Nederland heeft 50.000 doses vogelgriepvaccin, maar gebruikt die nog niet

Finland gaat, als eerste land ter wereld, beginnen met het vaccineren van mensen tegen vogelgriep. Dat meldde het Finse gezondheidsinstituut THL deze week . Het gaat vooralsnog om professionals die werken met dieren die vatbaar zijn voor vogelgriep, zoals nertsen, pluimvee en wilde vogels. Finland heeft 10.000 doses klaarliggen.

De aankoop maakt deel uit van een gezamenlijke Europese inkoop van 665.000 doses, met een optie voor nog eens 40 miljoen doses, door vijftien EU-landen. Nederland doet daar ook aan mee, blijkt uit een Kamerbrief van 28 mei. Daarin staat dat Nederland een „strategische voorraad” gaat aankopen. Het ministerie van VWS bevestigt aan NRC dat het gaat om 51.000 doses. Ze zijn al binnen zijn, maar blijven voorlopig op de plank liggen.

Acht vragen over deze ontwikkeling.

1
Om welk vaccin gaat het?

Het gaat om ‘zoönotisch griepvaccin Seqirus’, ook wel bekend onder de naam Aflunov, van de Australische fabrikant CSL Seqirus. Het is een klassiek vaccin, gebaseerd op een geïnactiveerd vogelgriepvirus van het type H5N8. De hoogpathogene (voor kippen zeer ziekmakende) variant die sinds 2020 over de wereld raast, met veel economische schade en dierenleed tot gevolg, is daarentegen van het type H5N1.

2
Waarom is het een H5N8-vaccin, en geen H5N1?

„Dit vaccin is ontwikkeld op het moment dat wereldwijd vooral H5N8 rondging”, zegt Ron Fouchier, hoogleraar virologie van het Erasmus MC in Rotterdam. „In Europa is een jaar of tien geleden wel een H5N1-vaccin op de markt geweest, het ‘oude’ Aflunov, maar dat is weer van de markt gehaald omdat er nul vraag naar was.”

Voor de industrie was Europa dus nooit zo interessant, aldus Fouchier. „De Amerikaanse overheid heeft daarentegen jaarlijks geïnvesteerd en voorraden aangelegd om te zorgen dat bedrijven altijd doorgingen met ontwikkelen en produceren, zodat de capaciteit op peil bleef.”

En dít vaccin ombouwen naar H5N1 gaat niet zo makkelijk. Fouchier: „Dit klassieke vaccin wordt geproduceerd in kippeneieren, grofweg één ei per dosis. Dat is heel arbeidsintensief en tijdrovend. Een nieuw vaccin ontwikkelen dus ook. En fabrikanten doen dat alleen op rustige momenten in het jaar, als ze geen vaccins produceren tegen de seizoensgriep.”

3
Werkt dit vaccin dan wel tegen H5N1?

Het huidige H5-stukje van het virus matcht goed met dat van het virus dat nu rondgaat onder wilde vogels en onder melkvee in de VS. „Maar het N-gedeelte dus niet”, zegt Fouchier. „Wetenschappers zullen zeggen dat N1 een betere match zou zijn, maar veel data is er niet om dat te ondersteunen. We gaan er vanuit dat het H5N8-vaccin bescherming biedt tegen H5N1. Maar ik had natuurlijk liever een H5N1-vaccin gezien.”

4
Waarom is het nodig om mensen tegen vogelgriep te vaccineren?

Het vogelgriepvirus kan ook mensen ziek maken. Sinds 2003 registreerde de Wereldgezondheidsorganisatie WHO wereldwijd 889 menselijke ziektegevallen als gevolg van H5N1, van wie de helft overleed. Maar meer nog dan deze sporadische infecties vrezen experts dat er, door mutaties of door menging met varkens- of mensengriepvirussen, een variant ontstaat die voor mensen pandemisch kan worden. „Die kans is klein maar niet nul”, zegt Fouchier. „Het gebeurde onder meer bij de Spaanse griep van 1918. Mensen vaccineren kan helpen dat risico te verkleinen. De Europese infectieziektedienst ECDC adviseert mensen die tijdens hun werk met vogelgriepvirus in aanraking komen, te vaccineren wanneer vaccins beschikbaar zijn.”

5
Waarom is er niet gekozen voor een modern mrna-vaccin?

Tijdens de coronapandemie zijn in sneltreinvaart mrna-vaccins op de markt gekomen. Die zijn gebaseerd op het concept dat je eigen cellen kleine stukjes van de ziekteverwekker gaan maken, in plaats van dat je een geïnactiveerd stukje virus krijgt ingespoten. Het produceren van zo’n mrna-vaccin gaat veel sneller dan het kweken van virussen in kippeneieren. Fouchier: „Mrna-vaccins tegen griepvirussen zijn allang in ontwikkeling. Dat is een van de redenen dat die coronavaccins er zo enorm snel waren: al die expertise was er al.”

Voor de seizoensgriep én voor vogelgriep zijn mrna-vaccins nog volop in ontwikkeling. „Er lopen al veel onderzoeken. Waarom dat met de coronavaccins zoveel sneller ging? Toen wás er al een pandemie.” Fouchier en collega’s doen zelf ook dergelijk onderzoek – en wel in de VS: „Omdat Amerika veel meer investeert in vaccinonderzoek.”

6
Wat gaat Nederland doen met de aangekochte vaccins?

Nederland gaat er niet meteen al professionals mee vaccineren, in tegenstelling tot Finland. Het ministerie van VWS antwoordt schriftelijk op vragen van deze krant: „Het ligt op de plank, voor het geval er een groter risico ontstaat op besmetting van mensen die in contact komen met besmette dieren. Of voor het geval het makkelijker overdraagbaar wordt op mensen, of meer ziekteverschijnselen geeft.”

Viroloog Fouchier hoopt dat mensen die in laboratoria met dit vogelgriepvirus werken, nu al gevaccineerd kunnen worden, „om minieme risico’s nog verder te verkleinen. Ik ga ervan uit dat die straks wel meteen een vaccin mogen halen, maar hier is formeel nog geen akkoord over”.

7
Waarom vaccineert Finland al wel meteen?

Daar staat, qua volksgezondheidsrisico, een andere sector bovenaan de lijst: de pelsdierfokkerij. Finland kent een grootschalige bontindustrie, met voornamelijk nertsen en vossen. Die zijn relatief bevattelijk voor het virus – Finland kende de afgelopen jaren al een aantal grote uitbraken. De vrees bestaat dat het virus zich juist in deze dieren door mutatie beter kan aanpassen aan zoogdieren.

8
Hoe zit het met de Nederlandse ‘pandemische paraatheid’?

Die eerste voorraad van 51.000 vaccindoses is natuurlijk niet genoeg als er daadwerkelijk een vogelgrieppandemie uitbreekt. Maar hopelijk is er, indien het zo ver komt, een werkzaam en veilig getest mrna-vaccin, dat relatief snel grootschalig geproduceerd kan worden en snel kan worden aangepast aan de dan heersende variant.

In de tussentijd kan Nederland ook vooruit met de grote voorraad griepmedicijnen die nog over is na de Mexicaanse griep in 2009-2010. Nederland heeft toen veel virusremmers ingekocht. „Die liggen er nog, en die werken ook nog steeds”, weet Fouchier. Samen met zijn Rotterdamse collega’s werkt hij intussen aan de volgende stap: een universeel H5-vaccin. „De Amerikanen zetten daar ook flink op in. Die hebben dat goed in de gaten: je moet investeren als het rustig is, zodat je heel snel iets kan doen als de pleuris uitbreekt.”