N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
ZAP In de traditie van de lichtvoetige zaterdagavondshow, die teruggaat tot de begindagen van de Nederlandse tv, ging I Want Your Song op zoek naar een nieuw nationaal voetballied. „Al heb je 48 bier op, je kunt het altijd meezingen.”
Hoera, we hebben een nieuw nationaal voetballied! Het heet ‘Mijn Oranje Hart’ en het wordt gezongen door de Leidse volkszanger Mart Hoogkamer. De bedoeling is dat iedereen het meezingt wanneer het Nederlandse mannenelftal over drie weken de landseer verdedigt op het WK in Qatar.
In I Want Your Song (SBS 6) koos Hoogkamer het lied uit vijf inzendingen voor een uitbundige, in oranje dracht gehulde zaal. Deze talentenshow richt zich niet op artiesten, maar op de mensen achter de schermen: de componisten. Zij presenteerden de levensliederen waaruit Hoogkamer kon kiezen. De ene toondichter noemde zich trots ‘de frikandelleneter’. De ander had als maatstaf bij het componeren: „Al heb je 48 bier op, je kunt het altijd meezingen.”
Nu is niet gezegd dat ‘Mijn Oranje Hart’ daadwerkelijk het nationale voetballied wordt. De show verwees naar de evergreens ‘We houden van Oranje’ (1988) van André Hazes père, en ‘Hup Holland Hup’ (1950) van Jan de Cler. Maar dat zijn uitzonderingen; er staan vele pogingen tegenover die nooit zijn aangeslagen. Een pré is dat Hoogkamer ook buiten het volkszangerscircuit populair is sinds zijn doorbraakhit ‘Ik ga zwemmen’, en dat hij overkomt als een sympathieke man die je graag wat gunt. „Een heerlijk joch”, aldus Shownieuws. Je snapt dat tv-makers wat met hem willen doen – vorige week zocht hij in Mart op de piste (NPO3) nog naar een après ski-hit.
Hoewel ik geen liefhebber ben van het Nederlandse levenslied, en met lede ogen toezie hoe koning Voetbal over alle bezwaren tegen het WK bulldozert, werd ik vrolijk van deze show. Ik weet niet waarom. Het pretentieloze, denk ik.
De grote publiekszenders trachten alle drie op zaterdagavond het publiek te verleiden met een lichtvoetige show. I Want Your Song is de poging van SBS6. Op NPO1 verdedigde André van Duin de eer van de publieke omroep met De grote kleine treinencompetitie, een wedstrijd tussen treinmodelbouwers. Aardig is dat ze verhalen moeten bedenken bij de landschappen die ze bouwen. Een van de teams had een verhaal over aliens die de broodproductie in een bergdorp kapen (graancirkels!). Verder is dit een erg saai programma.
Venijnig
De Varagids had een mooi artikel over de traditie van de zaterdagavondshow, die teruggaat tot de begindagen van de Nederlandse tv. Voordien ging het volk voor variété naar het theater of luisterde het naar de radio. Paul de Leeuw vernieuwde het genre in de jaren negentig. Ruben Nicolai staat met The Big Show (RTL4) een beetje in de traditie van De Leeuw. Hij heeft een vergelijkbaar, ietwat venijnig gevoel voor humor, de show werkt op de plaatsvervangende gêne van de kijkers, en net als in De Leeuws shows worden gewone mensen op allerlei manieren verrast.
Het programma is een Nederlandse versie van Michael McIntyre’s Big Show. Het idee is dat onbekende mensen onverwachts de ster zijn in de show. Een tegelzetter kwam in een geënsceneerde sportschool wat tegels vastlijmen, en stond plotsklaps op het theaterpodium. Een zwemjuf kreeg midden in de nacht in haar slaapkamer onverwachts bezoek van Nicolai, die haar allerlei quizvragen stelde, waarna ook nog Buurman en Buurman binnenkwamen, en komiek Ruben van der Meer die liedjes zong met zijn hoofd in een bak water. De zwemjuf nam het verbazingwekkend goed op. De buren niet, die begonnen op de muur te bonken. Een onverwachts leuke show. Zat goed in elkaar.
Drie zaterdagavondshows op drie concurrerende zenders. Wie won er? Net als bij voetbalhits gaat het niet om de kwaliteit, maar om de kwantiteit. I Want Your Song trok slechts 350.000 kijkers. The Big Show versloeg nipt André van Duins treinenwedstrijd met 1,1 miljoen kijkers.