit wilt.”
Het probleem is volgens Van der Kolk dat deze discussie steeds weer oplaait nadat een kabinet valt. „Maar zodra het nieuwe kabinet er is, zijn we het vergeten.” De Tweede Kamer zou minister Judith Uitermark, NSC (Binnenlandse Zaken, NSC) kunnen oproepen om hier serieus naar te kijken, suggereert de hoogleraar. „Dan zet je alvast iets in gang.”
5Wat komt er allemaal kijken bij de organisatie en wat kost dat?
Zodra de datum voor verkiezingen is gekozen, beginnen op gemeentehuizen de voorbereidingen. Gemeenten organiseren alle Nederlandse verkiezingen. Om die goed te laten verlopen is veel nodig, blijkt uit onderzoek van adviesbureau Andersson Elffers Felix vorig jaar.
Er moeten stemlokalen worden gevonden. Stemhokjes met rode potloodjes, stembiljetten en kliko’s worden klaargezet. Gemeenten kopen kantoorartikelen in voor de vrijwilligers, huren busjes om de stembussen naar een centrale plek te rijden, en kopen vaak bedankjes voor de mensen die de bureaus bevolken. Er worden beveiligers ingehuurd, ict-systemen ingericht en flyers geprint.
De kosten, volgens de onderzoekers: gemiddeld zo’n 7,01 euro per stemgerechtigde inwoner. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 schatte AEF de totale kosten op 93 miljoen euro. De gemeenten zelf betalen dat.
Als ze dit najaar klaar zijn, kunnen ze direct weer opnieuw beginnen: in maart 2026 zijn de gemeenteraadsverkiezingen.
Onverstoord staat het schaap, een zwart met wit gevaarte, op een rotonde in Dakar terwijl auto’s, taxi’s en scooters voorbij tuffen.
Af en toe gaat een raampje open en wordt een telefoon naar buiten gestoken om het dier – zijn ene poot is vastgebonden aan een blok beton – te filmen.
Iets verderop liggen zijn beduidend kleinere soortgenoten bijeengepakt onder tentzeilen, blatend tegen elkaar en de claxons.
In een joggingbroek en met een petje op gooit schapenverkoper Khoulam Kane zich tussen het avondverkeer en pakt ook zijn mobiel.
Hij heeft geïnteresseerden die om video’s hebben gevraagd, zegt hij.
Twee jongens proberen het schaap in de juiste houding te duwen: lengte goed zichtbaar, kop omhoog.
Bijna het hele jaar handelt de 34-jarige Kane in deze visserswijk van Dakar vooral in vis – tot het Offerfeest nadert, in Senegal Tabaski genoemd. Met een overwegend islamitische bevolking (ruim 95 procent van de Senegalezen is moslim) wordt dat hier deze vrijdag en zaterdag groots gevierd. In de aanloop wordt Kane een go to guy voor „vips”, fluistert een kenner. „Marabouts [religieuze leiders], legergeneraals, ze kopen allemaal bij hem.”
Schapen op TikTok
Kane is niet zomaar een schapenverkoper. Van de paar honderd exemplaren die hij in de weken voor Tabaski in zijn geïmproviseerde straatstallen aanbiedt, zijn een groot deel Ladoumschapen; een lokaal ras dat Senegalezen „de Ferrari onder de schapen” noemen.
Ze kunnen tot 180 kilo wegen en 120 centimeter hoog worden. Het Ladoumschaap werd in de jaren zeventig gefokt. Sindsdien verwierf het faam door zijn forse postuur en bollende neus. Ladoums kunnen volledig wit of wit met zwarte vlekken zijn. De geheel witte zijn het meest gewild, vooral tijdens Tabaski, omdat wit wordt gezien als symbool van zuiverheid. Het prijskaartje van een Ladoum: duizenden tot tienduizenden euro’s.
„Mensen kijken hier allemaal naar elkaar met het Offerfeest”, zegt Aliou Mbaye, bestierder van YouTubekanaal Sunu Elevage TV, gewijd aan de Ladoum („het grootste, langste en mooiste schaap van de wereld”). „Hoe groter het schaap dat je kunt kopen, hoe meer prestige dat geeft.” Dat legt veel druk op families, zegt Mbaye. Vooral omdat een klein schaap al 150 tot 250 euro kost, net zoveel als een gemiddeld Senegalees maandinkomen. In 2024 werden in Senegal tijdens Tabaski zo’n 800.000 schapen geofferd.
Herder Mohamed Diallo houdt Cayor vast. De veertien maanden oude witte ram is voorbestemd om kampioen te worden. Foto Sylvain Cherkaoui Ladoum-fokker Djamil Ndour met zijn grootste ram. Djabir is 19 maanden oud en 116 cm hoog. Foto Sylvain Cherkaoui
Een Ladoum is voor veruit de meeste Senegalezen onbereikbaar. Toch doet verkoper Khoulam Kane goede zaken. Anders dan collega-bergeries, die video’s van hun mooiste schapen op Tik Tok zetten, doet Kane naar eigen zeggen niet aan sociale media. Niet nodig, zegt hij als een passerende automobist op de rem stapt om naar Kanes ster op de rotonde te kijken. Hij kocht hem een maand geleden en verkoopt hem met een „Tabaski-bonus” door. Grijnzend: „Het is bon business.”
Voor veel Ladoum-houders zijn hun schapen véél meer dan dat. „Het is een passie”, straalt Mbaye, die er vijf bij hem thuis in Dakars volkswijk Médina houdt. Met regelmaat vinden beurzen en wedstrijden plaats waar eigenaren hun mooiste (lees: meest imposante) Ladoums tonen. Er zijn speciale YouTubekanalen, zoals die van Mbaye, en TikTok- en Instagrampagina’s met duizenden volgers.
Mede vanwege hun waarde, en het risico op diefstal, worden Ladoums vooral in grote steden als Dakar gehouden, afgeschermd in familiale cours, of op de daken van appartementencomplexen. Sommige bergeries nemen meerdere verdiepingen in beslag, met verzorgers die dag en nacht bij de dieren blijven.
Om bij de schat van Bakary Wagué te komen, moet eerst een trappenhuis langs vijf etages worden beslecht.
Hier en daar liggen keutels op de tegels, het ruikt naar stro.
Eenmaal bovenin, uitkijkend over de daken van Dakar, staat Buur Saloum.
Buur Saloum betekent Koning van de Saloum (een regio in Senegal).
Buur Saloum staat in een wijds hok met glanzende tegels en vergulde lampen aan het plafond.
In een glazen vitrine prijken twee flinke trofeeën die het dier won.
„Hij hoort bij de familie”, zegt Wagué (30) trots over het dier dat hij 4,5 jaar geleden als een lam kocht. Wagué, die in het vastgoed zit en een elektronicawinkel bezit, lette nauw op Buurs stamboom: die bestond uit meerdere prijswinnaars. Hij wist: een Ladoum hebben is één ding, maar een champion is een status apart.
Vanuit heel Senegal, maar ook Mauritanië en Gambia, melden klanten zich mede daardoor bij hem, zegt Wagué, die een vijftiental Ladoums bezit en fokt. Iemand bood 50 miljoen CFA Franc voor Buur Saloum: ruim 75 duizend euro. Wagué weigerde. Te vroeg, vond hij. Zijn lammetjes alleen verkoopt Wagué al voor een paar duizend euro per stuk.
Lees ook
Senegal wil geen geïmporteerd melkpoeder meer, maar waar is de lokale melk?
Trofeeën
In een verre buitenwijk van Dakar slaakt Fatoumata Doumbouya een verrukte zucht. Haar Ladoums hebben haar álles gegeven, zegt de 68-jarige, in een smetteloos wit met roze jurk en dito hoofddoek, terwijl haar nieuwste protégé naast haar wordt opgesteld. Ibu Taximan doopte ze het beest dat bijna even groot is als zijzelf, naar de taxichauffeur die haar naar de stal bracht waar ze hem kocht. Dat wordt een winnaar, dat zag ze meteen.
„Maman Fatou”, zoals ze wordt genoemd, is zelf de grootste ster. Zo’n achttien jaar geleden was ze de eerste vrouw die zich in het toen nog door mannen gedomineerde Ladoumwereldje meldde.
Fatoumata Doumbouya poseert met Ibu Taximan. Foto Sylvain CherkaouiAan de muur hangen de portretten en trofeeën die Fatoumata Doumbouya tijdens haar carrière heeft gewonnen met haar Ladoum-rammen. Foto Sylvain Cherkaoui
Nu reizen vrouwen van ver naar haar toe voor advies. Doumbouya’s reputatie is zichtbaar in de trofeeën en foto’s aan de muur waartegen het geblaat van haar 27 Ladoums weerklinken.
Krijgt ze ook belletjes van mensen die een schaap voor het Offerfeest willen? Doumbouya schudt haar hoofd. Nee, nee. „Ik verkoop alleen aan les passionnées.”
Demba Diamant, een 17 maanden oude witte Ladoum-ram in eigendom van Doumbouya, omringd door vrouwtjes in zijn hok. Video Sylvain Cherkaoui